3.1.[eisers] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, bepaalt dat:
[gedaagde] wordt veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis aan een door [eiseres sub 2] aan te wijzen makelaar een onvoorwaardelijke schriftelijk opdracht te verstrekken tot taxatie en verkoop van de woning, staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats 2] , welke makelaar een voor beide partijen bindende laat- en vraagprijs zal vaststellen en te bepalen dat indien [gedaagde] hiermee in gebreke blijft, dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakt akte waarbij [gedaagde] toestemming geeft tot het taxeren en het in verkoop geven van de woning door een door [eiseres sub 2] aan te wijzen makelaar;
[gedaagde] wordt veroordeeld om, indien een kandidaat-koper naar het oordeel van
voormelde makelaar op redelijk te achten voorwaarden, bereid is tot aankoop van de woning over te gaan, binnen één week na een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de makelaar of de vrouw een koopovereenkomst te ondertekenen;
3. indien [gedaagde] hiermee in gebreke blijft, dit vonnis dezelfde kracht heeft
als een in wettige vorm opgemaakte akte waarbij de man toestemming geeft voor de verkoop van de woning;
4. [gedaagde] wordt veroordeeld om, indien een koopovereenkomst is getekend, binnen één week na een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de notaris of de vrouw, zijn volledige medewerking te verlenen aan de eigendomsoverdracht van de woning en de aflossing van de hypothecaire geldlening;
5. indien [gedaagde] in gebreke blijft met de eigendomsoverdracht van de woning, dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte waarbij [gedaagde] zijn toestemming geeft voor de overdracht van de woning;
6. [gedaagde] wordt veroordeeld om de woning verkoopklaar en schoon te maken, waarbij [gedaagde] zich ten aanzien van de verkoopbare/verkoopklare staat van de woning zal dienen te conformeren aan de adviezen van de makelaar, op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat [gedaagde] deze veroordeling niet naleeft, met een maximum van € 25.000,-;
7. [gedaagde] wordt veroordeeld om kandidaat-kopers en/of de makelaar toe te laten tot de woning, op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per keer dat [gedaagde] deze veroordeling niet naleeft, met een maximum van € 25.000,-;
8. [gedaagde] wordt veroordeeld om de woning, ingeval van verkoop, uiterlijk 48 uur voor de dag van eigendomsoverdracht onder afgifte van de sleutels te ontruimen, inclusief alle daarin aanwezige personen en zaken, en de woning vanaf dan ontruimd te houden, op verbeurte van een dwangsom van €1.000,- per dag dat [gedaagde] deze veroordeling niet naleeft, met een maximum van € 25.000,- en voorts te bepalen dat, indien [gedaagde] niet aan de gestelde ontruiming voldoet, [eiseres sub 2] gemachtigd is de ontruiming van de woning en de aan [gedaagde] in eigendom toebehorende inboedelzaken te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van justitie en politie, waarbij de aan deze ontruiming verbonden kosten op [gedaagde] kunnen worden verhaald;
9. de opbrengst van de woning (na aftrek hypotheeklasten en verkoopkosten) tussen partijen bij helfte gedeeld wordt;
met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.