Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 11 maart 2024, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert de eiseres, die een woning huurt van de gedaagde, een verbod op de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van 28 juni 2023. Dit vonnis houdt in dat de huurovereenkomst voorwaardelijk is ontbonden en dat de eiseres de woning moet ontruimen indien zij de betalingsregeling niet nakomt. De eiseres heeft echter een deel van de betalingsregeling niet tijdig voldaan, wat de gedaagde heeft doen besluiten om de ontruiming aan te zeggen. De kantonrechter moet nu beoordelen of de executie van het vonnis van 28 juni 2023 moet worden verboden. De rechter overweegt dat de eiseres in gebreke is gebleven, maar dat de gedaagde geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij de executie. De kantonrechter oordeelt dat de belangen van de eiseres, die met twee minderjarige kinderen in de woning woont, zwaarder wegen dan de belangen van de gedaagde. De rechter wijst de vordering van de eiseres toe en verbiedt de ontruiming, terwijl de gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.