Yellowdozer vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij vooraad:
I. alle gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander wordt geacht te zijn gekweten, zal veroordelen om aan Yellowdozer een bedrag van € 139.868,- ineens te betalen (openstaande posten tot en met 13 januari 2023), en daarnaast (vanaf 16 januari – de rechtbank begrijpt 16 januari 2023 – en iedere daaropvolgende week totdat de graafmachines door Alfa c.s. aan Yellowdozer zijn teruggegeven) aan Yellowdozer een bedrag van € 6.800,- per week ten titel van huurderving te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 13 januari 2023,
II. alle gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander wordt geacht te zijn gekweten, zal veroordelen in de kosten van het gelegde conservatoire beslag te weten:
a. de kosten van de deurwaarder (exploten en overige kosten) – p.m.,
b. de griffierechten p.m.,
III. alle gedaagden, ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander wordt geacht te zijn gekweten, zal veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten, de kosten van dit geding, alsmede in de op het te wijzen vonnis betrekking hebbend executiekosten, de nakosten daaronder begrepen.