Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 april 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, het CBR
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.In het bloed van eiser was sprake van een THC-waarde van meer dan 20 microgram per liter bloed. Dat sprake is van medicinaal cannabisgebruik en dat eiser een tolerantie heeft opgebouwd omdat hij al lange tijd cannabis gebruikt heeft de psychiater meegewogen en deze omstandigheden hebben geen afbreuk gedaan aan zijn conclusie dat sprake is van drugsmisbruik. Dit omdat het geconstateerde THC-gehalte niet enkel te verklaren valt door de medisch voorgeschreven cannabis. Gelet hierop is de conclusie van de psychiater dat ten tijde van het onderzoek sprake is van een stoornis in het gebruik van drugs, zonder stopdatum, navolgbaar. Verder heeft het CBR zich terecht op het standpunt gesteld dat medicinaal gebruik van cannabis de mogelijkheid van misbruik niet uitsluit. De maximale grenswaarde is ook van toepassing bij medicinaal cannabisgebruik en ook voor ervaren gebruikers van cannabis [5] . De verkeersveiligheid staat immers centraal en niet de reden van gebruik. Dat uit wetenschappelijk onderzoek zou blijken dat personen met een THC-tolerantie geen gevaar zijn in het verkeer is in deze zaak niet van belang. Dat zegt immers niets over de specifieke situatie van eiser. Ook het standpunt van eiser ter zitting dat hij te weinig is voorgelicht over medicinaal cannabisgebruik maakt het voorgaande niet anders.