Uitspraak
Y. MAASSEN, H.O.D.N. YES BEWIND, IN HAAR HOEDANIGHEID VAN BEWINDVOERDER OVER DE GOEDEREN DIE (ZULLEN) TOEBEHOREN AAN DE HEER [verzoeker] Q.Q. [verzoeker],
2.
[verzoeker],
1.De procedure
2.De feiten
Beste [verzoeker] ,
3.Het geschil
- een verklaring voor recht dat de opzegging in strijd is met artikel 7:671 BW en/of 7:677 en/of dat geen sprake is van een dringende reden en/of het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is en/of dat [verzoeker] ten laste van ZBN recht heeft op een billijke vergoeding;
- een verklaring voor recht dat [verzoeker] aan ZBN geen vergoeding verschuldigd is ter zake de gevolgde opleiding en dat ook de schade die gemoeid is met de onterechte stopzetting door ZBN door ZBN moeten worden gedragen en derhalve voor rekening en risico van ZBN komt;
- betaling van het achterstallig loon ad € 10.882,30 bruto, en subsidiair € 902,34 bruto, te vermeerderen met de reiskostenvergoeding ad € 246,75 netto en de wettelijke verhoging ad € 5.411,15 bruto en subsidiair € 451,17 bruto.
- betaling van € 1.076,01 bruto aan niet genoten en nog openstaande vakantiedagen;
- betaling van € 828,35 bruto en subsidiair € 72,19 bruto aan vakantietoeslag;
- de transitievergoeding ad € 390,44 bruto en subsidiair € 125,56;
- de billijke vergoeding ad € 29.000,00 en subsidiair € 9.327,42 bruto;
- de schadevergoeding wegens de onregelmatige opzegging;
- de schadevergoeding ex artikel 7:611 BW ad € 29.000,00 subsidiair € 9.327,42 bruto;
- de buitengerechtelijke kosten ad € 159,00, en indien de toevoeging niet wordt verleend dan wel ingetrokken een bedrag van € 3.000,00;
- de wettelijke rente;
- de proceskosten inclusief de nakosten.
4.De beoordeling
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113). Voor het vaststellen van de hoogte van een toe te kennen billijke vergoeding zijn in de rechtspraak uitgangspunten geformuleerd (zie – onder meer – de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2017:1187 (
New Hairstyle)). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt.
De partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, is aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren”.
€ 793,00
5.De beslissing
- € 10.822,30 bruto aan achterstallig salaris en € 246,75 netto aan reiskosten over februari en maart 2023, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ad € 5.411,15 bruto en de wettelijke rente over alle bedragen vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag van betaling,
- € 1.076,01 bruto aan niet genoten en nog openstaande vakantiedagen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag van betaling,
- € 828,35 bruto aan vakantietoeslag over de periode van 1 juli 2022 tot en met 22 maart 2022, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag van betaling,
- € 390,00 aan transitievergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 dagen na 22 maart 2023 tot aan de dag van betaling,
- aan billijke vergoeding dan wel schadevergoeding ex artikel 7:611 BW ad nihil,
- € 5.725,87 bruto aan gefixeerde schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 maart 2023 tot aan de dag van betaling,