Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Procesverloop
- insluiting op zijn kamer;
- toezicht tijdens bezoek;
- uitgevoerde kamercontrole;
- het beperken van zijn bewegingsvrijheid.
‘het insluiten, het toezicht tijdens bezoeken
de uitgevoerde kamercontroleongegrond verklaard. De klacht met betrekking tot ‘
het beperken van de bewegingsvrijheid’is gegrond verklaard. Verzoeker heeft verzocht de ongegrond verklaarde klachten alsnog gegrond te verklaren.
- verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, mr. K.D. Regter;
- mr. T. Föllings en mr. S. Silvrants, juristen namens [naam zorgaanbieder] ;
2.Verzoek
‘het insluiten, het toezicht tijdens bezoeken
de uitgevoerde kamercontrolegegrond te verklaren, de bestreden beslissing te vernietigen en hangende het onderzoek te schorsen. Daarnaast wordt verzocht om ten bate van verzoeker een schadevergoeding op te leggen.
Zo de Bvt al van toepassing is, laat art. 37 Bvt ook geen toezicht toe, nu uit niets is gebleken, en dat ook niet is gesteld, dat bezoek zonder toezicht gevaar zou kunnen opleveren voor het bezoek’.
het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’expliciet afgewezen.
‘insluiten’heeft de klachtencommissie het aannemelijk geacht dat de handhaving van de orde of van de veiligheid in de instelling op grond van de in de Bvt gestelde regels als te beschermen belang hebben gediend. Door een personeelstekort was niet voorzienbaar of een onveilige situatie op de afdeling zou kunnen ontstaan. Verzoeker heeft dit niet weersproken. Gelet hierop heeft de klachtencommissie geoordeeld dat artikel 8:9 Wvggz niet van toepassing is. De instelling was derhalve niet gehouden de maatregel in kwestie schriftelijk aan verzoeker mede te delen.
‘toezicht tijdens bezoek’verweerder gevolgd dat deze maatregel bedoeld is ter voorkoming van strafbare feiten en het beschermen van slachtoffers. Verweerder heeft in verband hiermee aangevoerd dat het behandelteam nog weinig zicht heeft op klager en de risico’s die bezoek met zich meebrengen en dat, mede gelet op het delictverleden van verzoeker, gekozen is voor het houden van toezicht tijdens bezoek. De klachtencommissie heeft dit standpunt aannemelijk geacht en verzoeker heeft niet weersproken dat hij van te voren mondeling op de hoogte is gesteld over dit toezicht.
kamercontrole’heeft de klachtencommissie geoordeeld dat op grond van de Bvt kamercontroles mogen worden uitgevoerd in het kader van het algemeen toezicht op de aanwezigheid van verboden voorwerpen in de persoonlijke verblijfsruimten van verpleegden. De klachtencommissie heeft daarbij gesteld dat niet is gebleken dat verzoeker niet op de hoogte was van de controle.
3.Verweer
vier urenmet medepatiënten door te brengen. Dat is ook zijn basisrecht, waar niet aan getoornd is. Dat betekent dat dit op grond van de Bvt geen beklagwaardige beslissing is, waardoor wij vragen om deze klacht niet-ontvankelijk te verklaren.
in het kader van algemeen toezicht op de aanwezigheid van verboden voorwerpen in de persoonlijke verblijfsruimte van verpleegde, tevens gelegitimeerd middels de huisregels van de kliniek. Wat er wel of niet in de zorgmachtiging staat ten aanzien van de kamercontrole, is niet van belang, nu de Wvggz opzij wordt geschoven door de van toepassing verklaarde hoofdstukken van de Bvt, verzoeker verbleef immers in het [naam zorgaanbieder] . Zou hij in een Wvggz-accommodatie verblijven (zoals hij nu doet), dan is de Bvt niet langer toepasbaar en is een kamercontrole niet mogelijk. De klacht dient daarom in onderhavige situatie ongegrond verklaard te worden.