6.De (tussen)beslissing
- geeft opdracht aan de officier van justitie om binnen twee maanden na heden aan het dossier toe te voegen:
de
JIT-overeenkomst aangaande het onderzoek Encrochat, met dien verstande dat (persoons)gegevens in deze overeenkomst die in verband met opsporings- en/of veiligheidsbelangen in het kader van enig (ander) strafrechtelijk onderzoek dan wel enig staatsgeheim niet kunnen worden bekendgemaakt, onleesbaar dienen te worden gemaakt;
de
JIT-overeenkomst aangaande het onderzoek SkyECC, met dien verstande dat (persoons)gegevens in deze overeenkomst die in verband met opsporings- en/of veiligheidsbelangen in het kader van enig (ander) strafrechtelijk onderzoek dan wel enig staatsgeheim niet kunnen worden bekendgemaakt, onleesbaar dienen te worden gemaakt;
- wijst de overige onderzoekwensen, voor zover daaraan vanwege het OM nog niet voldoende aan is tegemoet gekomen, af;
- beveelt de
oproeping van de verdachtetegen de datum en het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting wordt hervat en verstaat dat de
raadsliedenafschrift van de oproeping van de verdachte zal ontvangen.
Deze tussenbeslissing is op 16 augustus 2023 genomen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. H.E.G. Peters en mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten, griffier, en schriftelijke verstrekt aan de officier van justitie en de verdediging.
Buiten staat
Mr. H.E.G Peters en mr. L. Feuth zijn niet in de gelegenheid deze tussenbeslissing mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De aanvankelijk onderzoekwensen
De verdediging wenst te worden geïnformeerd over de vraag of er een of meerdere kennisgevingen door de Franse autoriteiten zijn verstuurd over de interceptie van de EncroChatdata en zo ja, dan wenst de verdediging dat die kennisgevingen aan het dossier worden toegevoegd. Voorts wenst de verdediging te worden geïnformeerd of op enigerlei wijze op de kennisgeving is gereageerd en zo ja, dan wordt verzocht die reactie aan het dossier toe te voegen.
Verzocht wordt om toevoeging aan het dossier van de JIT-overeenkomst, in verband met de interceptie van de EncroChatdata.
Verzocht wordt om een aanvullend proces-verbaal waarin wordt toegelicht waarom het bewaren en gebruiken van alle metadata en communicatie van alle gebruikers van EncroChat over de betreffende periode, strikt noodzakelijk was voor het onderzoek naar het bedrijf EncroChat en de daaraan gelieerde personen.
Verzocht wordt om een aanvullend proces-verbaal waarin wordt gerelateerd, waarom het na het verkrijgen van de images van de server van EncroChat, met daarmee de informatie als genoemd in de tabel hierboven, noodzakelijk was voor het onderzoek naar het bedrijf EncroChat en de daaraan gelieerde personen, om alle communicatie van alle gebruikers te onderscheppen.
Verzocht wordt om inzage in de serverdata zoals deze in voornoemde tabel is opgenomen.
Verzocht wordt om inzage in de dossiers betreffende de informatie-inwinningstrajecten naar resellers, zoals deze direct voor de inzet van de interceptietool bestonden.
Verzocht wordt om inzage in de dossiers betreffende de informatie-inwinningstrajecten naar resellers, zoals deze direct voor de inzet van de interceptietool bestonden.
Verzocht wordt om een proces-verbaal waaruit blijkt hoeveel resellers, in Nederland actief, zijn afgeleid uit de images van de server, als benoemd in bovenstaande tabel.
Verzocht wordt om een aanvullend proces-verbaal, waarin wordt uiteengezet hoe de Wpg is toegepast op het bewaren en gebruiken van de EncroChatdata, meer specifiek de artikelen 3, 4, 4a, 4c, 6, 9 en/of 10, 13, 31d, 33b, 35 t/m 35d.
Verzocht wordt om een totaal overzicht van de categorieën en de daarbij behorende zoekwoorden, die zijn gebruikt om de EncroChatdata te onderzoeken.
Verzocht wordt om verbalisanten van het Team High Tech Crime te horen, die hebben deelgenomen aan het JIT, over de ontwikkeling van de gebruikte interceptietool.
Verzocht wordt om een aanvullend proces-verbaal over de vraag of er een voorafgaande keuring van de interceptietool is geweest en zo ja, wat de resultaten zijn geweest, in verband met de eisen als genoemd in de artikelen 10 t/m 14 van het Besluit technische hulpmiddelen strafvordering.
Verzocht wordt om de voeging van de navolgende stukken:
- Verzoek in 26lemont aan de rechter-commissaris, om onderzoek te doen aan alle data van het ‘ [accountnaam] ’-account, als ook het verzoek dat tot de bevoegdheid heeft geleid, al die data te delen met het onderzoek Tol81, vergezeld van alle daaraan ten grondslag liggende stukken;
- De beslissing van de rechter-commissaris op dit verzoek.
14. Verzocht wordt om een aanvullend proces-verbaal waarin is opgenomen wat de grondslag is voor de bevoegdheid van officier van justitie [nummer 2] , om informatie uit onderzoek Lemont met andere onderzoeken te delen.
14. Verzocht wordt om toevoeging aan het dossier van de navolgende stukken:
- Verzoek in 26Lemont aan de rechter-commissaris, om onderzoek te doen aan alle data die later is gevoegd aan Tol84, als ook het verzoek dat tot de bevoegdheid heeft geleid, al die data te delen met het onderzoek Tol84, vergezeld van alle daaraan ten grondslag liggende stukken;
- De beslissing van de rechter-commissaris op dit verzoek.
16. Verzocht wordt dan ook om een aanvullend PV, waarin wordt beschreven of [nummer 1] één van de zaaksofficieren van justitie in onderzoek Lemont is en zo nee, waar de bevoegdheid dan vandaan komt om te besluiten informatie uit dat onderzoek te delen met andere onderzoeken.
16. Verzocht wordt om een aanvullend proces-verbaal waarin wordt gerelateerd over de vraag of de communicatie in het dossier, dat wordt gerelateerd aan de accounts [e-mailadres 2] en [e-mailadres 3] , daaraan wordt gerelateerd omdat de communicatie in de data reeds aan het account was gekoppeld, of dat die koppeling plaatsvindt aan de hand van een IMEI-nummer, waarvan wordt vermoed dat het wordt gebruikt door het betreffende account. Daarbij wordt verzocht ook te relateren over het aantal IMEI-nummers die aan voornoemd account worden gerelateerd en welke perioden dit betreft.
16. verzocht wordt om een deskundigenonderzoek waarin een ‘counterpart message analysis’ wordt verricht over de communicatie die zou zijn gevoerd door [e-mailadres 2] en [e-mailadres 3] en in onderhavig dossier is gevoegd.
Verzocht wordt te worden geïnformeerd over welke soort data (waarbij ook wordt gevraagd naar de onderscheidenlijke metadata) in welke periode(n) door de Franse autoriteiten is onderschept en of dit afkomstig van de server(s) of de telefoons?
de verdediging wenst te worden geïnformeerd over de vraag of er een of meerdere kennisgevingen door de Franse autoriteiten zijn verstuurd over de interceptie en zo ja, dan wenst de verdediging dat die kennisgevingen aan het dossier worden toegevoegd. Voorts wenst de verdediging te worden geïnformeerd of op enigerlei wijze op de kennisgeving is gereageerd en zo ja, dan wordt verzocht die reactie aan het dossier toe te voegen.
Verzocht wordt dan ook om toevoeging aan het dossier van de JIT-overeenkomst, in verband met de Skydata.
Gelet op het voorgaande wenst de verdediging te worden geïnformeerd over het navolgende:
Wat was de grondslag voor, en de doelstelling van het bewaren en gebruiken van de Skydata die op grond van art. 26 van het Cybercrimeverdrag van de Franse autoriteiten is verkregen, voorafgaand aan de oprichting van het JIT?
Wat was de grondslag voor, en de doelstelling van het bewaren en gebruiken van de Skydata die op grond van art. 26 van het Cybercrimeverdrag van de Franse autoriteiten is verkregen, voorafgaand aan de oprichting van het JIT, en de Skydata die binnen het JIT is verkregen?
Was het voor de doelstellingen in antwoord op vragen 1 en 2 noodzakelijk om de inhoudelijke communicatie te verkrijgen en zo ja, waar bestond die noodzaak uit? a. Waarom volstond de verkregen metadata niet?
5. Verzocht wordt om te worden geïnformeerd over de reden dat niet met het onderzoek Yucca, maar met het onderzoek Werl aan het JIT is deelgenomen.
6. De verdediging wenst de juistheid te kunnen toetsen van de stelling dat Sky ECC zich voornamelijk richt op de criminele markt, waardoor wordt verzocht om een bestand of proces-verbaal waarin de website van Sky ECC (zowel de website www.skyecc.com als www.skyecconline.com) volledig inzichtelijk is.
7. De verdediging wenst te worden geïnformeerd over het onderzoek waaruit blijkt dat Ennetcom, PGPSafe, Ironchat en EncroChat nagenoeg geen legitieme gebruikers kent.
8. Verzocht wordt om als getuigen te mogen horen, de bestuurders van het bedrijf Sky ECC, die verdachte zijn in het onderzoek Werl, waarvan naam, geboortedatum en de vaste woon- of verblijfplaats bij justitie bekend wordt verondersteld.
9. aldus wordt verzocht om een aanvullend proces-verbaal, waarin wordt gerelateerd wat de verhouding is tussen het aantal Sky-gebruikers in Nederland en het aantal Sky-gebruikers waarop zicht was in verband met strafrechtelijke onderzoeken naar georganiseerde criminaliteit, in de periode rond het schrijven van het begeleidend schrijven bij de vordering machtiging, d.d. 11 december 2020.
10. Aldus wordt verzocht om het zwart gelakte deel op pagina 3 van het proces-verbaal aanvraag vordering opnemen telecommunicatie en medewerking ontsleutelen van gegevens leesbaar te maken, althans te informeren over de reden waarom dit niet mogelijk is en alsnog zoveel mogelijk inzicht te geven in de informatie die de betreffende metadata geeft.
11. Verzocht wordt om een proces-verbaal waarin uiteen wordt gezet dat is gewaarborgd dat aan het subsidiariteitsbeginsel is voldaan, op het moment dat de onderhavige vordering is gedaan.
12. aldus wordt verzocht om een proces-verbaal waarin wordt gerelateerd aan wie een vordering tot medewerking aan het ontsleutelen van Sky ECC-data is gericht.
13. Verzocht wordt om een proces-verbaal waarin wordt gerelateerd aan wie een vordering tot medewerking aan het ontsleutelen van Sky ECC-data is gericht.
14. Verzocht wordt om toevoeging aan het dossier van de beslissing op basis waarvan de Skydata vanuit Werl is gedeeld met het onderzoek Argus.
15. aldus wordt verzocht om een aanvullend proces-verbaal, waarin wordt uiteengezet hoe de Wpg is toegepast op het bewaren en gebruiken van de Skydata, meer specifiek de artikelen 3, 4, 4a, 4c, 6, 9 en/of 10, 13, 31d, 33b, 35 t/m 35d.
16. een aanvullend proces-verbaal over de keuring van het technisch hulpmiddel dat is ingezet voor de verkrijging van de Skydata van de servers in Frankrijk, in de periode van medio juni 2019 tot 15 februari 2021, waarbij de verdediging wenst te worden geïnformeerd over de gegevens, als benoemd in de artikelen 10 t/m 14 van het Besluit technische hulpmiddelen strafvordering.
17. verzocht wordt om een aanvullend proces-verbaal over de keuring van het technisch hulpmiddel dat is ingezet voor de verkrijging van de Skydata van de toestellen, in de periode vanaf 15 februari 2021, tot het einde van de interceptie, waarbij de verdediging wenst te worden geïnformeerd over de gegevens als benoemd in de artikelen 10 t/m 14 van het Besluit technische hulpmiddelen strafvordering.
18.
Deskundigenonderzoek waarbij de ontvangen Skydata wordt vergeleken met data die is verkregen uit gekraakte Skytoestellen.
19.
Deskundigenonderzoek naar de wijze waarop de data wordt opgeslagen, de wijze waarop de integriteit daarbij is gewaarborgd en de toegankelijkheid van de data.
20.
Verzocht wordt aldus om een proces-verbaal waaruit blijkt dat na ontvangst van de data in Nederland, de hashwaarden over de data zijn berekend en vergeleken met de hashwaarden van de data zoals deze in Frankrijk waren, waarbij de verdediging wenst te worden geïnformeerd over de frequentie en de omvang van de databestanden waarover de hashwaarden zijn berekend en of dit uiteindelijk heeft plaatsgevonden over alle data en of er hierin afwijkingen zijn geconstateerd en zo ja, welke afwijkingen dit zijn.
21. de verdediging wenst te worden geïnformeerd of er in het onderzoek Werl of Argus bevindingen zijn gedaan die erop wijzen dat de data die van de Fransen is ontvangen, niet juist kunnen zijn. Daarbij wenst de verdediging te worden geïnformeerd over de aard van de onjuistheid en – als bekend – de oorzaak daarvan. Als er dergelijke onjuistheden zijn, wenst de verdediging ook te worden geïnformeerd over de vraag of die onjuistheid aanleiding heeft gegeven voor onderzoek naar het vaker voorkomen van die onjuistheden en wat hiervan dan het resultaat is.
22. Verzocht wordt om een aanvullend proces-verbaal waarin wordt gerelateerd over de vraag of de communicatie in het dossier, dat wordt gerelateerd aan de accounts [account 1] en [account 2] , daaraan wordt gerelateerd omdat de communicatie in de data reeds aan het account was gekoppeld, of dat die koppeling plaatsvindt aan de hand van een IMEI-nummer, waarvan wordt vermoed dat het wordt gebruikt door het betreffende account. Daarbij wordt verzocht ook te relateren over het aantal IMEI-nummers die aan voornoemd account worden gerelateerd en welke perioden dit betreft.
23. verzocht wordt om een deskundigenonderzoek waarin een ‘counterpart message analysis’ wordt verricht over de communicatie die zou zijn gevoerd door [account 1] en [account 2] en in onderhavig dossier is gevoegd.
24. Gelet op het voorgaande, wenst de verdediging de navolgende stukken aan het dossier toegevoegd te zien:
25. Het verzoek aan de rechter-commissaris door het onderzoeksteam van Tol84, om onderzoek te mogen doen aan de SkyECC-data; (i.) de stukken die ten grondslag liggen aan dat verzoek; (1.) voor zover het niet uit het dossier blijkt: hoe men in onderzoek Tol84 aan die stukken is gekomen;
26. De reactie van de rechter-commissaris op dat verzoek;
27. Daarbij wenst de verdediging bij aanvullend proces-verbaal te worden geïnformeerd over de vraag of de rechter-commissaris slechts toestemming geeft aan het onderzoeksteam van het onderzoek Argus om onderzoek te doen aan de SkyECC-data, of dat ieder onderzoeksteam van iedere eenheid dit kan doen?
28. Ook wenst de verdediging te worden geïnformeerd over de vraag of binnen het onderzoeksteam van het onderzoek Argus alleen de Eenheid Amsterdam zit, of dat dit ook andere eenheden zijn. In het geval van het laatste, wenst de verdediging concreet te vernemen welke eenheden binnen dit onderzoek werkzaam zijn, hoeveel personen er zijn geautoriseerd voor onderzoek in die data en hoe dit zich verhoudt met de doelstelling van het onderzoek Argus.
29. Gelet op het voorgaande wordt verzocht om alle vorderingen aan [provider] voor het verstrekken van gegevens van telefoontoestellen die verbinding hebben gemaakt met de APN’s van Sky ECC, alsmede de stukken die daaraan ten grondslag liggen, waarbij van belang is dat deze stukken inzicht geven in de periode waarover de data is gevorderd, als ook welke data het exact betreft.
1. Deze informatie maakt dat in ieder geval de navolgende stukken als processtukken dienen te worden beschouwd, en wordt verzocht deze te voegen:
a. De vordering machtiging die in het onderzoek 26Eagles is gedaan; (i.) de daaraan ten grondslag liggende stukken;
b. De 126dd-toestemming.
2. Verzocht wordt om toevoeging aan het dossier van de JIT-overeenkomst, betreffende de samenwerking die heeft geleid tot de onderschepping van de ANOM-data.
3. (SUBSIDIAIR) Indien voorgaand verzoek niet wordt toegewezen, wordt verzocht om een aanvullend proces-verbaal, waarin wordt gerelateerd wat de samenstelling van het JIT is; of hiermee een overeenkomst is gesloten met de VS, ten behoeve van de samenwerking; wat de grondslag is van die overeenkomst; wat het doel van het JIT was; wat de bestaansperiode van het JIT is; wat de opsporingsbevoegdheden zijn die Nederlandse autoriteiten binnen of buiten Nederland hebben verricht; of en zo ja, welke buitenlandse opsporingsambtenaren in Nederland opsporingsbevoegdheden hebben ingezet en of hier rechtshulpverzoeken en/of kennisgevingen aan de Nederlandse autoriteiten voor zijn verricht.
4. Als er rechtshulpverzoeken en/of kennisgevingen zijn gericht aan de Nederlandse autoriteiten, stelt de verdediging zich op het standpunt dat deze redelijkerwijs van belang zijn voor enige ter terechtzitting te nemen beslissing, waardoor deze als processtukken dienen te worden aangemerkt en aan het dossier moeten worden toegevoegd. Ook enige beslissing op (een) rechtsulpverzoek(en) en/of kennisgeving(en) dienen als zodanig te worden aangemerkt, waardoor ook wordt verzocht deze aan het dossier toe te voegen.
BIJLAGE II: De aanvullende onderzoekwensen (1e termijn)
Encrochat
Door het OM is een vordering ex art. 126uba Sv ingediend, waarna een machtiging op basis van die wet is verkregen. De verdediging betwist de juistheid van art. 126uba Sv als wettelijke grondslag voor de afgifte van een machtiging als hier aan de orde, maar stel dat dit wel juist zou zijn; dan doet de vraag zich op waarom een titel V bevoegdheid kon worden gevorderd, terwijl er sprake was van een titel IVa-onderzoek? Waarom heeft men geen 126nba- machtiging gevorderd? Dat betreft immers dezelfde bevoegdheid binnen een titel IVa- onderzoek. Als de processen-verbaal worden beschouwd die bij de vordering van de machtiging aan de RC zijn overlegd, als ook het begeleidend schrijven van het OM bij die vordering, wordt daarin zonder uitzondering het beeld geschetst dat het onderzoek Lemont een titel V-onderzoek is. Waarom is dat gedaan? Wist de rechter-commissaris dat het onderzoek Lemont eigenlijk een titel IVa-onderzoek was en zo ja, hoe wist hij dat dan?
De beantwoording van de vragen is relevant voor de vraag of de rechter-commissaris juist is ingelicht, of dat dit al dan niet doelbewust niet is gedaan, waarbij het dan relevant is waarom dat niet is gebeurd en hoe de rechter-commissaris op de vordering zou hebben geoordeeld als hij wel juist zou zijn geïnformeerd.
De verdediging verzoekt in dit verband niet zo zeer een aanvullend proces-verbaal. De zaaksofficier van justitie wordt allereerst verzocht verantwoording op dit punt af te leggen.
SkyECC
Waar het de verkrijging, het bewaren en gebruiken van de SkyECC-data betreft, is er wel de nodige nieuwe informatie verschaft, waarop de ingediende onderzoekswensen niet waren gebaseerd. Die aanvullende informatie maakt dat het eerste verzoek dat in dat schrijven in verband met Sky ECC werd gedaan, komt te vervallen. Ook de verzoeken 18-20 komen te vervallen. In de overige verzoeken wordt gepersisteerd. De aanvullende informatie, leidt de verdediging thans niet tot nieuwe verzoeken.
Anom
De vragen die de verdediging beantwoord wenst te zien, zijn de navolgende:
1. Heeft Nederland op enigerlei wijze samengewerkt met de VS en/of EU-lidstaten of - organen, in Operation Trojan Shield / Operation Greenlight, ten behoeve van het verkrijgen c.q. onderscheppen, bewaren en/of analyseren van de ANOM-data?
a. Wat hield die samenwerking in?
b. Vanaf wanneer vond die samenwerking plaats?
c. Hoe is die samenwerking ontstaan?
d. Wat was de juridische basis van die samenwerking?
e. Is er sprake geweest van een JIT?
i. Wat was de doelstelling van dit JIT?
ii. Welke landen namen aan dit JIT deel?
iii. Was het ‘derde land’ ook deelnemer van het JIT?; (1.) waarom mag niet bekend worden welk land het ‘derde land’ is?; (a.) is dit door een rechter beoordeeld?; (i.) Uit welk land en wat is de grondslag van zijn/haar conclusie?
iv. Wat is het derde land?
v. Is er een rechter of onafhankelijke autoriteit betrokken in het JIT, ter beoordeling van de rechtmatigheid van de operatie in het geheel, of onderdelen daarvan? (1.) Wat voor rechter en/of onafhankelijke autoriteit was dit, waar zag zijn beoordeling op, welke informatie was hem/haar verschaft ten behoeve van die beoordeling en wat was zijn beoordeling?
f. Wat hield de betrokkenheid van de Nederlandse autoriteiten binnen de samenwerking in?
i. Is een Nederlandse rechter betrokken ten behoeve van de uitvoering van enige handeling door de Nederlandse autoriteiten, binnen het verband van het JIT?; (1.) Hoe, volgens welke grondslag, voor welke handeling(en) en wat hield zijn beoordeling in?
ii. Is de Centrale Toetsingscommissie van het college van PG verzocht om een beoordeling van de operatie Trojan Shield / Greenlight in het geheel en/of de rol van de Nederlandse autoriteiten in dit geheel?; (1.) Wat hield in hun beoordeling in, wat was hun oordeel en zijn er beperkingen en/of voorwaarden gesteld?
2. Heeft het Nederlandse OM, al dan niet in het kader van de hierboven besproken samenwerking, op enigerlei wijze de rechtsstatelijkheid van operatie Trojan Shield / Greenlight onderzocht, of zich vergewist van onderzoek hiernaar door één of meer andere landen binnen deze operatie?
a. Wat waren de bevindingen in dit verband?
3. Hebben de autoriteiten van het land waarin de onderschepte data van ANOM- toestellen in Nederland werd verzameld een formele kennisgeving ex. art. 5.4.18 Sv aan de Nederlandse autoriteiten gelaten?
a. Zo nee, is hier in de eventuele, hiervoor besproken, samenwerking aandacht voor geweest?; (i.) Wat hield dat in?
b. Zo ja, wat is er met die kennisgeving gebeurd, door wie is deze beoordeeld en wat hield de beoordeling in?
4. Bestaan er binnen het Nederlandse OM afspraken over het geheimhouden van stukken c.q. informatie over het verkrijgen, het bewaren en/of gebruiken van de ANOM-data en/of de samenwerking die in dit verband heeft plaatsgevonden?
a. Zo ja, wat is de grondslag van dat geheimhouden?; (i.) Is dit door een rechter beoordeeld?
5. Wat is de juridische grondslag voor het bewaren en gebruiken van de ANOM-data?
a. Worden er kaders toegepast voor het gebruik van die data, zoals dat bijvoorbeeld ook gebeurt bij EncroChat en Sky ECO?
b. Wat is de juridische grondslag van die kaders?
c. Wat houden die kaders exact in?
d. Vindt er onafhankelijk toezicht op de toepassing van die kaders plaats?
e. Hoe verhouden die kaders, hun grondslag en de toepassing ervan zich met de Unierechtelijke kaders, als hiervoor besproken?
f. Hoe hebben die kaders geleid tot de verstrekking van de ANOM-data in onderhavig dossier?
Voorwaardelijk verzoek: als de zaaksofficier van justitie geen verantwoording kan afleggen over de vragen als hiervoor geformuleerd, wordt verzocht de officieren van justitie [naam 12] , [naam 13] en/of [naam 14] (degene met de langste betrokkenheid binnen Eagles) als getuige te mogen horen.
Tot slot geldt dat de nodige processtukken nog in het dossier ontbreken. Verzocht wordt om toevoeging aan het dossier van de navolgende stukken:
Het proces-verbaal van de DLIO, d.d. 26 maart 2021, dat de grondslag heeft geboden voor de brief vanuit onderzoek Eagles, d.d. 11 juni 2021, en aanleiding was voor de start van het onderzoek Eagles;
Alle EOB’s c.q. rechtshulpverzoeken verzonden door het Nederlandse OM of gericht aan het Nederlandse autoriteiten, in verband met de verkrijging, het bewaren en/of het gebruiken van de ANOM-data;
Een eventuele JIT-overeenkomst;
Een eventuele beoordeling van een verzoek om onderzoek te mogen doen in de ANOM-data binnen het onderzoek Eagles, dat heeft geleid tot de data die uiteindelijk is gevoegd in het onderzoek Tol84;
Een eventuele aanvraag vanuit het onderzoek Tol84 aan het onderzoek Eagles, om ANOM-data;
De beslissing, alsmede diens onderbouwing, om data vanuit het onderzoek Eagles te delen met het onderzoek Tol84.
Tot slot: Verzocht wordt om aan het dossier toe te voegen, de rechterlijke machtiging die is afgegeven in het derde land, waarin de ANOM-servers stonden, om alle data van toestellen van gebruikers, waaronder die in Nederland, te intercepteren, als ook de vorderingen hiertoe en hun onderbouwing.
BIJLAGE III: De aanvullende onderzoekwensen (2e termijn)
Encrochat
Verzocht wordt (primair) om de rechter-commissaris mr. J.J.J. Schols als (rechtmatigheids)getuige te horen, dan wel (subsidiair) om een aanvullend proces-verbaal ter beantwoorden van diverse vragen.
SkyECC
Verzocht wordt om toevoeging aan het dossier van het proces-verbaal van verdenking tegen het bedrijf SkyECC.
Anom
Verzocht wordt om niet te beslissen op de verzoeken, voorafgaand aan de beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad. Afhankelijk van de beantwoording, zou de verdediging daarbij ook nog een termijn wensen om de gevolgen van de beantwoording voor de beoordeling van de verzoeken te beargumenteren.
Verzocht wordt om
prejudiciële vragente stellen aan de Hoge Raad, in verband met ANOM, in aanvulling op de vragen die door de rechtbank Noord-Nederland zijn geformuleerd.
De verdediging heeft daarbij de navolgende vragen voor ogen:
In aanvulling op de tweede vraag van de Rechtbank Noord-Nederland:
- Geldt het interstatelijke vertrouwensbeginsel (onverkort) als, zoals in de zaak TOL84, de gebruikers van de telecommunicatiedienst waarvan de gegevens worden onderschept zich (steeds) op Nederlands grondgebied bevinden, terwijl de interceptie en/of het veiligstellen van gegevens in/vanuit een andere onbekende EU-lidstaat plaatsvindt, deze lidstaat de data verstrekt aan de Verenigde Staten, die de data analyseert en vervolgens stuurt naar de Nederlandse autoriteiten?
o Maakt het voor de beantwoording van deze vraag uit of de Amerikaanse autoriteiten bij dit handelen al dan niet de grondrechten in hun constitutie in acht hebben genomen?
o Maakt het voor de beantwoording van deze vraag uit of de interceptie heeft plaatsgevonden binnen de werkingssfeer van het Unierecht, maar hiermee in strijd lijkt te zijn, waaronder in strijd met het Handvest?
Hoe ver reikt de onderzoeksplicht van de rechter om onderzoek te doen naar de conformiteit met het Unierecht?
Hoe ver reikt de informatieverplichting van het OM om inzicht te geven in de conformiteit met het Unierecht?
In aanvulling op de vierde vraag (als er een machtiging van de Nederlandse rechter is vereist voor de interceptie van telecomgegevens van gebruikers die zich op Nederlands grondgebied bevinden, wanneer die interceptie in/vanuit het buitenland plaatsvindt, kan dan artikel 126uba, 126nba Sv of enig ander wetsartikel als grondslag vooreen dergelijke machtiging dienen?):
- Is hiervoor van belang dat de telecommunicatiedienst waarvan de telecomgegevens worden geïntercepteerd, heimelijk door buitenlandse autoriteiten is ontwikkeld met het doel de telecomgegevens, de metadata en de GPS-locaties in real time te onderscheppen?
- Hoe verhoudt deze modus operandi zich met de artikelen 8 en 6 EVRM, alsmede artikel 7, 8, 11,47 en 48, jo, 52, lid 1 van het Handvest?