Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 28 november 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de weigering van het UWV om hem een WIA-uitkering toe te kennen. Eiser, die zich op 10 februari 2020 ziekmeldde, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, maar het UWV oordeelde dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiser was het niet eens met deze beslissing en voerde aan dat zijn medische situatie, waaronder PTSS en andere klachten, niet correct was beoordeeld. De rechtbank heeft de zaak op 7 november 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van het UWV aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiser op 7 februari 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank vond dat de medische beoordeling door de arts bezwaar en beroep (B&B) overtuigend was en dat er geen aanleiding was om een deskundige te benoemen. Eiser had onvoldoende medische informatie overgelegd om zijn standpunt te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat het UWV op basis van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 1 juni 2022 terecht had geoordeeld dat eiser in staat was om arbeid te verrichten, rekening houdend met zijn beperkingen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen recht had op de gevraagde WIA-uitkering en dat de proceskosten niet vergoed zouden worden.