ECLI:NL:RBLIM:2023:7629

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 oktober 2023
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
C/03/322845 / BZ RK 23/1917
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over klacht ex artikel 10:7 lid 1 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) met betrekking tot beperkingen van telefoongebruik, bezoek en bewegingsvrijheid

Op 30 oktober 2023 heeft de Rechtbank Limburg een beschikking gegeven in een zaak betreffende een klacht ingediend door FPC De Rooyse Wissel tegen de klachtencommissie van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De klacht was gericht tegen de opgelegde beperkingen van telefoongebruik, bezoek en bewegingsvrijheid van verweerder, die in een klinische setting verblijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de klachtencommissie op 13 september 2023 enkele klachten gegrond heeft verklaard, maar dat de opgelegde beperkingen niet voldeden aan het subsidiariteitsvereiste. Verweerder had op 8 augustus 2023 verontrustend materiaal op zijn telefoon, wat leidde tot de beslissing om verplichte zorg toe te passen. De rechtbank heeft de argumenten van verzoeker en verweerder gehoord en geconcludeerd dat de opgelegde beperkingen noodzakelijk waren gezien de ernst van de situatie en het risico op het wegmaken van bewijs. De rechtbank heeft de beslissing van de klachtencommissie vernietigd en de klacht van verweerder alsnog ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Familie en jeugd
Zaaknummer: C/03/322845 / BZ RK 23/1917
Beslissing over klacht ex artikel 10:7 lid 1 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Beschikking van 30 oktober 2023 van de rechtbank Limburg op het ingediende verzoekschrift van
FPC DE ROOYSE WISSEL,
hierna te noemen: verzoeker,
Wanssumseweg 12 A, 5807 EA Oostrum,
advocaat: mr. R.J.C. Goutier.
ter verkrijging van een beslissing over een klacht van
[verweerder] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979, ingediend bij de Regionale klachtencommissie Wvggz Limburg op 29 augustus 2023, hierna te noemen: verweerder.

1.Procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift met bijlagen ex artikel 10:7 lid 1 Wvggz, bij de griffie van deze rechtbank ontvangen op 3 oktober 2023;
  • het verweerschrift, bij de griffie van deze rechtbank ontvangen op 12 oktober 2023.
1.2.
Verweerder heeft bij brief klaagschrift van 29 augustus 2023 bij de klachtencommissie een klacht ingediend gericht tegen de beperking van het telefoongebruik, de beperking van ontvangst van bezoek, de beperking van de bewegingsvrijheid en het onderzoek van, kort gezegd, zijn kamer. Tevens heeft verweerder verzocht om een schadevergoeding, indien (een van) de klachten gegrond wordt verklaard.
1.3.
De klachtencommissie heeft op 13 september de klachten met betrekking tot de beperking van het telefoongebruik, de beperking van ontvangst van bezoek, de beperking van de bewegingsvrijheid gegrond verklaard. Er is wel voldaan aan de effectiviteit, het proportionaliteitsbeginsel en veiligheidsbeginsel maar niet aan het subsidiariteitsvereiste.
De klacht met betrekking tot onderzoek van, kort gezegd, zijn kamer is ongegrond verklaard. De beslissing omtrent een eventuele toekenning van een schadevergoeding is door de klachtencommissie aangehouden.
1.4.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2023. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • [naam stafjurist] , stafjurist en [naam hoofdbehandelaar] , hoofdbehandelaar, namens verzoeker waarbij tevens een pleitnota is overgelegd;
  • verweerder, bijgestaan door zijn advocaat mr. K.D. Regter.
2. Verzoek
2.1.
Verzoeker verzoekt bestreden beslissing van de klachtencommissie te vernietigen en opnieuw rechtdoende de klachten 1 t/m 3 inhoudelijk alsnog ongegrond te verklaren. Daartoe wordt het volgende aangevoerd.
Verzoeker kan zich niet verenigen met het feit dat volgens de klachtencommissie niet voldaan is aan het subsidiariteitscriterium nu er wel degelijk is onderzocht of een lichtere vorm van verplichte zorg bij verweerder mogelijk was. Dat was echter niet het geval en wel om de volgende redenen.
Uit het verweerschrift van 4 september 2023 dat bij de klachtencommissie is ingediend en
in de uitspraak van de klachtencommissie van 13 september 2023 blijkt, dat er op 8 augustus 2023 verontrustend materiaal op verweerders telefoon is gevonden. Diezelfde avond heeft verweerder tijdens een telefoongesprek met zijn vriendin het volgende geroepen: 'Je moet nu alles verwijderen, ook via Facebook, ze hebben kinderporno op mijn telefoon gevonden. Je moet ook zeggen dat het niet van mij afkomt en je moet een Nokia telefoon voor mij meenemen of ergens verstoppen als je morgen op bezoek komt'.
Vervolgens blijkt op 8 augustus 2023 omstreeks 17:52 uur, dat het wachtwoord van Facebook is gewijzigd. Dit is gebeurd nadat sociotherapie met verweerder over de gevonden beelden heeft gesproken, en nadat verweerder telefonisch contact heeft gehad met zijn vriendin.
Door onder andere het feit dat verweerder, zonder dat het behandelteam dit aan verweerder heeft benoemd, uit zichzelf aangeeft dat er kinderporno op zijn telefoon zou zijn gevonden en het feit dat na het telefoongesprek het wachtwoord op Facebook daadwerkelijk is gewijzigd, maakt dat het behandelteam zich genoodzaakt ziet verplichte zorg toe te passen. Omdat er op dat moment nog veel onduidelijk was en de kans op het wegmaken van contrabande aanzienlijk groot was, kon de zorgverantwoordelijke niet anders dan beslissen tot het toepassen van verplichte zorg in de vorm van het volledig beperken van de bewegingsvrijheid, telefoongebruik en bezoek (met uitzondering van geprivilegieerde contacten).
2.2.
Beperking van het telefoongebruik
Ten aanzien van de beperking van telefoongebruik was een lichtere vorm van verplichte zorg niet toereikend, daar verweerder, vrijwel meteen nadat het verontrustend materiaal op de telefoon van verweerder is gevonden, zijn vriendin telefonisch de opdracht heeft gegeven om zaken te verwijderen. Vervolgens blijkt ook daadwerkelijk dat het wachtwoord op Facebook is gewijzigd. Zoals ook al in het – voor de zitting van de klachtencommissie - ingediende verweerschrift naar voren is gebracht, namen de zorgen omtrent verweerder toe. Zo bleek hij een Apple ID en iCloud account te hebben waarvan verzoeker niet op de hoogte was en aldus was onduidelijk in hoeverre het gescreende netwerk van verweerder betrokken was bij zijn activiteiten. De telefoon van verweerder is voor nader onderzoek door de politie in beslag genomen.
Begeleid bellen van verweerders gehele netwerk was geen optie, daar verweerder tijdens het begeleid bellen snel iets tegen zijn netwerk kan zeggen, waardoor ingrijpen door sociotherapie altijd te laat zou zijn. Dat geldt eveneens voor contacten middels een Nokia telefoon. Bovendien bestaat er het risico op het spreken in codetaal, waardoor sociotherapie niet weet waar het over gaat. Dit alles bij elkaar maakte dat verzoeker niet anders kon dan het gebruik van de telefoon volledig te beperken, tot 17 augustus 2023.
2.3.
Beperking van ontvangst van bezoek
Omwille van het voorgaande is tevens op 9 augustus 2023 het ontvangen van bezoek volledig beperkt. Ook ten aanzien van de beperking van ontvangst van bezoek was een lichtere vorm van verplichte zorg niet toereikend, aangezien verweerder zijn vriendin na het aantreffen van het materiaal op de telefoon van verweerder, opdracht gegeven heeft om een andere telefoon voor hem mee te nemen of ergens te verstoppen tijdens het bezoek. Er was op dat moment nog veel onduidelijk. Zo was het niet duidelijk of, en wie er allemaal betrokken waren bij verweerders activiteiten. De vriendin van verweerder is beïnvloedbaar en kwetsbaar. De rechtbank heeft in haar tussenbeschikking van 21 augustus 2023 daarom geoordeeld dat 'het in ieder geval van belang is dat gedurende het politieonderzoek de contacten met haar kunnen worden beperkt ten einde haar te kunnen beschermen tegen oneigenlijke druk zijdens betrokkene en om inmenging te voorkomen'. Zo was begeleid bezoek van het gehele netwerk van verweerder niet mogelijk, daar verweerder tijdens het begeleid bezoek iets tegen zijn netwerk kan zeggen, waardoor ingrijpen door sociotherapie altijd te laat zou zijn. Bovendien bestaat er het risico op het spreken in codetaal, waardoor sociotherapie niet weet waar het over gaat.
2.4.
Beperking van de bewegingsvrijheid
Ook ten aanzien van de interne bewegingsvrijheid was een lichtere vorm van verplichte zorg niet toereikend, omdat het risico op het wegmaken van contrabande (telefoons) of het beïnvloeden van medepatiënten buiten de afdeling groter is en moeilijker te controleren. Het was immers volstrekt onduidelijk of verweerder contrabande in zijn bezit had en of hier netwerk en/of medepatiënten bij betrokken waren. Ook bij het verlaten van de afdeling onder begeleiding van sociotherapie bleef dit risico op het wegmaken van contrabande aanwezig. Immers, het is eenvoudig om een kleine gegevensdrager ergens te deponeren of neer te leggen voor een betrokken medepatiënt. Daarnaast is er tijdens de werkblokken wel toezicht, maar die is beperkt in tegenstelling tot op de afdeling. Op de afdeling kan er beter toezicht op verweerders bezigheden worden gehouden.
2.5.
De conclusie is dan ook om de klachten alsnog volledig ongegrond te verklaren.
2.6.
Op de zitting heeft de verzoeker de standpunten herhaald en in aanvulling daarop aangegeven dat lichtere vormen van verplichte zorg (het onder begeleiding bellen van ouders en partner en bezoek ontvangen en zich onder begeleiding bewegen binnen de kliniek) niet mogelijk waren. Dit is onderzocht maar onvoldoende bevonden.
Reden om het telefoongebruik van betrokkene te beperken waren het feit dat de vriendin opdracht is gegeven om het wachtwoord op Facebook te wijzigen, hetgeen ook daadwerkelijk is gebeurd, en het feit dat deze vriendin kwetsbaar en beïnvloedbaar is en onduidelijk was in hoeverre het netwerk van betrokkene betrokken was bij zijn activiteiten. Daarbij is ook van belang dat ook onder begeleiding beïnvloeding kan plaatsvinden voordat kan worden ingegrepen. Dat betekent dat een lichtere vorm van zorg niet mogelijk was.
Het bezoek moest worden beperkt omdat dit contrabande zou kunnen meenemen voor betrokkene. De bewegingsvrijheid is beperkt omdat er onvoldoende toezicht zou kunnen worden gehouden en onduidelijk was in hoeverre medepatiënten betrokken waren. Tevens zijn er meerdere tegenstrijdige verklaringen afgelegd door betrokkene over zijn onbegeleid verlof en hij niet als open en eerlijk wordt gezien. Het continueren van verloven is dan onverantwoord.
3. Verweer
3.1.
Effectiviteitscriterium
Verweerder is het niet eens met de conclusie van de klachtencommissie dat de opgelegde beperkingen effectief zijn, omdat de maatregelen vooral zien op het wegmaken van gegevens op een telefoon die al was ingenomen.
3.2.
Subsidiariteitscriterium
Ten aanzien van dit criterium stelt verweerder als volgt.
Verweerder betwist dat op 8 augustus 2023 kinderporno zou zijn aangetroffen op de telefoon. Tevens betwist verweerder dat na telefonisch contact met zijn partner, het wachtwoord van zijn Facebook-account is veranderd. Er is volgens verweerder ook geen kinderporno op zijn telefoon aangetroffen.
Verweerder heeft verder aangevoerd dat de beslissing geen bezoek toe te laten álle bezoek betrof, terwijl tijdens de behandeling van de klacht door de klachtencommissie, door verzoeker mondeling werd gezegd dat deze beperking alleen zijn partner betrof en niet ook bijvoorbeeld zijn vader. Daarmee staat wat verweerder betreft al vast dat de maatregel in strijd met de uitgangspunten van de Wvggz is genomen.
Met een smartphone kan gebruik worden gemaakt van internet. Met een oude “Nokia” kan dat niet, daar kan alleen mee worden gebeld. Verzoeker had kunnen overwegen alleen een dergelijke telefoon toe te staan, zodat verweerder (tijdelijk) niet zou kunnen internetten, maar heeft dat niet overwogen. Ook daarom voldoet de maatregel niet aan het subsidiariteitscriterium.
3.3.
Beperking van telefoongebruik tot 17 augustus 2023
Er wordt door verzoeker gesteld dat verweerder bij eventueel telefonisch contact snel of in codetaal opdrachten zou kunnen geven. Verweerder heeft nooit codetaal gebruikt en heeft geen stiekeme opdrachten aan zijn partner gegeven.
3.4.
Beperking ontvangst van bezoek
Verweerder stelt dat het gevaar voor collusie, waar verzoeker voor vreest, niet reëel is aangezien vóór en na afloop van elk begeleid én onbegeleid bezoek, zowel bezoek als de patiënt, in de kliniek worden onderzocht op contrabande.
3.5.
Beperking interne en externe bewegingsvrijheid
Verweerder vraagt zich af op welke manier er nog collusie kon plaatsvinden of verweerder (kleine) gegevensdragers kon verstoppen aangezien de telefoon van verweerder was ingenomen ten behoeve van onderzoek en verweerder geen andere gegevensdragers in zijn bezit had. Verweerder bestrijdt dat hij tegenstrijdige verklaringen geeft en onbetrouwbaar is.
Verweerder is van mening dat de klachtencommissie op juiste gronden is gekomen tot haar beslissing en verzoekt de rechtbank deze te bevestigen.

4.Beoordeling

4.1.
De rechtbank stelt allereerst vast dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek, aangezien zijn verzoekschrift binnen de in artikel 10:7 lid 2 Wvggz gestelde termijn bij de rechtbank is ingediend.
4.2.
Vooraf constateert de rechtbank dat het verzoek zich richt tegen het oordeel van de klachtencommissie dat niet is voldaan aan het subsidiariteitsvereiste ten aanzien van de beperkingen en op grond daarvan de klachten (geheel) inhoudelijk gegrond zijn. Verweerder heeft ter zitting verzocht de beslissing van de klachtencommissie te bekrachtigen en heeft geen zelfstandige klacht ingediend tegen het oordeel van de klachtencommissie dat niet is voldaan aan het effectiviteitsvereiste. Gelet daarop zal de rechtbank, onder overneming en bekrachtiging van hetgeen de klachtencommissie heeft opgemerkt over het effectiviteitsvereiste, het proportionaliteitsvereiste en de veiligheid, enkel een oordeel geven over het al dan niet voldoen aan het subsidiariteitsvereiste. Dat betekent dat de rechtbank enkel de daarop betrekking hebbende argumenten zal bespreken. Ter zitting is voorts veel gesproken over de relatie van verweerder met zijn vriendin. Vast staat dat het verweerder vrij staat een relatie te hebben met iemand van zijn keuze. Wel is van belang op te merken dat zijn vriendin als kwetsbaar en beïnvloedbaar is aan te merken, gelet op hetgeen verzoeker daaromtrent heeft aangegeven, hetgeen door verweerder ook niet is betwist. Dat gegeven zal de rechtbank meenemen in haar beslissing en voor het overige wat daaromtrent is aangevoerd niet relevant voor de te nemen beslissing die enkel gaat over de vraag of op 9 augustus 2023 de vormen van verplichte zorg genomen hadden kunnen worden zoals ze zijn genomen.
4.3.
Het subsidiariteitsvereiste houdt in dat bij het inzetten van vormen van verplichte zorg, indien en voor zover mogelijk, de voor de patiënt (verweerder) minst ingrijpende middelen moeten worden toegepast.
Volgens de klachtencommissie is onvoldoende onderzocht of met de inzet van een lichtere vorm van zorg zou kunnen worden volstaan. Bellen, bezoek ontvangen en kunnen bewegen binnen de kliniek, zou ook onder begeleiding kunnen.
4.4.
De vraag die moet worden beantwoord is of verweerder voldoende heeft onderbouwd dat er geen andere, minder vergaande vormen van verplichte zorg mogelijk waren en terecht heeft overwogen dat niet had kunnen worden volstaan met het
onder begeleidingtelefoneren, bezoek ontvangen en bewegen binnen en buiten de kliniek.
Voor het antwoord op deze vraag zijn de volgende omstandigheden van belang.
Verweerder heeft een gemaximeerde Tbs-maatregel gekregen voor het bezit van kinderporno grafisch materiaal en seksuele delicten met minderjarigen. Bij hem is sprake van een pedofiele stoornis. De Tbs-maatregel is na vier jaar omgezet in een verblijf op grond van een zorgmachtiging omdat er nog steeds een risico bestaat dat verweerder zichzelf, maar ook anderen ernstig nadeel berokkent hetgeen voortkomt uit zijn psychische stoornis.
Op de telefoon van verweerder is op 8 augustus 2023 verontrustend materiaal gevonden, reden voor de kliniek om de telefoon in te nemen en over te dragen aan de politie. Vlak nadat dit materiaal was ontdekt en dit met verweerder was besproken door de sociotherapeut, is gehoord dat verweerder belt met zijn vriendin en haar vraagt om het wachtwoord van zijn Facebook account te wijzigen aangezien hierop kinderporno is gevonden. Direct daarop blijkt dat het wachtwoord van zijn Facebook account daadwerkelijk is gewijzigd, waarschijnlijk door zijn vriendin. Een dag later blijkt verweerder een iCloud account en een Apple ID te hebben hetgeen door verweerder wordt ontkend. Hieruit concludeert verzoeker dat verweerder niet open, eerlijk en betrouwbaar is. Zijn vriendin, waarmee hij veel en lang belt, wordt als kwetsbaar en beïnvloedbaar gezien. Tevens is op dat moment onduidelijk in hoeverre zijn netwerk of eventuele anderen binnen de kliniek, betrokken zijn bij zijn activiteiten. Dat geldt dan voor alle vormen van zorg: het bellen, het bezoek maar ook de bewegingsvrijheid.
Nu ook blijkt dat deze beperkingen al vrij snel gefaseerd verminderd of zelfs opgeheven zijn, vermag de rechtbank niet in te zien hoe verzoeker anders had kunnen en moeten handelen. Kinderporno op een telefoon is een ernstige zaak, zeker gelet op de persoon van verweerder. Dat betekent dat verzoeker op de juiste grond heeft geoordeeld dat deze vergaande vormen van zorg noodzakelijk waren.
4.5.
Op grond van het voorgaande zal de rechtbank het verzoek van verzoeker om de bestreden beslissing van de klachtencommissie te vernietigen gegrond verklaren.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1.
vernietigt de bestreden beslissing van de klachtencommissie en verklaart de klacht van verweerder (betrokkene) alsnog ongegrond.
Deze beschikking is gegeven op 30 oktober 2023 door mr.drs. C.M.J. van den Acker, rechter, bijgestaan door P.C.H. van Montfort als griffier
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
Indien het uitsluitend gaat om de afwijzing van het verzoek tot toekenning van schadevergoeding staat op grond van artikel 358 lid 1 Rv wel hoger beroep open.
(zie HR 14-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7590)