Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 oktober 2023 in de zaken tussen
[eiser 1] ,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren
[naam vergunninghouder]uit [woonplaats] (vergunninghouder)
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een schuilgelegenheid. De vergunninghouder had op 23 juni 2021 een aanvraag ingediend voor de bouw van een schuilgelegenheid voor schapen op een agrarisch perceel. De gemeente verleende de vergunning met toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid op grond van het facetbestemmingsplan Deregulering. Eisers, bewoners van de nabijgelegen percelen, hebben tegen deze beslissing beroep ingesteld, omdat zij van mening zijn dat niet aan de voorwaarden voor de afwijking van het bestemmingsplan is voldaan.
De rechtbank heeft de beroepen van eisers ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de gemeente bevoegd was om de omgevingsvergunning te verlenen en dat zij in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid zijn nageleefd, waaronder de toegestane oppervlakte van de schuilgelegenheid en de landschappelijke inpassing. De rechtbank heeft ook de argumenten van eisers over de nabijheid van de schuilgelegenheid tot hun percelen en de vrees voor overlast van de schapen verworpen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank concludeert dat de vergunning rechtmatig is verleend en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.