Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.Het afdoeningsvoorstel
De overwegingen die, zo blijkt uit de overeenkomst en uit hetgeen ter zitting is besproken, aan het maken van procesafspraken ten grondslag heeft gelegen, betreffen het tijdsverloop (de aan de verdachte tenlastegelegde feiten dateren van 2020) en, in het verlengde daarvan, de wens van beide partijen om tot een snelle, efficiënte en definitieve afdoening van de strafzaak en -procedure te komen. Naar het oordeel van zowel het Openbaar Ministerie als de verdediging passen de overeengekomen procesafspraken binnen het door de Hoge Raad geschetste kader hieromtrent (zie Hoge Raad 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252).
De verdachte:
onderzoekswensen uiterlijk ter zitting en bij voorkeur al eerder schriftelijk in;
- hoeft geen (nadere) verklaring af te leggen;
- doet afstand van de in de overeenkomst benoemde klassiek in beslag genomen goederen (beslaglijst is als bijlage bij de overeenkomst gevoegd)
- voert ook geen bewijsverweren in de tenuitvoerleggingsfase met betrekking tot de inbeslaggenomen goederen;
- zal zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf onttrekken;
- verklaart betalingsbereid te zijn, in staat te zijn tot betaling en geen draagkrachtverweer te zullen voeren voor wat betreft de financiële verplichtingen voortvloeiende uit deze strafzaak.
- zal ter terechtzitting requireren tot een bewezenverklaring en kwalificatie van de
feiten als weergegeven in de overeenkomst en een strafeis vorderen van 2 jaren
gevangenisstraf onvoorwaardelijk - met aftrek van het reeds ondergane voorarrest –
en een geldboete van € 25.000,- (te vervangen door 160 dagen hechtenis), Hierbij
wordt aanvullend opgemerkt dat bij de executie van deze geldboete rekening wordt
gehouden met de verrekening van het conservatoire beslag op de personenauto
Citroen C4 kenteken [kenteken 1] (verkoopopbrengst € 4.109,-) en de personenauto Audi
S4 kenteken [kenteken 2] (verkoopopbrengst nog onbekend);
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De straf en/of de maatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 2 jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Geldboete
- veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 25.000,00;
- beveelt dat, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal volgt, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 160 dagen.
(art 420bis.l Wetboek van Strafrecht)