ECLI:NL:RBLIM:2024:2657

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 mei 2024
Publicatiedatum
24 mei 2024
Zaaknummer
10197264 CV EXPL 22-4896
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en ontbinding van overeenkomst in het kader van aanneming van werk tussen particulier en autobedrijf

In deze zaak vordert [eiser in conventie, verweerder in reconventie], handelend onder de naam [handelsnaam], schadevergoeding van Autocenter Landgraaf B.V. naar aanleiding van vermeende tekortkomingen in de uitvoering van reparatiewerkzaamheden aan zijn bestelauto. De procedure startte met een dagvaarding waarin [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat de auto, na reparatie door Autocenter Landgraaf, ernstige schade heeft opgelopen door een defect aan de distributieketting. Autocenter Landgraaf betwist deze claim en stelt dat de schade niet het gevolg is van hun werkzaamheden, maar van een ander defect aan de auto. De kantonrechter heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. De rechter concludeert dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet heeft aangetoond dat Autocenter Landgraaf tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] af en oordeelt dat Autocenter Landgraaf recht heeft op betaling van de facturen voor de verrichte werkzaamheden. De rechter wijst de vorderingen van Autocenter Landgraaf in reconventie gedeeltelijk toe, waarbij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.622,85, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens wordt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10197264 CV EXPL 22-4896
Vonnis van 22 mei 2024
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie]handelend onder de naam
[handelsnaam],
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. D.G.A. Rossi,
tegen
AUTOCENTER LANDGRAAF B.V.,
gevestigd te Landgraaf,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. J.J. Baltus.
Partijen worden hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en Autocenter Landgraaf genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 10
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties 1 tot en met 3
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het bericht van 2 maart 2023 met productie(s) 11 tot en met 13 van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
- het bericht van 8 maart 2023 van Autocenter Landgraaf onder overlegging van een aantal stukken ten behoeve van de mondelinge behandeling
- de mondelinge behandeling van 15 maart 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft zich in februari 2021 met zijn bestelauto (een Renault, type Trafic, kenteken [kenteken] , hierna: de auto) tot Autocenter Landgraaf gewend nadat een melding “uitlaatgassen controleren” verscheen.
2.2.
Autocenter Landgraaf heeft de auto onderzocht en werkzaamheden verricht, waarbij de auto tussentijds door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naar een spuiter is gebracht en daarna door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] weer teruggebracht naar Autocenter Landgraaf. In april 2021 worden door Autocenter Landgraaf de resterende werkzaamheden verricht, waarna Autocenter Landgraaf eind mei 2021 aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bericht dat de auto geheel was gerepareerd en de waarschuwingsmelding niet meer werd weergegeven.
2.3.
Daags nadat de auto door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is opgehaald raakt het motorblok ernstig beschadigd, waarna de auto wordt afgesleept naar Autocenter Landgraaf om de ontstane schade te laten herstellen. Daarbij heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] Autocenter Landgraaf aansprakelijk gesteld voor de aan de auto ontstane schade omdat volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de distributieketting, welk onderdeel door Autocenter Landgraaf was vervangen, door het motorblok was geslagen.
2.4.
Bij factuur van 2 maart 2021 heeft Autocenter Landgraaf haar werkzaamheden bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in rekening gebracht voor een bedrag van € 1.565,-.
2.5.
Bij brief van 28 juni 2021 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] Autocenter Landgraaf in gebreke gesteld onder vermelding van een hersteltermijn van 14 dagen. Voorts is in de brief vermeld voor zover van belang:
“Hierbij verzoek en voor zover nodig sommeer ik u om de reeds in uw beschikkingsmacht bevindende bedrijfsbus van cliënt binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief te herstellen zodanig dat er geen foutmelding meer op het scherm wordt weergegeven en er weer veilig met de bedrijfsbus kan worden gereden. Dat betekent concreet dat u in de gelegenheid wordt gesteld om de door de distributieketting kapotgeslagen onderdelen van het voertuig van client binnen voornoemde termijn te herstellen (…)”.
2.6.
Bij brief van 20 juli 2021 beroept [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich op zijn opschortingsrecht ten aanzien van betaling van voornoemde factuur. Voorts is in de brief vermeld voor zover van belang:
“Het voertuig is door een monteur nagekeken en ook deze heeft geconstateerd dat het de distributieketting is geweest die door het motorblok is geslagen. Aangezien u ook hebt erkend dat u werkzaamheden heeft uitgevoerd aan de distributieketting concludeert cliënt dat er aldus een voldoende causaal verband bestaat tussen de door cliënt geleden schade en de oorzaak daarvan (een ondeugdelijk bevestigde distributieketting).
2.7.
Autocenter Landgraaf heeft bij brief van 6 juli 2021 en bij brief van 23 juli 2021 onder meer aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] laten weten dat niet de distributieketting door het motorblok is geslagen, maar de drijfstanglagerkap en beroept zich op het recht van retentie.
2.8.
Bij brief van 30 september 2021 beroept [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich op buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst.
2.9.
De auto bevindt zich tot op heden bij Autocenter Landgraaf.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert – samengevat – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat Autocenter Landgraaf toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar uit de overeenkomst en uit de wet voortvloeiende verbintenissen
II. te verklaren voor recht dat de tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en Autocenter Landgraaf gesloten overeenkomst bij brief van 30 september 2021 rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden, althans de overeenkomst op grond van artikel 6:265 BW te ontbinden
III. Autocenter Landgraaf te veroordelen om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen het bedrag van € 9.973,47 aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente
IV. Autocenter Landgraaf te veroordelen om binnen 48 uur na het in deze te wijzen vonnis de auto feitelijk in bezit te stellen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom groot € 500,- voor elke dag dat Autocenter Landgraaf daarmee in gebreke blijft, zulks tot een maximum van € 25.000,-
V. Autocenter Landgraaf te veroordelen aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te voldoen de buitengerechtelijke kosten van € 873,67, vermeerderd met wettelijke rente
VI. Autocenter Landgraaf te veroordelen in de proces- en nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
Autocenter Landgraaf voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
Autocenter Landgraaf vordert - samengevat - veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van € 3.580,03, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten van € 483,-, alsmede de wettelijke rente hierover met veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proces- en nakosten.
3.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de onderlinge samenhang zullen de vorderingen in conventie en in reconventie hierna gezamenlijk worden behandeld.
4.2.
Op grond van artikel 6:265 BW in samenhang met artikel 6:267 lid 1 BW kan een overeenkomst bij schriftelijke verklaring worden ontbonden in geval van tekortkoming door de wederpartij in de nakoming van de voor hem uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Artikel 6:265 lid 2 BW bepaalt dat voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, de bevoegdheid tot ontbinding pas ontstaat als de schuldenaar in verzuim is. Voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de overeenkomst heeft willen ontbinden geldt dat sprake moet zijn van een tekortkoming aan de zijde van Autocenter Landgraaf en dat Autocenter Landgraaf in verzuim moet zijn, tenzij nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is.
4.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat Autocenter Landgraaf tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichting uit overeenkomst tot aanneming van werk, waardoor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de overeenkomst mocht ontbinden en Autocenter Landgraaf aansprakelijk zou zijn voor de door de tekortkomingen ontstane schade. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt bij dagvaarding dat de tekortkoming inhoudt dat de reparatiewerkzaamheden door Autocenter Landgraaf aan de distributieketting niet deugdelijk zijn geweest. Nadat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] eind mei 2021, nadat de auto gereed zou zijn volgens Autocenter Landgraaf, de auto heeft opgehaald is daags daarna volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de distributieketting door het motorblok geslagen. Daardoor is het motorblok dusdanig beschadigd dat deze vervangen dient te worden door een nieuw motorblok. Aangezien Autocenter Landgraaf kort daarvoor werkzaamheden heeft uitgevoerd aan de distributieketting, zoals blijkt uit de factuur van 2 maart 2021, is de onherstelbare schade aan het motorblok een direct gevolg van de ondeugdelijke reparatie aan de distributieketting, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Op de als productie 1 bij dagvaarding overgelegde foto’s zouden brokstukken te zien zijn van de distributieketting die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op straat heeft opgeraapt.
4.4.
Autocenter Landgraaf voert van meet af aan het verweer dat niet de distributieketting door het motorblok is geslagen, maar een afgebroken drijfstanglagerkap. Dit betreft volgens de heer [naam directeur] , directeur van Autocenter Landgraaf, een zeer zeldzaam defect dat hij slechts drie keer eerder is tegengekomen in de 35 jaren dat hij actief is in de autobranche en bovendien los staat van de eerder uitgevoerde reparatiewerkzaamheden.
4.5.
De kantonrechter overweegt dat Autocenter Landgraaf tijdens de mondelinge behandeling heeft gewezen op de bij ‘akte houdende overlegging stukken’ overgelegde foto’s die door Autocenter Landgraaf voorafgaand aan de mondelinge behandeling in het geding zijn gebracht. Op deze foto’s is het motorblok van de auto te zien met een distributieketting die volledig intact is. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft dit niet gemotiveerd weersproken.
4.6.
Tevens is op de bij voormelde akte overgelegde foto’s een duidelijk gat te zien onderaan het motorblok, waarvan Autocenter Landgraaf aanvoert dat dit de brokstukken zijn zoals te zien op de foto die is overgelegd als productie 1 bij dagvaarding. Deze brokstukken zijn echter niet afkomstig van de distributieriem zoals gesteld door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , maar stukken drijfstang en stukken van het motorblok, hetgeen wordt bevestigd door een schriftelijke verklaring van de heer [naam] , werkzaam bij D&D Automotive. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft ook dit niet weersproken.
4.7.
Autocenter Landgraaf heeft vervolgens tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat indien de synchronisatie van de distributieriem niet goed zou zijn geweest, de kleppen bovenaan de motor krom raken. Op de ingebrachte foto van het motorblok is echter te zien dat het probleem onderaan de motor zit en de distributieriem aldus goed in elkaar zit. Ook dit heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet weersproken.
4.8.
Op grond van het vorenoverwogene had het op de weg van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen te reageren op deze gemotiveerde betwisting door Autocenter Landgraaf. Doordat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft nagelaten haar stellingen nader te onderbouwen, ziet de kantonrechter geen aanleiding tot het toelaten van nader (getuigen)bewijs. De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat Autocenter Landgraaf de reparatiewerkzaamheden aan de distributieketting niet deugdelijk heeft uitgevoerd, dat niet vaststaat dat de distributieketting door het motorblok is geslagen en de schade aan het motorblok heeft veroorzaakt en aldus op grond hiervan geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van Autocenter Landgraaf.
4.9.
Tijdens de mondelinge behandeling voert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan dat er ‘een’ onderdeel door de motor is geslagen. Doordat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet precies weet wat Autocenter Landgraaf aan de motor heeft gerepareerd voert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan dat kan worden aangenomen dat het kapot slaan van de motor door ‘een’ onderdeel het gevolg is van de door Autocenter Landgraaf verrichtte reparatiewerkzaamheden. Op grond daarvan is een omkering van de bewijslast op grond van de redelijkheid en billijkheid gerechtvaardigd, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
4.10.
De kantonrechter stelt voorop dat volgens de in artikel 150 Rv neergelegde hoofdregel voor de bewijslastverdeling de bewijslast in een civiele procedure rust op de partij die daarmee een bepaald rechtsgevolg wil bewerkstelligen. Die partij zal aldus de feiten die het intreden van het door haar gewenste rechtsgevolg kunnen rechtvaardigen moeten stellen en – bij voldoende betwisting- vervolgens moeten bewijzen. Op dit uitgangspunt bestaan twee uitzonderingen, waaruit onder andere op grond van de redelijkheid en billijkheid een van de hoofdregel afwijkende bewijslastverdeling kan voortvloeien. Uit de omstandigheid dat artikel 150 Rv de hoofdregel formuleert, volgt reeds dat afwijking hiervan met terughoudendheid dient te worden toegepast en door de rechter deugdelijk moet worden gemotiveerd (HR 9 september 2005 ECLI:NL:HR:2005:AT8238). Bewijsnood kan in het algemeen niet redengevend zijn voor omkering van de bewijslast (HR 31 oktober 1997 ECLI:NL:HR:1997:ZC2476), al kan dat anders zijn wanneer deze bewijsnood het gevolg is van gedragingen van de wederpartij van degene die daarin is komen te verkeren (HR 20 januari 2006 ECLI:NL:HR:2006:AU4529).
4.11.
De kantonrechter overweegt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] louter, zonder nadere onderbouwing, een beroep heeft gedaan op bewijsnood, waarin hij door toedoen van Autocenter Landgraaf zou verkeren, hetgeen door Autocenter Landgraaf is betwist. Bij dagvaarding en in de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan Autocenter Landgraaf overgelegde brieven van 28 juni 2021 en van 20 juli 2021 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich steeds op het standpunt gesteld dat de schade aan het motorblok is ontstaan door ondeugdelijk verrichtte werkzaamheden aan de distributieriem door Autocenter Landgraaf. Pas tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gesteld dat ‘een’ onderdeel door het motorblok is geslagen, nadat de voormelde foto’s door Autocenter Landgraaf in het geding waren gebracht waarop is te zien dat de distributieriem volledig intact is. Dit is geen bewijsnood die het gevolg is van de gedragingen van de wederpartij en die omkering van de bewijslast op grond van de redelijkheid en billijkheid zou rechtvaardigen. Daarbij neemt de kantonrechter ook in overweging dat Autocenter Landgraaf onweersproken meermaals heeft aangeboden de auto door een deskundige te laten inspecteren om de oorzaak van het defecte motorblok te kunnen vaststellen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hield echter vast aan zijn standpunt dat de distributieriem de oorzaak was en wilde geen deskundige de oorzaak laten vaststellen. Ook hier is geen sprake van bewijsnood die het gevolg is van de gedraging van de wederpartij. Het is juist Autocenter Landgraaf die meermaals heeft aangeboden om een deskundige de oorzaak te laten vaststellen. Dat betekent dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van bewijsnood die het gevolg is van de gedragingen van Autocenter Landgraaf en die omkering van de bewijslast rechtvaardigt.
4.12.
Kortom: niet is komen vast te staan dat Autocenter Landgraaf tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichting uit overeenkomst tot aanneming van werk, zodat het beroep van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst faalt. Dat geldt om dezelfde reden en bij gebrek aan verdere onderbouwing ook voor het beroep van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op opschorting van zijn betalingsverplichtingen jegens Autocenter Landgraaf. De gevorderde verklaringen voor recht worden afgewezen, evenals de gevorderde schadevergoeding van € 9.973,47. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft aldus onbevoegd een beroep gedaan op zijn opschortingsrecht. Zoals hierna nog volgt, heeft Autocenter Landgraaf recht op betaling van (een groot deel van) haar facturen. Omdat zij een opeisbare vordering heeft op [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , heeft Autocenter Landgraaf zich terecht op het haar toekomende retentierecht beroepen. Daardoor wordt ook de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gevorderde feitelijke afgifte van de auto (op straffe van verbeurte van een dwangsom) afgewezen.
4.13.
Voorzover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onrechtmatig handelen (subsidiair) aan het gevorderde ten grondslag legt, kan dit op grond van het vorenoverwoge eveneens niet slagen.
4.14.
Doordat de hoofdvorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden afgewezen, worden de nevenvorderingen ook afgewezen.
4.15.
Autocenter Landgraaf vordert betaling van twee facturen wegens verrichte werkzaamheden. De factuur van met als factuurdatum 29 november 2022 (factuurnummer: 22023088) voor een bedrag van € 2.015,03 zal slechts tot een bedrag van € 57,85 worden toegewezen. Daartoe overweegt de kantonrechter dat Autocenter Landgraaf ter onderbouwing van deze factuur enkel de pakbon van de koppakking heeft overgelegd die op de factuur is opgenomen voor een bedrag van € 57,85, en dus slechts een klein deel van de totale rekening van € 2.015,03 betreft. Het gros van de in rekening gebrachte werkzaamheden betreft de post werkplaats. Ondanks dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het aantal uren dat daadwerkelijk arbeid aan de auto is verricht heeft betwist, is dit door Autocenter Landgraaf niet nader onderbouwd door bijvoorbeeld een urenspecificatie over te leggen. Het verweer van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat de factuur onvoldoende is onderbouwd treft doel, waardoor de vordering terzake de factuur van 29 november 2022 voor slechts € 57,85 wordt toegewezen.
4.16.
Ten aanzien van de andere door Autocenter Landgraaf gevorderde factuur met als factuurdatum 2 maart 2021 (factuurnummer: 21018945) voor een bedrag van € 1.565,- overweegt de kantonrechter dat voor aanneming van werk niet is vereist dat het bedrag van de prijs reeds bij de overeenkomst is bepaald. Als een in de overeenkomst uitgedrukte prijsafspraak ontbreekt, dan dient de aannemer (Autocenter Landgraaf) als grondslag van zijn eis te stellen dat aan hem opdracht is verstrekt om voor rekening van de opdrachtgever het werk tot stand te brengen, dat het werk voor hem is opgeleverd en door de opdrachtgever is aanvaard en dat hem deswege de gevorderde redelijke prijs toekomt.
4.17.
Tussen partijen staat vast dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de auto diverse malen ter reparatie naar Autocenter Landgraaf heeft gebracht teneinde deze te laten repareren. Op grond hiervan is door Autocenter Landgraaf terecht gesteld dat aan haar opdracht is verstrekt. Eind mei 2021 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de auto, nadat deze gereed was na reparatie, opgehaald en meegenomen.
4.18.
Middels de factuur van 2 maart 2021 wenste Autocenter Landgraaf betaling voor de verrichte werkzaamheden. Autocenter Landgraaf heeft middels het overleggen van de pakbonnen die betrekking hebben op de distributieketting en radiator voldoende onderbouwd dat de betreffende onderdelen zijn besteld en gefactureerd op 2 maart 2021. Het gevorderde bedrag van de factuur van 2 maart 2021 ad € 1.565,00 wordt toegewezen.
4.19.
Ten aanzien van voornoemde facturen is niet gebleken dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in verzuim verkeert. Noch omtrent een fatale betaaltermijn noch omtrent een ingebrekestelling die de bestemming heeft bereikt, is door Autocenter Landgraaf voldoende gemotiveerd gesteld, laat staan onderbouwd. Door het instellen van de eis in reconventie is verzuim bewerkstelligd. Dat betekent dat de gevorderde wettelijke rente over het toegewezen bedrag van € 1.622,85 zal worden toegewezen vanaf het moment van instellen van de eis in reconventie, te weten 8 februari 2023. De gevorderde buitengerechtelijk kosten in reconventie komen niet voor toewijzing in aanmerking aangezien voorafgaand verzuim is vereist.
4.20.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Autocenter Landgraaf in conventie en in reconventie worden begroot op:
salaris gemachtigde in conventie
408,00
(2,00 punten × € 204,00)
salaris gemachtigde reconventie
204,00
(2,00 punten × factor 0,5 × € 204,00)
Totaal
612,00
4.21.
Bij een afzonderlijke veroordeling in de nakosten bestaat geen belang omdat de proceskostenveroordeling die kosten al omvat (HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rechtsoverweging 2.3).

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] af,
in reconventie
5.2.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om aan Autocenter Landgraaf te betalen een bedrag van € 1.622,85, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 februari 2023,
in conventie en in reconventie
5.3.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten van € 612,00 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad ten aanzien van de hierin vervatte veroordelingen,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T. Dohmen en in het openbaar uitgesproken op
22 mei 2024.
Type: LS