Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 april 2022,
- de akte uitlaten en overleggen productie 16 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 16 november 2022,
- de conclusie na getuigenverhoor van [gedaagde in conventie, verweerster in reconventie] van 18 januari 2023,
- de conclusie na getuigenverhoor, tevens houdende akte vermeerdering van eis, van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met de daarbij gevoegde producties 17 en 18, van 18 januari 2023,
- de antwoordakte van [gedaagde in conventie, verweerster in reconventie] van 1 maart 2023.
2.De verdere beoordeling
In conventie
€ 1.500,00 betrof en uit de verklaring van [naam 1] blijkt dat een bedrag van
€ 1.450,00 tussen partijen was afgesproken. Nu deze afspraak vanaf april 2019 is gewijzigd, in die zin dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde in conventie, verweerster in reconventie] € 600,00 per maand aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou betalen tot en met het einde van de looptijd van de lening bij Qredits, te weten februari 2023, zal vanaf april 2019 worden uitgegaan van een verschuldigd bedrag van € 600,00 per maand. Daarbij dient een bedrag van € 5.400,00 in mindering te worden gebracht, nu tussen partijen vaststaat dat [gedaagde in conventie, verweerster in reconventie] in de maanden april 2019 tot en met december 2019 maandelijks een bedrag van € 600,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft betaald.
€ 1.500,00 diende te betalen en dat deze afspraak met ingang van april 2019 is gewijzigd, in die zin dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde in conventie, verweerster in reconventie] € 600,00 per maand aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou betalen tot en met het einde van de looptijd van de lening bij Qredits, te weten februari 2023. Op grond van die stellingen heeft de rechtbank de bewijsopdracht geformuleerd en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot het bewijs toegelaten. Daarbij komt dat de nieuw door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ingenomen stelling ook niet uit haar eigen getuigenverklaring volgt. De rechtbank verwerpt deze nieuw door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ingenomen stelling dan ook.
2.681,00(3,5 punt × tarief € 766,00)
957,50(2,5 punten × factor 0,5 × tarief € 766,00)