ECLI:NL:RBLIM:2024:1406

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
27 maart 2024
Zaaknummer
C/03/314841 / HA RK 23-35
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar voor ontbonden rechtspersoon met aanwezige baten

Op 27 maart 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de ontbinding van de besloten vennootschap Kleiwarenfabriek Echt B.V. De rechtbank oordeelde dat de rechtspersoon niet is opgehouden te bestaan, omdat er nog baten aanwezig waren, bestaande uit onroerende zaken. Het verzoek om (her)opening van de vereffening werd afgewezen, maar het verzoek om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 2:23 lid 2 BW werd toegewezen. De rechtbank constateerde dat er geen vereffenaar aanwezig was, aangezien de enige geregistreerde bestuurder niet ter zitting was verschenen en had aangegeven geen partij te zijn in deze zaak. De rechtbank benoemde mr. B.Th.G.M. Lamers tot vereffenaar van het vermogen van Kleiwarenfabriek Echt B.V. en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De rechtbank wees het meer of anders verzochte af.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer / rekestnummer: C/03/314841 / HA RK 23-35
Beschikking van 27 maart 2024
in de zaak van
[verzoeker],
te [plaatsnaam] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. E.H.E.J. Wijnen te Tilburg,
waarbij als belanghebbenden zijn opgeroepen

1.KLEIWARENFABRIEK ECHT B.V./ CRH CLAY SOLUTIONS SALES B.V.,

te Rijswijk,
2.
CRH NEDERLAND B.V.,
te Amsterdam,
3.
[belanghebbende sub 3],
te [plaatsnaam] ,
4.
[belanghebbende sub 4],
te [plaatsnaam] ,
5.
[belanghebbende sub 5],
te [plaatsnaam] ,
6.
Mr. R.J.G. DEUSS, in zijn hoedanigheid van derde ex artikel 20 Onteigeningswet voor de besloten vennootschap Kleiwarenfabriek Echt B.V.
te Weert,
belanghebbenden,

1.Het verzoek

1.1.
Bij verzoekschrift wordt gevraagd voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Op grond van artikel 2:23c BW de vereffening te openen van de ontbonden vennootschap
de besloten vennootschap Kleiwarenfabriek Echt B.V.met als statutaire zetel Neer, gemeente Leudal;
een vereffenaar te benoemen;
te bepalen dat de vereffenaar de vereffening dot plaatsvinden conform de statuten, de wet en de akte van 15 oktober 2001.

2.De feiten

2.1.
Bij akte van 14 april 2010 is de statutaire naam van Kleiwarenfabriek Echt BV gewijzigd in CRH Clay Solutions Sales BV. Deze rechtspersoon zal hierna onder beide namen worden aangehaald.
2.2.
Op 23 december 2015 is in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel geregistreerd dat CRH Clay Solutions Sales BV met ingang van 21 december 2015 is ontbonden en opgehouden te bestaan omdat geen bekende baten meer aanwezig zijn.
2.3.
In het kadaster staat Kleiwarenfabriek Echt BV geregistreerd als eigenaar van de percelen [gemeente] , [sectie ] , [nummer 2] en [nummer 3] .
2.4.
De percelen [gemeente] , [sectie ] , [nummer 1] en [nummer 4] waren eigendom van Kleiwarenfabriek Echt BV en zijn bij vonnis van deze rechtbank van 14 december 2022 onteigend ten name van de Staat. Daarbij is bepaald dat het voorschot op de schadeloosstelling aan mr. Deuss (benoemd tot derde ex artikel 20 Onteigeningswet) dient te worden voldaan.
2.5.
Bij akte van 15 oktober 2001 heeft Kleiwarenfabriek Echt BV evenwel ten aanzien van de hiervoor onder 2.3 en 2.4 genoemde percelen aan [belanghebbende sub 3] een gebruiksrecht om niet verleend en aan belanghebbende [belanghebbende sub 5] een optierecht. Kleiwarenfabriek Echt BV heeft zich in voornoemde akte voorts verbonden om deze percelen om niet aan [belanghebbende sub 3] te leveren wanneer onherroepelijk komt vast te staan dat geen gebruik wordt gemaakt van het aan [belanghebbende sub 5] verleende optierecht. Belanghebbende [belanghebbende sub 5] heeft op 16 november 2022 schriftelijk verklaard geen gebruik te maken van het optierecht. Verzoekers maken aanspraak op overdracht van de hiervoor in rechtsoverweging 2.3 genoemde percelen alsmede op de door de Staat ten behoeve van Kleiwarenfabriek Echt BV uitgekeerde schadeloosstelling uit hoofde van de onteigening inzake de hiervoor in rechtsoverweging 2.4. genoemde percelen.
2.6.
[belanghebbende sub 3] is per 20 december 2013 uitgeschreven uit het handelsregister als verdwijnende rechtspersoon ten gevolge van een fusie, waarbij [bedrijf] in liquidatie de verkrijgende rechtspersoon is.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek is mondeling behandeld op de zitting van 21 februari 2024.
3.2.
Bij de mondelinge behandeling is namens [verzoeker] aanwezig [bestuurder] (bestuurder van [verzoeker] en vereffenaar van [bedrijf] in liquidatie), bijgestaan door mr. dr. J.J.A. Braspenning, advocaat van [verzoeker] .
3.3.
Van de opgeroepen belanghebbenden zijn tijdens de mondelinge behandeling aanwezig de heer [belanghebbende sub 5] en mr. R.J.G. Deuss in zijn hoedanigheid van derde voor Kleiwarenfabriek Echt BV op grond van artikel 20 Onteigeningswet.
3.4.
[bestuurder] laat desgevraagd weten dat het verzoek is ingediend namens zowel [verzoeker] als [bedrijf] in liquidatie (hierna gezamenlijk aan te halen als verzoeksters) en dat mr. Braspenning beide vennootschappen bijstaat.
3.5.
De rechtbank is van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat verzoeksters als belanghebbenden zijn aan te merken bij het onderhavige verzoek. Zij wijzen immers op de leveringsakte waaruit een recht van [belanghebbende sub 3] volgt, dat als gevolg van een fusie krachtens algemene titel is overgegaan op [bedrijfsnaam] in liquidatie, waarvan [verzoeker] bestuurder en aandeelhouder is. Daarmee is in het kader van het verzoek tot benoeming vereffenaar voldoende aannemelijk dat deze vennootschappen als belanghebbenden zijn aan te merken.
3.6.
De rechtbank begrijpt uit de tijdens de mondelinge behandeling van de zijde van verzoeksters gegeven toelichting dat het verzoek primair is gegrond op artikel 2:23c BW (hierna: het “primaire verzoek”) en dat zij subsidiair op grond van artikel 2:23 lid 2 BW vragen om een vereffenaar te benoemen.
3.7.
De rechtbank is van oordeel dat het primaire verzoek om de vereffening te heropenen, niet voor toewijzing in aanmerking komt. Vaststaat immers dat sprake is van baten die ten tijde van het ontbindingsbesluit reeds bestonden zodat Kleiwarenfabriek Echt B.V. nooit is opgehouden te bestaan ex artikel 2:19 lid 5 BW. [1]
3.7.1.
Indien de rechtspersoon op het tijdstip van zijn ontbinding geen baten meer heeft, houdt hij ex artikel 2:19 lid 4 BW alsdan op te bestaan. Die situatie is niet aan de orde in het geval van Kleiwarenfabriek Echt BV omdat zij nog baten had. De baten bestonden namelijk uit de eigendom van een aantal percelen grond ( [gemeente] , [sectie ] , [nummer 1] tot en met [nummer 4] ) die nu de aanleiding vormen voor het onderhavige verzoek. Gelet op het bepaalde in artikel 2:19 lid 5 en 6 BW blijft de rechtspersoon na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is en houdt de rechtspersoon eerst op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. Nu nog geen vereffening heeft plaatsgevonden van het vermogen van Kleiwarenfabriek Echt BV heeft deze rechtspersoon dus nog niet opgehouden te bestaan.
3.8.
Het subsidiaire verzoek om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 2:23 lid 2 BW acht de rechtbank om de volgende redenen wel toewijsbaar.
3.8.1.
Zoals hiervoor is overwogen dient het vermogen van de ontbonden rechtspersoon Kleiwarenfabriek Echt BV nog te worden vereffend. Ingevolge artikel 2:23 lid 1 BW alsmede het bepaalde in artikel 26 van de statuten treden de bestuurders van Kleiwarenfabriek Echt BV in beginsel op als vereffenaar. Uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel volgt dat als bestuurder van Kleiwarenfabriek Echt BV als laatst geregistreerd is [belanghebbende sub 4] . [2]
3.8.2.
Uit de omstandigheden dat in het handelsregister is ingeschreven dat de rechtspersoon reeds per 23 december 2015 zou zijn opgehouden te bestaan alsmede het feit dat de enige via het handelsregister te herleiden bestuurder [belanghebbende sub 4] – hoewel daartoe opgeroepen – niet ter zitting is verschenen en per e-mail van 18 januari 2014 de rechtbank heeft bericht geen partij te zijn in deze zaak, maakt de rechtbank op dat thans geen vereffenaar aanwezig is. Ook het feit dat mr. Deuss in het kader van de onteigeningsprocedure als derde is aangewezen ex artikel 20 Onteigeningswet wijst in die richting. Laatstgenoemde heeft ter zitting ook aangegeven dat hij bij gebreke van het voorliggende verzoek in zijn hoedanigheid van derde zelf tot indiening van een verzoek tot benoeming van een vereffenaar zou zijn overgegaan.
3.8.3.
De rechtbank kan op bij het ontbreken van een vereffenaar op verzoek van een belanghebbende ex artikel 2:23 lid 2 BW een vereffenaar benoemen en zal dat gelet op al het voorgaande in dit geval ook doen.
3.8.4.
Uit de door verzoekers overgelegde verklaring van mr. B.Th.G.M. Lamers volgt dat hij bereid is om een benoeming tot vereffenaar van het vermogen van Kleiwarenfabriek Echt BV te aanvaarden. De rechtbank is niet gebleken van bezwaren tegen diens benoeming tot vereffenaar en zal daartoe dan ook overgaan.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
benoemt tot vereffenaar van het vermogen van Kleiwarenfabriek Echt BV de heer mr. B.Th.G.M. Lamers, voor deze functie domicilie kiezende op het kantoor van Hoeberechts Advocaten BV, aan de Emmasingel 38, 6001 BD Weert;
4.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J.M.G. Rulkens en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2024.
CB

Voetnoten

1.Vgl. gerechtshof Amsterdam 3 november 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3004;
2.Als verkrijger krachtens fusie met oorspronkelijk bestuurder VDS Kleiwaren Beheer BV per 31 december 2019;