Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 5 januari 2023
2.De verdere beoordeling
- [gedaagde] is een particulier, werkzaam als productiemedewerker. Hij heeft geen ervaring met juridische procedures bij een rechtbank. Er is geen sprake van omstandigheden die er op wijzen dat [gedaagde] op de hoogte is van de volledige kosten die gepaard kunnen gaan met het voeren van een gerechtelijke procedure. Evenmin blijkt dat de advocaat naar wetenschap hierover bij [gedaagde] heeft geïnformeerd;
- [gedaagde] is ontslagen op staande voet en beschikt dus niet over inkomsten, niet uit dienstbetrekking en ook niet bij wege van een uitkering;
- op grond van het inkomen waarover [gedaagde] vóór het ontslag beschikte bestaat er een zeer reële kans dat hij voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking komt;
- bij aanvang van de werkzaamheden heeft [advocatenkantoor] een voorschotnota verstuurd van € 1.140,- exclusief btw. [gedaagde] heeft verzocht om dit bedrag in vier maandelijkse termijnen te mogen betalen.
bij aanvang van de opdracht.Dan moet immers de keuze gemaakt worden of gebruik gemaakt wordt van kosteloze rechtsbijstand (en men dus op zoek moet naar een andere advocaat) of niet (en men bij dit advocatenkantoor kan blijven). Het later - tijdens de loop van de procedure - verschaffen van inzichten in bestede tijd en kosten kunnen die keuze daar en dan niet meer beïnvloeden.