2.3.De deskundige heeft in zijn deskundigenbericht de hem in het vonnis van 12 juli 2023 voorgelegde vragen als volgt beantwoord:
1. Kunt u de toedracht van de aanrijding op 7 maart 2018 tussen [eiseres] en [gedaagde sub 1] vaststellen en zo ja, wat is de toedracht van deze aanrijding?
“Op grond van het beschreven onderzoek kan worden gesteld dat op technische gronden,
op basis van het procesdossier, de toedracht van onderhavige aanrijding niet kan worden
vastgesteld.”
2. Zijn er nog (andere) punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
“In de discussie tussen [naam] en MVOA ten aanzien van de beoordeling/toetsing
van de verklaringen van de betrokken bestuurders, kan worden gesteld dat de verklaring
van [eiseres] geen elementen bevat die niet kunnen passen bij het ongeval en de
resulterende schades. Daarentegen bevat de verklaring van [gedaagde sub 1] wel elementen die niet
zonder meer passen bij het ongeval en de resulterende schades.”
De deskundige heeft ter toelichting op zijn antwoord onder 1 op pagina 5 en 6 van zijn rapport onder meer, voor zover hier van belang, het volgende geschreven
“Bepalen van de botsptaats
Het bepalen van de botsplaats heeft betrekking op de absolute positie van beide voertuigen
ten opzichte van de rijbaan en de indeling van rijstroken. Daar waar de relatieve posities
kunnen worden afgeleid uit de schades, zijn de absolute posities in dit geval slechts af te
leiden uit fysieke sporen die op de rijbaan achterbleven als gevolg van onderhavig ongeval.
Zoals gesteld heeft op de plaats van het ongeval geen vastlegging van fysieke sporen
plaatsgevonden, waardoor het bepalen van de botsplaats feitelijk niet mogelijk is. In dit
geval rest slechts de inschatting wat de posities van de voertuigen kunnen zijn geweest
uitgaande van de vastgestelde relatieve botspositie en de uiteindelijke uitloop na de botsing,
in relatie tot de beschikbare rijstrookbreedte(n). Echter, op grond van deze inschatting zal
geen zekerheid kunnen worden gegeven over op welke rijstrook de eerste aanrijding heeft
plaatsgevonden.
5 RESULTAAT
Op grond van de beschrijving van de beschikbare informatie en de onderzoeksmethodiek
kan worden vastgesteld dat de onderzoeksvragen ten behoeve van vaststellen van de
toedracht, niet (volledig) kunnen worden beantwoord.
6 INTERPRETATIE VAN DE RESULTATEN
Ten aanzien van de toedracht is het hiervoor beschreven onderzoek en de resultaten daaruit
als volgt te interpreteren. De beschikbare technische aanwijzingen in het procesdossier, zijn
even waarschijnlijk onder hypothese 1 als onder hypothese 2. Immers, de resulterende
schades zijn evengoed mogelijk als gevolg van een achteroprijding door [gedaagde sub 1] , als door een
zijwaartse beweging door [eiseres] . Doordat de individuele snelheden (in zowel langs- als
dwarsrichting) niet zijn vast te stellen, is hierin geen onderscheid te maken.
Omdat in het geheel geen vastlegging van sporen heeft plaatsgevonden kan geen uitspraak
worden gedaan over de absolute positie waarin de voertuigen zich bevonden bij de eerste
botsing. Daardoor is (dus) geen uitsluitsel te geven ten aanzien van de vraag op welke
rijstrook de aanrijding heeft plaatsgevonden.
Bovenstaande betekent dat op technische gronden, op basis van het procesdossier de
toedracht van onderhavige aanrijding niet kan worden vastgesteld.”