In deze zaak heeft eiseres, die grafrechten heeft op een begraafplaats, een verzoek ingediend om handhavend op te treden tegen de Parochie wegens de kap van twee taxusbomen. Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht heeft het verzoek afgewezen, maar later een herplant- en instandhoudingsplicht opgelegd. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. De rechtbank heeft eerst beoordeeld of eiseres als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat eiseres, ondanks de afstand tot de begraafplaats, als belanghebbende kan worden beschouwd vanwege haar grafrechten. De rechtbank heeft vervolgens de beroepsgronden van eiseres beoordeeld, waaronder de vraag of de taxusbomen terecht gekapt zijn en of de herplantplicht voldoende is. De rechtbank oordeelt dat de taxusbomen zonder vergunning zijn gekapt, wat een overtreding vormt. Echter, de rechtbank oordeelt dat de opgelegde herplantplicht voldoende is en dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.