In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, hebben eisers, buren van gedaagde, een kort geding aangespannen. De eisers vorderen de verwijdering van twee camera's die gedaagde aan de voor- en zijgevel van zijn woning heeft geplaatst. Eisers stellen dat deze camera's hun privacy schenden, aangezien zij zichtbaar zijn wanneer zij zich over de openbare weg bewegen. Gedaagde heeft de camera's aangebracht uit een gevoel van onveiligheid, na een aantal voorvallen waarbij hij zich bedreigd voelde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij een gerechtvaardigd belang heeft bij de camera's. De rechter weegt het recht op privacy van eisers zwaarder dan de belangen van gedaagde. De vorderingen van eisers worden toegewezen, en gedaagde wordt veroordeeld om de camera's binnen 48 uur na betekening van het vonnis te verwijderen. Daarnaast wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eisers. Dit vonnis is uitgesproken op 23 januari 2024 door mr. T.A.J.M. Provaas.