In deze zaak vordert [eiser in conventie, verweerder in reconventie], handelend onder de naam [handelsnaam], schadevergoeding van Autocenter Landgraaf B.V. naar aanleiding van vermeende tekortkomingen in de uitvoering van reparatiewerkzaamheden aan zijn bestelauto. De procedure startte met een dagvaarding waarin [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat de auto, na reparatie door Autocenter Landgraaf, ernstige schade heeft opgelopen door een defect aan de distributieketting. Autocenter Landgraaf betwist deze claim en stelt dat de schade niet het gevolg is van hun werkzaamheden, maar van een ander defect aan de auto. De kantonrechter heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. De rechter concludeert dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet heeft aangetoond dat Autocenter Landgraaf tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] af en oordeelt dat Autocenter Landgraaf recht heeft op betaling van de facturen voor de verrichte werkzaamheden. De rechter wijst de vorderingen van Autocenter Landgraaf in reconventie gedeeltelijk toe, waarbij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.622,85, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens wordt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten veroordeeld.