ECLI:NL:RBLIM:2023:7199

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
C/03/315974 / HA ZA 23-141
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vorderingen in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap en Duitse rechtspersonen

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Limburg op 6 december 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen de besloten vennootschap EUROTRANSPORT BETON NEDERLAND B.V., ook bekend als Yellowdozer, en de Duitse rechtspersonen ALFA CONSTRUCTION EQUIPMENT GMBH en BWVU GMBH. De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres toegewezen na het niet nemen van een conclusie van antwoord door de gedaagden. De eiseres vorderde onder andere een bedrag van € 139.868,- en een wekelijks bedrag van € 6.800,- aan huurderving, alsook de kosten van het gelegde conservatoire beslag en de buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank oordeelde dat de vordering deugdelijk was toegelicht en dat de gedaagden, die geen nieuwe advocaat hadden gesteld, niet in de gelegenheid waren geweest om de vordering te weerspreken. De rechtbank heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief de beslagkosten en proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer / rolnummer: C/03/315974 / HA ZA 23-141
Vonnis van 6 december 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROTRANSPORT BETON NEDERLAND B.V.,
tevens h.o.d.n. Yellowdozer,
gevestigd te Sittard,
eiseres (in de hoofdzaak),
advocaat mr. R.L.G.J. Eikelboom te Maastricht,
tegen
1. de rechtspersoon naar Duits recht
ALFA CONSTRUCTION EQUIPMENT GMBH,
gevestigd te Edenkoben (Duitsland)
2. de rechtspersoon naar Duits recht
BWVU GMBH,
gevestigd te Edenkoben, Duitsland,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats 1] ,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagden (in de hoofdzaak),
geen advocaat meer gesteld hebbende.
Eiseres zal hierna “Yellowdozer” worden genoemd. Gedaagden zullen hierna gezamenlijk “Alfa c.s.” en individueel “Alfa”, “BWVU”, “ [gedaagde sub 3] ” en “ [gedaagde sub 4] ” worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure is als volgt.
1.2.
Op 23 augustus 2023 heeft deze rechtbank incidenteel vonnis gewezen, waarbij de hoofdzaak naar de rol van 4 oktober 2023 is verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord door Alfa c.s.. Mr. Griffioen heeft vervolgens, blijkens een B2-formulier binnengekomen op 14 september 2023, de rechtbank bericht zich te onttrekken als advocaat. Deze onttrekking is op de roldatum van 20 september 2023 verwerkt. Na de onttrekking is de zaak blijkens de rolkaart verwezen naar een roldatum van twee weken later voor het door Alfa c.s. stellen van een nieuwe advocaat. Op die roldatum heeft zich geen nieuwe advocaat gesteld. Op 18 oktober 2023 heeft Yellowdozer om vonnis gevraagd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vordering

2.1.
Yellowdozer vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij vooraad:
I. alle gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander wordt geacht te zijn gekweten, zal veroordelen om aan Yellowdozer een bedrag van € 139.868,- ineens te betalen (openstaande posten tot en met 13 januari 2023), en daarnaast (vanaf 16 januari – de rechtbank begrijpt 16 januari 2023 – en iedere daaropvolgende week totdat de graafmachines door Alfa c.s. aan Yellowdozer zijn teruggegeven) aan Yellowdozer een bedrag van € 6.800,- per week ten titel van huurderving te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 13 januari 2023,
II. alle gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander wordt geacht te zijn gekweten, zal veroordelen in de kosten van het gelegde conservatoire beslag te weten:
a. de kosten van de deurwaarder (exploten en overige kosten) – p.m.,
b. de griffierechten p.m.,
III. alle gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander wordt geacht te zijn gekweten, zal veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten, de kosten van dit geding, alsmede in de op het te wijzen vonnis betrekking hebbend executiekosten, de nakosten daaronder begrepen.
2.2.
Yellowdozer legt aan haar vordering – samengevat en naar de rechtbank begrijpt – het volgende ten grondslag. Op grond van in totaal negen tussen Yellowdozer en Alfa en Yellowdozer en BWVU gesloten huurovereenkomsten, heeft Yellowdozer machines (waaronder graafmachines, knikdumpers, laadschopmachines etc.) ter beschikking gesteld aan Alfa en BWVU. Omdat Alfa en BWVU niet voldeden aan een aanzienlijk deel van hun betalingsverplichtingen, heeft Yellowdozer de huurovereenkomsten opgezegd. Yellowdozer heeft de machines vervolgens echter niet terugontvangen, waardoor zij schade heeft geleden en nog steeds lijdt in de vorm van gederfde huurpenningen. [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] zijn als bestuurders van Alfa en BWVU persoonlijk aansprakelijk voor de door Yellowdozer geleden schade. De gedragingen van [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] kwalificeren als een onrechtmatige daad jegens Yellowdozer. [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] hebben doelbewust misbruik gemaakt van de wanprestatie van Alfa en BWVU, omdat zij hebben bewerkstelligd en toegelaten dat Alfa en BWVU de huurovereenkomsten niet meer konden nakomen, aldus nog steeds Yellowdozer.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank is van oordeel dat Yellowdozer haar vordering deugdelijk heeft toegelicht. Die toelichting kan de vordering dragen. Alfa c.s. zijn in de gelegenheid gesteld om de vordering in de hoofdzaak te weerspreken, maar hebben, om voor hun rekening komende redenen, geen gebruik gemaakt van die gelegenheid. De vordering zal daarom, als zijnde niet-weersproken, worden toegewezen.
3.2.
Yellowdozer vordert Alfa c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 2.925,90 (€ 676,00 griffierecht, € 1.880,00 salaris advocaat en € 369,90 explootkosten).
3.3.
Alfa c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Yellowdozer worden begroot op:
- dagvaarding € 104,02
- griffierecht 5.061,00 ( € 5.737,00 minus € 676,00)
- salaris advocaat
1.880,00(1,0 punt × tarief € 1.880,00)
Totaal € 7.045,02
3.4.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. Daarin ziet de rechtbank aanleiding de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling te vermelden (vergelijk HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rov. 2.3).

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
veroordeelt Alfa c.s. hoofdelijk, des de een betalend de ander wordt geacht te zijn gekweten, om aan Yellowdozer ineens te betalen een bedrag van € 139.868,-, en daarnaast vanaf 16 januari 2023 en iedere daaropvolgende week totdat de graafmachines door Alfa c.s. aan Yellowdozer zijn teruggegeven, een bedrag te betalen aan Yellowdozer van
€ 6.800,- per week ten titel van huurderving, vermeerderd met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 13 januari 2023 tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt Alfa c.s. hoofdelijk, des de een betalend de ander wordt geacht te zijn gekweten, in de beslagkosten tot op heden begroot op € 2.925,90.
4.3.
veroordeelt Alfa c.s. hoofdelijk, des de een betalend de ander wordt geacht te zijn gekweten, in de proceskosten, aan de zijde van Yellowdozer tot op heden begroot op € 7.045,02.
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2023. [1]

Voetnoten

1.type: DS