4.6.Dit alles voorop stellende, ziet de kantonrechter zich mede aan de hand van het gevoerde verweer voor de vraag gesteld of de gestelde tekortkomingen voldoende zijn komen vast te staan en, zo ja, of deze op zichzelf of in onderlinge samenhang een ontbinding kunnen rechtvaardigen.
a. het met regelmaat veroorzaken van ernstige geluidsoverlast
4.6.1.Weller stelt dat in de nachtelijke uren wordt geschreeuwd en met deuren wordt geslagen. Ter onderbouwing ligt er één melding van [naam 1] van 25 oktober 2022, ruim ná de sommatiebrief. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist de geluidsoverlast bij gebreke van (anders dan de verklaring van [naam 1] : objectief) bewijs en deze betwisting treft daarmee doel.
b. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en met name [naam zoon] vertonen treiter- en pestgedrag jegens omwonenden
4.6.2.Weller geeft aan dat sprake is van het omver gooien van de kliko. Dit is verder niet toegelicht of onderbouwd. De kantonrechter maakt uit de stukken op dat [naam 1] hierover één keer (en pas) in september 2022 concreet heeft geklaagd in de zin dat [naam zoon] de kliko heeft omgegooid en wel met als reden dat [naam zoon] vond dat deze te dicht op de erfgrens stond. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] brengt bij antwoord hiertegen in dat [naam 1] stelselmatig zijn kliko op het perceel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] plaatst en zelfs tegen haar auto. Hiertoe is een foto ingebracht waaruit is op te maken dat een kliko dicht(er) tegen de rode auto aan staat dan tegen de grijze auto (van [naam 1] ). Weller is hier vervolgens niet meer op ingegaan. Wel is een verklaring ingebracht van (de vriendin van) [naam 1] van 5 december 2022 waarin zij verklaart dat [naam zoon] de kliko zou hebben verplaatst naar de garagedeur van [naam 1] en dat de vriendin deze daarop weer heeft teruggeplaatst naar rechts bij de voordeur (waarvan een foto is ingebracht) waarop [naam zoon] op zijn beurt boos zou hebben gereageerd. De kantonrechter constateert aan de hand van de foto dat de kliko deels op de erfgrens staat. De kantonrechter vermag niet in te zien waarom de kliko juist hier wordt neergezet (en niet links voor de voordeur of ergens voor de garagepoort - blijkens de foto’s is er plek genoeg), anders dan om te provoceren.
4.6.3.Weller verwijt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het niet meewerken aan het afronden door de buren van verbouwingswerkzaamheden door geen toegang aan deze buren te geven tot de tuin. Dit is verder niet toegelicht. De sommatiebrief van 18 juli 2022 ziet er niet op. Wel staat in die brief dat er nog afspraken gemaakt moeten worden over het afwerken van de aanbouw, niet meer en niet minder. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist bij antwoord dat zij niet zou meewerken. Zij stelt, en onderbouwt, dat zij bij brief van 17 juli 2022 al aan [naam 1] heeft meegedeeld dat zij niet de eigenaar is van de muur en dat [naam 1] toestemming nodig heeft van Weller. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt verder dat zij nimmer van Weller heeft vernomen dat [naam 1] toestemming zou hebben gekregen. Weller is hier vervolgens niet meer op ingegaan. Wel heeft Weller verklaringen ingebracht van [naam 1] van april 2023, maar Weller is ook hier niet meer op ingegaan. Bovendien laat de inhoud ervan de uitleg van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onverlet waarmee niet kan worden aangenomen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet zou meewerken, laat staan zou zijn gesommeerd om mee te werken.
4.6.4.Weller geeft aan dat [naam zoon] met de auto is ingereden op zijn directe buurman, zonder dit verder toe te lichten of te onderbouwen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] brengt bij antwoord hiertegen in dat objectief bewijs geheel ontbreekt. Weller heeft hier niet meer op gereageerd. Er bevinden zich geen aangiftes van een dergelijk voorval bij de stukken. Daarmee kan niet als vaststaand worden aangenomen dat [naam zoon] op enig moment op [naam 1] is ingereden.
d. in onderbroek op straat lopen
4.6.5.Weller geeft aan dat [naam zoon] in zijn onderbroek op straat blijkt rond te lopen. In de dagvaarding is dit niet toegelicht of onderbouwd. Wel bevindt zich bij de stukken een klacht van [naam 3] van 6 oktober 2022 waarin is aangegeven dat dit 2,5 jaar geleden zou zijn gebeurd. Dit verwijt is in de (eerdere) sommatiebrief opgenomen.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat [naam zoon] in zijn onderbroek op straat heeft rondgelopen. Weller is hier niet meer op ingegaan. Zo is gesteld noch gebleken dat andere omwonenden hierover hebben geklaagd. Daarmee kan niet als vaststaand worden aangenomen dat [naam zoon] (meer dan eens) in zijn onderbroek op straat heeft rondgelopen, laat staan nog na de sommatiebrief.
e. de auto’s van [naam 1] en zijn vriendin worden met regelmaat klemgezet
4.6.6.Weller verwijt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het met regelmaat klemzetten van de auto’s van de buren. Dit is ook opgenomen in de sommatiebrief. Afgezien van (subjectieve) verklaringen van [naam 1] , is een foto ingebracht waarop is te zien dat een gele auto dicht tegen de bestuurderszijde van een rode auto staat geparkeerd, een foto waarbij de gele auto dicht tegen de bestuurderszijde van een grijze auto aanstaat en een foto waarin een rode auto tegen de bestuurderszijde van de grijze auto aanstaat. Vervolgens is op een foto te zien dat juist de gele auto staat ingeparkeerd door een werkauto. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] brengt bij antwoord hiertegen in dat Weller de feiten anders doet voorkomen dan ze zijn. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wijst ten eerste erop dat er niets aan de hand zou zijn indien [naam 1] zijn auto voor zijn garage, en niet voor zijn voordeur, parkeert en als [naam 1] zijn auto vooruit parkeert (met de bijzitterskant aan de kant van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ). [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onderbouwt vervolgens met een foto dat [naam 1] zijn auto dicht op de erfgrens parkeert (terwijl er alle ruimte is om de auto voor de garage te parkeren). Weller is niet meer ingegaan op de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geschetste feiten. Uit de door Weller ingebrachte foto’s is op te maken dat [naam 1] de auto toen (inderdaad) zo had geparkeerd, dat hij aan de kant van de perceelgrens dient in en uit te stappen. Gelet op de verhouding tussen partijen, had van [naam 1] verwacht mogen worden dat hij zijn auto voor zijn garage zou parkeren, dan wel zodanig dat hij op zijn eigen erf kon in- en uitstappen, waarmee geen ongewenst gedrag zou worden uitgelokt waarover vervolgens geklaagd wordt. In de bij akte ingebrachte verklaringen wordt nog erop gewezen dat [naam zoon] zijn auto op de erfgrens met de andere buurman heeft geparkeerd, maar die buurman heeft hier kennelijk geen problemen mee.
f. medewerkers worden consequent beticht van leugens
4.6.7.Weller geeft aan dat medewerkers van Weller “consequent” worden beticht van leugens, maar enige toelichting of onderbouwing ontbreekt zodat de aard en ernst niet kan worden vastgesteld. Uitsluitend aan de hand van de stellingen in reconventie, begrijpt de kantonrechter dat Weller doelt op uitlatingen van [naam zoon] richting [naam technisch medewerker] , maar die uitlatingen liggen genuanceerder omdat [naam zoon] stelt dat [naam technisch medewerker] zijn afspraken niet nakomt. Tijdens de huisbezoeken zou een en ander zijn besproken maar vervolgens niet op papier zijn vastgelegd. Dit verwijt dient daarmee in het juiste kader te worden geplaatst. De sommatie ziet er ook niet op en ook anderszins is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nimmer te verstaan gegeven het gedrag op dit punt te wijzigen.
g. medewerkers van het door Weller ingeschakelde aannemersbedrijf wordt de toegang geweigerd
4.6.8.Weller geeft aan dat [naam zoon] werkmannen van Weller op uiterst onplezierige wijze de deur heeft uitgezet omdat de werkmannen alles fout zouden doen. Verwezen is naar een e-mailbericht van [naam technisch medewerker] van 8 maart 2022 aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . [naam zoon] zou zich hebben bediend van dreigende en intimiderende taal. Voor dit laatste is verwezen naar productie 3, zijnde een klacht van [naam 3] . Uit genoemd e-mailbericht van [naam technisch medewerker] is op te maken dat [naam zoon] heeft aangegeven het niet eens te zijn met de gang van zaken en om die reden de aannemer heeft geweigerd (er wordt niets gesteld over een onheuse bejegening) en dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] contact dient op te nemen voor het maken van een nieuwe afspraak. In de dagvaarding is niet uiteengezet hoe een en ander verder is verlopen, maar in reconventie zijn partijen hier wel op ingegaan.
a. wegsturen schilder op uiterst grove, agressieve en intimiderende wijze
4.6.9.Weller stelt in de dagvaarding dat het onrechtmatige gedrag blijft continueren en verwijst hiervoor naar een incident in augustus 2022 met een schilder. Dit is niet verder onderbouwd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zou vervolgens hebben geweigerd om een afspraak te maken voor het afronden van de werkzaamheden, maar ook dit is niet onderbouwd. De sommatie ziet ook niet op het zich onthouden van onheuse uitlatingen aan medewerkers van Weller (of door Weller ingeschakelde personen) en evenmin op het meewerken aan het afronden van de werkzaamheden. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist niet in augustus 2022 de schilder te hebben weggestuurd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geeft hiervoor als verklaring dat de schilder onaangekondigd voor de deur stond en dat van tevoren al uitdrukkelijk was verzocht om concrete afspraken te maken. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] lag op dat moment met een dubbele longontsteking op bed. Dit incident dient hiermee te worden genuanceerd.
4.6.10.Weller stelt dat [naam zoon] in augustus 2022 aangifte heeft gedaan tegen [naam 3] wegens belediging zonder dat [naam 3] enig wangedrag heeft vertoond. Dit is verder niet toegelicht. Uit de stukken kan worden opgemaakt dat [naam 3] hierover heeft geklaagd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] brengt hier - terecht - tegen in dat Weller (zelf) niet kan beoordelen of de aangifte vals was en bovendien dat een aangifte door [naam zoon] tegen [naam 3] haar niet is toe te rekenen in de huurrechtelijke relatie met Weller.
c. en d. omwonenden worden constant bekeken of begluurd, worden “begroet” met een middelvinger en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kan het niet nalaten om te roddelen en onjuiste informatie te verspreiden
4.6.11.Weller heeft dit niet toegelicht. Weller baseert zich ook hier kennelijk op klachten van de kant van [naam 1] over [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Concrete voorbeelden zijn nauwelijks gegeven. De overlast moet naar objectieve maatstaven vast te stellen zijn en staat los van de verdraagzaamheid van de klager. Bepaalde gedragingen hebben buren van elkaar te accepteren. Niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onrechtmatige overlast bezorgt.
f. het uiten van bedreigingen
4.6.12.Weller stelt dat [naam zoon] in september 2022 (wederom) bedreigingen heeft geuit. Verwezen is naar een klacht van [naam 1] , dat [naam zoon] bij een incident op de weg een snijdende beweging rond zijn nek heeft gemaakt. Blijkens die klacht zou toen met de politie zijn gesproken (nadat juist [naam zoon] de politie heeft gebeld). Er zijn geen objectieve stukken ingebracht waaruit is op te maken dat sprake zou zijn van bedreiging door [naam zoon] .
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist de verklaring van [naam 1] in de zin dat hierin niet wordt weergegeven wat werkelijk is gebeurd. Bovendien wijst [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] terecht erop dat dit heeft plaatsgevonden op de openbare weg. Dit kan daarmee hoe dan ook voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen wanprestatie opleveren.
4.6.13.Weller stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] eind september 2022 een puinhoop in haar tuin heeft gedeponeerd (met het risico op ratten). Verwezen is naar foto’s waaruit op het eerste gezicht is op te maken dat het vooral gaat om houtafval (maar niet om zakken huisvuil en dergelijke). [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] brengt bij antwoord hiertegen in dat de gestelde puinhoop niets anders betreft dan houten kastdelen, die Weller zou afvoeren. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt, en onderbouwt met een e-mail van Weller van 9 februari 2022, dat Weller heeft aangegeven dit op zich te nemen. Dat Weller de kasten niet heeft opgeruimd, is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet aan te rekenen, aldus [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Weller heeft hier niet meer op gereageerd, zodat aangenomen wordt dat het om die kasten gaat. Wel is een klacht ingebracht van 23 februari 2023 van (de vriendin van) [naam 1] over de vuilnisbelt die er al weken ligt te stinken en ongedierte, maar de kantonrechter constateert dat dit dezelfde foto is die zich al bij de dagvaarding bevindt (welke foto dus niet van februari 2023 is, wat ook te zien is aan de zomerbloeiers die op de foto nog in bloei staan). Als vaststaand is aan te nemen dat zich op enig moment oude kasten in de tuin bevonden (of nog altijd bevinden), waarvoor evenwel een plausibele verklaring is gegeven. Naar objectieve maatstaven is niet vast te stellen dat de woonomgeving stankoverlast of last van ongedierte ondervindt. Niet is komen vast te staan dat sprake is van afval dat overlast kan geven voor omwonenden, behalve misschien een wat minder fraai uitzicht. Uiteindelijk zijn partijen het er ook over eens dat de kasten uit de tuin moeten worden verwijderd. De kantonrechter gaat ervan uit dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hieraan haar medewerking zal verlenen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is overigens nimmer gesommeerd hieraan haar medewerking te verlenen of, bij het (toerekenbaar) niet toelaten van medewerkers, de kasten zelf te doen verwijderen.