Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
4.
[gedaagde sub 4],
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een erfrechtelijk geschil na het overlijden van erflaatster op [overlijdensdatum]. Erflaatster was eerder gehuwd en had uit dat huwelijk kinderen, waaronder eiseres en gedaagden. Bij testament heeft zij bepaalde erfgenamen benoemd en anderen onterfd. Eiseres, gedaagde sub 4 en gedaagde sub 3 hebben een beroep gedaan op hun legitieme portie, wat leidt tot een geschil over de omvang van de legitimaire massa. De rechtbank heeft op 2 oktober 2023 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij partijen overeenstemming hebben bereikt over de omvang van de legitimaire massa. Eiseres heeft gevorderd dat de rechtbank de legitieme massa vaststelt op € 338.945,84, maar na overleg is dit bedrag verlaagd naar € 215.000,00. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de legitieme portie van eiseres € 10.860,00 bedraagt. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is op 18 oktober 2023 uitgesproken door mr. T.A.J.M. Provaas.