ECLI:NL:RBLIM:2023:4046
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Weigering exploitatievergunning voor cafetaria; verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, gedateerd 11 juli 2023, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.J. Baltus, heeft beroep ingesteld tegen de weigering van de burgemeester van de gemeente Kerkrade om een exploitatievergunning voor een cafetaria te verlenen. De burgemeester had deze vergunning geweigerd op basis van adviezen van het Landelijk Bureau Bibob, die wezen op mogelijke betrokkenheid van verzoeker bij strafbare feiten, mede door zijn relatie met een overleden mede-eigenaar van het pand. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening, omdat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een onomkeerbare situatie verkeert. De voorzieningenrechter wijst erop dat de huurovereenkomst van verzoeker met de verhuursters niet zomaar kan worden opgezegd en dat de financiële situatie van verzoeker niet zo nijpend is dat dit een spoedeisend belang rechtvaardigt. Bovendien is er geen evident onrechtmatig besluit van de burgemeester, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. De voorzieningenrechter benadrukt dat de discussie over de rechtmatigheid van de weigering van de vergunning in de hoofdzaak moet worden gevoerd, en dat het beroep van verzoeker zo snel mogelijk zal worden gepland.