[getuige 4] heeft het volgende verklaard:
(…) Op uw vraag wat er dan is afgesproken, antwoord ik dat bij de bezichtiging door de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de vraag is gesteld hoe komen wij achterom bij de nieuwe woning? Ik bedoel daarmee de achterkant van de woning [adres 2] . Wij hebben daarop geantwoord dat de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , ik bedoel daarmee ouders en met name de dochter, omdat zij de woning zou gaan bewonen, achterom mocht komen. Wij hebben duidelijk gezegd alleen zij en in het begin ook klussers, zodat de woning opgeknapt kon worden omdat deze wat gedateerd was. Volgens mij hebben er twee bezichtigingen plaats gevonden, de eerste op Hemelvaartsdag 2021 en de tweede op de maandag daarop volgend. Ik denk dat het 13 en 17 mei 2021 was. (…) Toen is de vraag door de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gesteld hoe komen we achterom? Daarna zijn we bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] koffie gaan drinken en hebben we nog even verder gesproken over de woning. De tweede bezichtiging was op maandagavond. Dezelfde personen als tijdens de eerste bezichtiging waren aanwezig en er was ook nog iemand anders van de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] bij, die bouwtechnisch onderlegd was of uit interesse. Wij hebben toen gesproken over de prijs en ook weer over achterom. Er is toen ook het een en ander op papier gezet. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] heeft dat ondertekend. Ook moeder en dochter [getuige 1] hebben dat stuk ondertekend. In dat stuk is opgenomen dat de woning en garage voor 207.000 euro zou worden verkocht. Er is ook opgenomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] nog één jaar gebruik mocht maken van de garage, ik meen tot 1 juni of 1 juli, zodat hij de tijd had om een nieuwe garage te bouwen voor de opslag van zijn spullen. U toont mij productie 5 bij de dagvaarding. Ik heb dat stuk opgesteld, het is mijn handschrift. De tekst hebben we ter plekke verzonnen/opgesteld. Het initiatief voor de bewoordingen van de overeenkomst lag bij mij. Het doel was om alvast wat op papier te zetten zodat het duidelijk was. (…) Op uw vraag waarom niet specifiek een bepaling is opgenomen over de toegang tot de garage, antwoord ik dat we het daar mondeling over hebben gehad. Dat impliceert wat mij betreft ook dat zij toegang tot de garage had. Op 17 mei heeft mw. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] gezegd dat zij de koopovereenkomst zou opstellen, omdat ze die ook nodig had voor de financiering. Zij heeft artikel 20 zo opgenomen. Dat kwam volgens ons overeen met wat we hadden afgesproken, namelijk dat de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] toegang had om over de oprit van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] naar de garage te gaan. Wij hebben op die tekst geen opmerking gemaakt, want het dekte volgens ons de lading. Wij hebben niet gesproken over wat er zou gebeuren als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] [adres 1] zou verkopen. Dat was ook helemaal niet aan de orde. Later is er wel tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en mij gesproken over wat er zou gebeuren als de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] [adres 2] zou verkopen. Dat is niet in het bijzijn van de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geweest. Die vraag kwam van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] . Wij hebben die vraag voorgelegd aan notaris [getuige 3] . We hebben haar iets in de trant van ‘Blijft de afspraak dan geldig of moeten er opnieuw afspraken worden gemaakt’ gevraagd. Daar kwam geen direct antwoord op van haar. Het balletje is toen gaan rollen in het kader van de akte van levering. Wel gaf zij aan dat er met de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] duidelijkheid moest komen want dan kon zij dat beter verwoorden in de akte van levering. Mijn beleving over de afspraak was dat die bij verkoop in principe zou vervallen, omdat de overeenkomst met de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is gesloten. Bij nieuwe bewoners moesten we er opnieuw naar kijken. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] gunde de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] die toegang over zijn perceel, maar ook alleen aan hen omdat hij hen kende en omdat ze uit [woonplaats 1] kwamen, maar hij wilde wel zeggenschap over zijn eigen perceel behouden. (…) Er is steeds mondeling aangegeven, zowel tijdens de gesprekken op 13 en 17 mei 2021, maar ook later in het gesprek bij de notaris, dat alleen de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gebruik van de oprit mocht maken. Later is dat ook op schrift gesteld, onder andere in de mail van 9 juli 2021, dat de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de oprit mocht gebruiken. Achteraf bezien was het inderdaad beter om dat direct, in de overeenkomst van 17 mei 2021, op te nemen, maar op dat moment was het voor iedereen klip en klaar. Alleen de familie [eisers in conventie, verweerders in reconventie] mocht gebruik maken van de oprit [adres 1] . (…)