In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 10 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Wonen Limburg en [naam onderbewindgestelde], vertegenwoordigd door [gedaagden]. De eisende partij, Wonen Limburg, vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van [naam onderbewindgestelde] vanwege een schietincident dat op 27 april 2022 had plaatsgevonden. De huurder had met een luchtdrukwapen op de toegangsdeur van het appartementencomplex geschoten, wat leidde tot schade aan de deur en een onveilige situatie voor omwonenden. De kantonrechter oordeelde dat dit handelen in strijd was met de huurovereenkomst en dat de tekortkoming van de huurder de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter wees de vorderingen van Wonen Limburg toe, inclusief de veroordeling tot ontruiming binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. De proceskosten werden eveneens aan de zijde van Wonen Limburg toegewezen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders en de gevolgen van het niet naleven van de huurovereenkomst.