[eiser] vordert bij vonnis in kort geding, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te verbieden om zich na betekening van het in dezen te wijzen vonnis gedurende een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de uitspraak van dit vonnis, op te houden in de directe omgeving van de woning van [eiser] aan de [adres] te [woonplaats 1] , welk gebied wordt begrensd door de [straatnaam 1] , [straatnaam 2] en [straatnaam 3] , althans een gebied met een zodanige begrenzing als de voorzieningenrechter geraden zal voorkomen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 750,- voor iedere overtreding van dat verbod tot een maximum van € 25.000,-, althans een bedrag door u in redelijkheid vast te stellen, zulks eveneens met machtiging van [eiser] om [gedaagde] , desnoods met behulp van de sterke arm, te doen verwijderen bij overtreding van dit verbod;
II. [gedaagde] te verbieden om zich gedurende een periode van twee jaar na betekening van dit vonnis direct of indirect, persoonlijk dan wel telefonisch, dan wel schriftelijk of via internet of enig ander berichtenverkeer of op enige andere manier [eiser] te benaderen of via derden toenadering tot [eiser] te zoeken, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 750,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, per dag en/of dagdeel met een maximum van € 25.000,-, althans een in goede justitie te bepalen maximum, voor iedere tekortkoming in deze, zulks eveneens met machtiging van [eiser] om [gedaagde] , desnoods met behulp van de sterke arm, te doen verwijderen bij overtreding van dit verbod;
III. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding, te vermeerderen met salaris advocaat en de nakosten, een en ander te voldoen binnen een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis en – voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen een gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.