Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
spreekt de verdachtedaarvan
vrij.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week voor het schenden van de eerbaarheid, zoals ten laste gelegd op of omstreeks 5 juli 2015 in een trein. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis zou worden bevestigd, maar het hof oordeelde dat de handelingen die de verdachte zou hebben verricht niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. Het hof wees er bovendien op dat een trein, volgens de wetsgeschiedenis, niet als een openbare plaats kan worden beschouwd, wat een belangrijke overweging was in de vrijspraak.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs in strafzaken en de interpretatie van wat als een openbare plaats wordt beschouwd in het kader van schennis van de eerbaarheid. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.