ECLI:NL:RBLIM:2023:3859

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
C/03/317468 / KG ZA 23-168
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over verstrekking van logies in strijd met beheersverordening en onrechtmatige concurrentie

In deze zaak, die op 30 juni 2023 door de Rechtbank Limburg is behandeld, hebben de eiseressen, BLACK LABEL HOTEL SITTARD B.V. en HOTEL MERICI SITTARD B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagden, WATERSLEY DEVELOPMENT B.V. en WATERSLEY SPORTS & TALENTPARK B.V. De eiseressen vorderen dat de gedaagden worden veroordeeld tot het staken van het aanbieden van logies op het Watersleycomplex in Sittard, omdat zij menen dat dit in strijd is met de geldende beheersverordening. De eiseressen stellen dat de gedaagden onrechtmatig handelen door logies te verstrekken aan derden die geen topsporters zijn, wat volgens hen leidt tot onrechtmatige concurrentie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseressen ontvankelijk zijn in hun vordering, ondanks het verweer van de gedaagden dat zij niet-ontvankelijk zouden zijn. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gedaagden niet onrechtmatig handelen enkel omdat de vereiste vergunning ontbreekt, mits er voldoende kans is dat een vergunning in de toekomst zal worden verleend. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vorderingen van de eiseressen moeten worden afgewezen, omdat de gedaagden niet onrechtmatig handelen en de eiseressen als in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten zijn veroordeeld.

De uitspraak benadrukt de noodzaak van een onherroepelijke vergunning voor het verstrekken van logies en de rol van de burgerlijke rechter in geschillen tussen private partijen, waarbij ook de mogelijkheid van bestuursrechtelijke handhaving aan de orde komt. De uitspraak is van belang voor de interpretatie van onrechtmatige concurrentie in het kader van vergunningen en bestemmingsplannen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/317468 / KG ZA 23-168
Vonnis in kort geding van 30 juni 2023 in de zaak van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLACK LABEL HOTEL SITTARD B.V.,
gevestigd te Maastricht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOTEL MERICI SITTARD B.V.,
gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
eiseressen,
advocaat mr. M.M.M. Rooijen,
tegen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WATERSLEY DEVELOPMENT B.V.,
gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WATERSLEY SPORTS & TALENTPARK B.V.,
gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
gedaagden,
advocaat mr. J.L. Stoop.
Partijen zullen hierna Merici c.s. en Watersley c.s., of gedaagden afzonderlijk
Watersley Development B.V. en Watersley Sports & Talentpark B.V. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 30,
  • de door Merici c.s. overgelegde producties 31 tot en met 45,
  • de door Watersley c.s. overgelegde producties 1 tot en met 10,
  • de mondelinge behandeling op 27 juni 2023,
  • de spreekaantekeningen van Merici c.s.,
  • de pleitnota van Watersley c.s.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Merici c.s. exploiteren hotels in Sittard.
2.2.
Watersley c.s. zijn gevestigd in het voormalig kloostercomplex Watersley aan de rand van Sittard en exploiteren daar een sportcampus voor nationale en internationale jonge (top)sporttalenten. [naam bestuurder] (hierna: [naam bestuurder] ), bestuurder van Watersley c.s., is jaren geleden gestart met de herontwikkeling van het terrein. Watersley Development B.V. heeft een provinciale lening gekregen voor de restauratie en herbestemming van het kloostergebouw (hierna: het klooster) en de overige opstallen van het complex.
2.3.
Ter plaatse geldt de beheersverordening Watersley met het besluitvlak ‘Maatschappelijk’. Hierdoor zijn niet alle voorzieningen, die [naam bestuurder] voor ogen heeft, te realiseren en is een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk. Er is een voorontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd van 22 oktober 2022 tot 3 december 2022. Tot op heden is nog geen ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd.
2.4.
Voor het klooster en de rest van het complex is op 8 maart 2021 respectievelijk
15 november 2022 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gebruik van het terrein als sportcampus.
2.5.
Op aan Watersley c.s. gelieerde websites wordt geadverteerd over de komst van Sephs hotel in het klooster en hostel The Tower in de voormalige verpleegstersflat elders op het terrein.
2.6.
Bij brief van 27 februari 2023 verzoeken Merici c.s. het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sittard-Geleen (hierna: de gemeente) handhavend op te treden, omdat Watersley c.s. volgens Merici c.s. een hotel en hostel (gaan) exploiteren op het Watersleycomplex voor ‘derden’ die geen topsporter zijn, zodat Watersley c.s. volgens Merici c.s. in strijd handelen met het vigerende bestemmingsplan, omdat dit niet toestaat dat logies, in welke vorm dan ook, verstrekt mogen worden.
2.7.
Bij brief van 24 april 2023 bericht de gemeente aan (de advocaat van) Merici c.s. dat het de gemeente niet lukt om binnen acht weken te beslissen op het verzoek om handhaving en dat daarom de beslistermijn met ten hoogste zes weken wordt verlengd tot en met uiterlijk 6 juni 2023.
2.8.
Bij brief van 25 april 2023 berichten Merici c.s. aan de gemeente dat zij de extra termijn van zes weken niet redelijk vinden. Zij stellen de gemeente in gebreke op grond van de artikelen 6:2 jo. 6:12 van de Algemene wet bestuursrecht vanwege het weigeren van het nemen van een besluit, althans het niet tijdig nemen van een besluit, en verzoeken zij de gemeente om binnen twee weken na dagtekening van de brief alsnog een beslissing te nemen op het verzoek tot handhaving.
2.9.
Bij brief van 9 mei 2023 bericht de gemeente aan (de advocaat van) Merici c.s. dat de gemeente het voornemen heeft om het verzoek om handhaving af te wijzen en stelt de gemeente, voordat zij een definitief besluit neemt, Merici c.s. en Watersley c.s. in de gelegenheid om binnen twee weken na de verzenddatum van deze brief (9 mei 2023) een reactie (zienswijze) op het conceptbesluit te geven.
2.10.
Bij brief van 22 mei 2023 maken Merici c.s. hun zienswijze over het conceptbesluit kenbaar aan de gemeente.
2.11.
Bij brief van 2 juni 2023 bericht de gemeente Watersley Sports & Talentpark / [naam bestuurder] dat de gemeente het voornemen heeft om een last onder dwangsom op te leggen, dat het conceptbesluit last onder dwangsom met bijbehorende motivering als bijlage is bijgevoegd en dat [naam bestuurder] in de gelegenheid wordt gesteld om binnen twee weken na de verzenddatum van deze brief (2 juni 2023) zijn zienswijze op het conceptbesluit te geven.
2.12.
Bij brief van 23 juni 2023 heeft de gemeente het ontwerpbesluit op de aanvraag om een omgevingsvergunning betreffende het klooster bekend gemaakt. In het ontwerpbesluit valt te lezen dat een omgevingsvergunning zal worden verleend voor (onder meer) woonstudio’s voor sporters en een hotel voor sporters en hun familie.

3.Het geschil

3.1.
Merici c.s. vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Watersley c.s. te veroordelen tot het direct staken en gestaakt houden van het aanbieden van logies/overnachtingen en het handelen gericht op de exploitatie van een hotel en/of hostel op het Watersleycomplex te Sittard, totdat Watersley c.s. beschikken over een onherroepelijke vergunning die deze exploitatie toestaat, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Watersley c.s. niet voldoen aan voormelde veroordeling,
II. Watersley c.s. hoofdelijk te veroordelen in – kort gezegd – de kosten van deze procedure.
3.2.
Merici c.s. stellen dat op dit moment de huidige beheersverordening het verstrekken van logies door Watersley c.s. niet toestaat. Zolang geen onherroepelijke vergunning is verleend door de gemeente is er sprake van onrechtmatige concurrentie door Watersley c.s. waardoor de belangen van Merici c.s. worden geraakt.
3.3.
Watersley c.s. voeren verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang

4.1.
Het spoedeisend belang bij een voorziening vloeit voort uit de aard van de vordering.
Rechtsvraag
4.2.
Aan de beantwoording van de vraag of sprake is van onrechtmatig handelen door Watersley c.s. jegens Merici c.s. kan pas worden toegekomen als de voorzieningenrechter bevoegd is om over het geschil te oordelen en als Merici c.s. ontvangen kunnen worden in hun vordering.
Bevoegdheid
4.3.
De voorzieningenrechter is bevoegd om van het geschil kennis te nemen, omdat Merici c.s. zich op de schending van een burgerlijk recht (onrechtmatige daad) beroepen.
Ontvankelijkheid
4.4.
Volgens Watersley c.s. zijn Merici c.s. niet-ontvankelijk in hun vordering. Zij verwijzen naar het arrest van de Hoge Raad van 25 november 1977 (NJ 1978, 255).
4.5.
De voorzieningenrechter verwerpt dit verweer. Het arrest waarnaar Watersley c.s. verwijzen, is gewezen in een geschil waarin een vordering tegen de overheid werd ingesteld. In de onderhavige zaak is sprake van een vordering die ingesteld is tegen private rechtspersonen. Voor een dergelijke vordering is relevant het arrest van de Hoge Raad van 28 september 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA4915) waarin overwogen is:
“Zoals de Hoge Raad heeft beslist in zijn arrest van 18 december 1992, nr. 14924, NJ 1994, 139, behoort de burgerlijke rechter zich te onthouden van niet-ontvankelijkverklaring van de eisende partij op de grond dat deze ook de mogelijkheid ten dienste staat om langs bestuursrechtelijke weg - met name door het uitlokken van bestuursdwang - aan de gewraakte gedragingen van de gedaagde partij een einde te doen maken en haar, in het geval dat het betrokken overheidsorgaan haar daartoe strekkend verzoek van de hand mocht wijzen, een met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat teneinde die weigering te doen toetsen en het orgaan tot het uitoefenen van bestuursdwang te doen verplichten.”
De voorzieningenrechter zal Merici c.s. dan ook ontvangen in hun vordering.
Watersley Development B.V.
4.6.
Watersley Development B.V. voert aan dat zij ten onrechte is gedagvaard. Zij merkt op dat zij deels eigenaar en deels erfpachter is van het terrein Watersley. Zij treedt op als verhuurder, en heeft geen bemoeienis met de exploitatie. Zij kan dan ook niet voldoen aan de vordering van Merici c.s.
4.7.
Merici c.s. stellen dat diverse ondernemingen betrokken zijn bij het complex Watersley en het vergunningtraject. Zij kunnen niet controleren welke partij precies wat doet. Daarom willen zij een veroordeling voor alle partijen.
4.8.
Aan hun vordering leggen Merici c.s. ten grondslag dat (ook) Watersley Development B.V. onrechtmatig jegens hen handelt. Het is aan Merici c.s. om in het licht van het door Watersley Development B.V. gevoerde verweer hun stellingen nader te onderbouwen. Dat hebben zij nagelaten. De producties 17 tot en met 22 waarnaar Merici c.s. verwijzen in het kader van hun stelling dat er sprake is van onrechtmatige concurrentie, bieden geen aanknopingspunten met betrekking tot Watersley Development B.V. De voorzieningenrechter constateert verder dat het voornemen van de gemeente van 2 juni 2023 om een last onder dwangsom op te leggen gericht is aan Watersley Sports & Talentpark (rov. 2.11.) en niet aan Watersley Development B.V. De voorzieningenrechter is van oordeel dat binnen het bestek van dit kort geding het aan Watersley Development B.V. verweten handelen niet aannemelijk is geworden. Voor zover de vordering van Merici c.s. gericht is op deze onderneming, zal de vordering worden afgewezen.
Watersley Sports & Talentpark B.V.
4.9.
Watersley Sports & Talentpark B.V. voert als verweer dat zij het kloostergedeelte niet exploiteert, wel de rest van het terrein Watersley met daarop het hostel The Tower.
4.10.
Merici c.s. hebben dit verweer niet gemotiveerd weersproken, zodat de voorzieningenrechter uitgaat van de juistheid daarvan. Dat betekent dat voor zover de vordering van Merici c.s. ziet op het hotel (dat zich bevindt in het kloostergedeelte) deze moeten worden afgewezen.
4.11.
Hostel The Tower is volgens Watersley Sports & Talentpark B.V. in gebruik, echter alleen voor sportgerelateerd verblijf; derden worden als gast niet geaccepteerd.
4.12.
Ter onderbouwing van haar betoog dat ook derden een overnachting kunnen boeken hebben Merici c.s. aangevoerd dat zij zelf een overnachting geboekt hebben en dat zij betaald hebben via creditcard. Dat laatste heeft Watersley Sports & Talentpark B.V. gemotiveerd betwist. Zij stelt dat alleen gevraagd is naar creditcardgegevens maar dat er geen geld is afgeschreven. Merici c.s. hebben geen betalingsbewijzen overgelegd waaruit blijkt dat geld afgeboekt is van hun rekeningen, zodat de voorzieningenrechter ervan uitgaat dat betaling niet heeft plaatsgevonden. Watersley Sports & Talentpark B.V. heeft verder erop gewezen dat zij de boeking van Merici c.s. geannuleerd heeft, omdat zij niet konden aantonen dat er sprake was van sportgerelateerd verblijf op Watersley. Ook dat laatste is niet betwist door Merici c.s.
4.13.
Dan resteert nog het verwijt dat Watersley Sports & Talentpark B.V. geen logies mag aanbieden wegens strijdigheid met de huidige beheersverordening. Dat exploitatie van het hostel op dit moment strijdig is met de beheersverordening staat niet ter discussie. De voorzieningenrechter begrijpt dat een (tijdelijke) omgevingsvergunning voor het hostel nog niet verleend is.
4.14.
Uit het arrest van de Hoge Raad van 2 september 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BQ 5099) volgt dat het handelen zonder vergunning in beginsel onrechtmatig is jegens degenen die aan het vergunningvereiste bescherming kunnen ontlenen. In het geval dat met voldoende mate van zekerheid is te verwachten dat een vergunning zal worden verleend waarbij het betrokken handelen wordt toegestaan, kan ervan worden uitgegaan dat dit handelen in dit opzicht geoorloofd is. In dat geval is er geen grond het betrokken handelen onrechtmatig te oordelen enkel omdat de daarvoor vereiste vergunning ontbreekt.
4.15.
Of Merici c.s. behoren tot degenen die aan het vergunningvereiste bescherming kunnen ontlenen, laat de voorzieningenrechter in het midden. Zelfs als dat het geval is, kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter met voldoende mate van zekerheid ervan uitgegaan worden dat een vergunning verleend zal worden voor het beoogde gebruik (logies gerelateerd aan (top)sporters die verblijven op Watersley). Uit productie 9 van Watersley c.s. blijkt dat de gemeente thans doende is met de beoordeling van de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor het resterende terrein (waaronder het hostel) en dat het zicht op legalisering aannemelijk is als de stukken voldoende onderbouwd zijn om te kunnen afwijken van de beheersverordening. Ten aanzien van het hotel heeft de gemeente inmiddels een positief ontwerpbesluit op de aanvraag voor een omgevingsvergunning genomen. Daaruit blijkt dat afwijking van de beheersverordening wordt toegestaan en vergunning wordt verleend voor de functie hotel, waarbij geldt dat er sprake moet zijn van gebruik door (top)sporters en hun familie.
4.16.
Bij die stand van zaken is de voorzieningenrechter van oordeel dat het handelen van Watersley Sports & Talentpark B.V. niet onrechtmatig geoordeeld kan worden enkel omdat de vereiste vergunning op dit moment ontbreekt. Dat betekent dat ook de vordering voor zover deze ingesteld is tegen Watersley Sports & Talentpark B.V. moet worden afgewezen.
4.17.
Merici c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Watersley c.s. worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat €
1.079,00
Totaal € 1.755,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt Merici c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Watersley c.s. tot op heden begroot op € 1.755,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2023. [1]

Voetnoten

1.type: JPW