Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een orthopedisch chirurg, eiser, en de coöperatie COTW. Eiser, die ook directeur/grootaandeelhouder is van Orthopaedie-Xpert B.V., vorderde een bedrag van € 29.171,00 van COTW, dat betrekking heeft op zijn winstdeel tot 1 november 2018. De zaak draait om de uitleg van het begrip 'winstdeel' in de vaststellingsovereenkomst die tussen partijen is gesloten. Eiser stelt dat het winstdeel moet worden vastgesteld op basis van de openstaande DBC's (Diagnose Behandel Combinaties) en dat dit naar rato over het kalenderjaar moet worden verdeeld. COTW daarentegen betoogt dat de post onderhanden werk niet meetelt bij de vaststelling van het winstdeel, omdat dit toekomstige omzet betreft die nog niet gerealiseerd is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de definitieve winst van COTW over 2018 € 818.597,00 bedraagt en dat eiser recht heeft op 25% van deze winst, gecorrigeerd voor de periode tot 1 november 2018. Dit resulteert in een te betalen bedrag van € 25.288,20 aan eiser, na verrekening van de reeds ontvangen voorschotten. De rechtbank heeft COTW veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 7.304,03. De uitspraak benadrukt het belang van de uitleg van contractuele termen in de context van de samenwerking tussen partijen, waarbij de redelijkheid en billijkheid een belangrijke rol spelen.