Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief van 25 oktober 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
2.De feiten
3.Het geschil
primair
subsidiair
meer subsidiair
4.De beoordeling
WO KOOP/verkoop Verborgen gebrek/onderz/infopl – Adviseren” opgenomen. Deze kosten zijn daarom naar oordeel van de rechtbank toewijsbaar.
WO KOOP/verkoop Verborgen gebrek/onderz/infopl – Onderhandelen” door zijn advocaat en € 5.195,- voor “
WO KOOP/verkoop Verborgen gebrek/onderz/infopl – Procederen” door zijn advocaat, stellende dat dit redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte zijn. Door [gedaagde] zijn deze kosten betwist met een beroep op de dubbele redelijkheidstoets. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden en oordeelt dat op grond van artikel 241 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) artikel 6:96 lid 2 onder b en c BW niet van toepassing is, nu op het bedrag van € 5.195,- de regels betreffende de proceskosten van toepassing zijn. Ten aanzien van de gevorderde kosten van € 925,- voor onderhandelingen is de rechtbank van oordeel dat, mede gelet op het door [gedaagde] gevoerde verweer, waarop [eiser] verder niet heeft gereageerd, [eiser] zijn stelling onvoldoende gemotiveerd heeft gehandhaafd, zodat dit bedrag zal worden afgewezen. Ten aanzien van de kosten voor procederen van € 5.195,- geldt dat de wet een limitatieve en exclusieve regeling kent van kosten waarin de partij die bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld kan worden veroordeeld. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan een volledige proceskostenvergoeding worden uitgesproken. Door [eiser] zijn geen bijzondere omstandigheden gesteld, zodat deze kosten zullen worden afgewezen.