Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting Heemwonen en een gedaagde huurder. De gedaagde, die sinds 1975 in de woning woont, is de zoon van de overleden huurder. Na het overlijden van zijn vader op 22 januari 2023 heeft de gedaagde geen verzoek ingediend om medehuurder te worden en heeft hij ook geen vordering tot voortzetting van de huurovereenkomst ingesteld. Heemwonen vordert ontruiming van de woning, omdat de gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet tijdig heeft gereageerd op de brieven van Heemwonen en dat hij onvoldoende heeft onderbouwd waarom de termijn van zes maanden, zoals bedoeld in artikel 7:268 BW, niet zou moeten gelden. De rechter heeft geoordeeld dat de belangen van Heemwonen zwaarder wegen dan die van de gedaagde, en heeft de ontruiming van de woning per 1 januari 2024 bevolen. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.050,85. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.