In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 19 mei 2023 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, beiden met de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit. De partijen zijn op 15 juli 1989 in Tantan, Marokko, met elkaar getrouwd en hebben geen minderjarige kinderen. De vrouw heeft haar verzoek om kinderalimentatie voor hun meerderjarige dochter ingetrokken, maar er zijn nog geschillen over partneralimentatie, de verdeling van de huwelijksgemeenschap en de verevening van het oudedagspensioen van de man. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om de echtscheiding uit te spreken op basis van de woonplaats van partijen in Nederland en dat het Nederlands recht van toepassing is, omdat partijen niet hebben gekozen voor het recht van hun buitenlandse nationaliteit.
De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de man veroordeeld tot betaling van partneralimentatie aan de vrouw van € 1.071,- per maand, met een aanpassing van de alimentatie naarmate de vrouw de echtelijke woning verlaat. Daarnaast heeft de rechtbank de man veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 10.000,- aan de vrouw als vergoeding op grond van artikel 49 van de Mudawwana, het Marokkaanse familierecht. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw tot verevening van het ouderdomspensioen afgewezen, omdat de wijze van verevening al voortvloeit uit de Wet verevening pensioenrechten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de beslissing over de echtscheiding zelf, die pas geldt na inschrijving in de registers van de burgerlijke stand.