ECLI:NL:RBLIM:2024:2332
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen
Op 1 mei 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. K.J.C. van Bekkum, had een verzoek ingediend tegen de Belastingdienst Toeslagen, die als verweerder optrad. Het verzoek was gericht op het verkrijgen van een voorlopige voorziening met betrekking tot het verstrekken van gegevens in de bezwaarfase en het compenseren van een vergoeding voor het toeslagjaar 2012.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen op basis van het ontbreken van materiële connexiteit. De rechter oordeelde dat het verzoek om gegevensverstrekking verder ging dan wat in een eventuele bodemprocedure zou kunnen worden afgedwongen. Daarnaast was er geen sprake van een spoedeisend belang, aangezien verzoekster niet in een acute financiële noodsituatie verkeerde. De voorzieningenrechter benadrukte dat de erkenning als slachtoffer in de kinderopvangtoeslag-affaire al was gegeven en dat verzoekster de mogelijkheid had om een aanvraag in te dienen bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS).
De uitspraak werd gedaan in het openbaar en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat. De beslissing is gemotiveerd met verwijzingen naar relevante wetsartikelen en rechtspraak, en de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling.