9.De beslissing
- spreekt de verdachte vrij van de onder 2, 4, 6 en 7 ten laste gelegde feiten;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.5 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 3 en 5 tot
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 40 dagen;
- bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van twee jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
Meldplicht bij reclassering
Veroordeelde meldt zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het [adres 2] via [telefoonnummer] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Ambulante behandeling
Veroordeelde laat zich behandelen door [instelling] ambulant behandelen of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is gestart en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
- geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
Benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1)
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
[slachtoffer 1], gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1] , van een bedrag van
€ 403,94, bestaande uit € 53,94 materiële schade (de reiskosten naar het politiebureau ad € 12,72 en naar haar opleiding ad € 41,22) en € 350,- immateriële schade, het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de
proceskostendoor de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op
nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- bepaalt dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering voor immateriële schade zover deze het bedrag van €350,00 overschrijdt en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen en wijst het meer of anders gevorderde af;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 1] , van een bedrag van bedrag van
€ 403,94, bestaande uit € 53,94 materiële schade (de reiskosten naar het politiebureau ad € 12,72 en naar haar opleiding ad € 41,22) en € 350,- immateriële schade, het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 7 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
Benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 3)
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij,
[slachtoffer 3],van een bedrag van
€ 150,-, bestaande uit immateriële schade, de immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.;
- veroordeelt verdachte tevens in de
proceskostendoor de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op
nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[slachtoffer 3] , van een bedrag van € 150,-, bestaande uit immateriële schade, de immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 3 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
Benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 2)
- verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 2]niet ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [slachtoffer 4] (feit 6)
- verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 4]niet ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 7)
- verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 5]niet ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Hermanides, voorzitter, mr. S.A.M.C. van de Winkel en mr. J.S. Spijkerman, rechters, in tegenwoordigheid van S.P.C. Terpelle, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 mei 2024.
Buiten staat
Mr. J.S. Spijkerman is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
Feit 1
hij op of omstreeks 6 november 2022 in een rijdende trein tussen station Nijmegen en station Venlo, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het aanraken en/of betasten van de heup en/of de bil van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) het knijpen in de bil van die [slachtoffer 1]
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, hieruit dat hij, verdachte,
- ( dicht) naast die [slachtoffer 1] in de trein is gaan zitten en/of
- ( onverhoeds) zijn hand op haar heup heeft gelegd en/of
- ( onverhoeds) zijn hand richting haar bil heeft geschoven en/of bewogen en/of
- ( onverhoeds) in haar bil heeft geknepen;
Feit 2
hij op of omstreeks 5 december 2022 in een rijdende trein tussen station Eindhoven en station Blerick, in elk geval in Nederland,
de eerbaarheid heeft geschonden
op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in voornoemde trein, door toen en aldaar te masturberen in het bijzijn van een persoon genaamd [slachtoffer 2] ;
Feit 3
hij op of omstreeks 6 november 2022 in de gemeente Venlo
de eerbaarheid heeft geschonden
op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten op of aan de [straatnaam] , in elk geval op of aan een openbare weg,
door toen en aldaar te masturberen, terwijl hij, verdachte, naast en/of in de nabijheid van een persoon genaamd [slachtoffer 3] en/of een persoon genaamd [naam 2] stond te wachten voor een verkeerslicht;
Feit 4
hij op of omstreeks 6 november 2022 in een rijdende trein tussen station Nijmegen en station Venlo, in elk geval in Nederland,
de eerbaarheid heeft geschonden
op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in voornoemde trein, door toen en aldaar te masturberen in het bijzijn van een of meer perso(o)n(en) waaronder een persoon genaamd [naam 3] en/of een persoon genaamd [slachtoffer 1] ;
Feit 5
hij op of omstreeks 6 november 2022 in een rijdende trein tussen station Nijmegen en station Venlo, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[naam 3] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het aanraken en/of betasten van de bil van die [naam 3]
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, hieruit dat hij, verdachte,
- ( dicht) naast die [naam 3] in de trein is gaan zitten en/of
- ( onverhoeds) haar bil heeft aangeraakt en/of betast;
Feit 6
hij op of omstreeks 6 november 2022 in een rijdende trein tussen station Venray en station Reuver, in elk geval in Nederland,
de eerbaarheid heeft geschonden
op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in voornoemde trein, door toen en aldaar te masturberen in het bijzijn van een persoon genaamd [slachtoffer 4] ;
Feit 7
hij op of omstreeks 23 januari 2023 in een rijdende trein tussen station Eindhoven en station Venlo, in elk geval in Nederland,
de eerbaarheid heeft geschonden
op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten in voornoemde trein, door toen en aldaar te masturberen in het bijzijn van een persoon genaamd [slachtoffer 5] .