In deze zaak vordert eiser, die als ambtenaar bij de gemeente Bodegraven heeft gewerkt, dat de rechtbank verklaart dat het pensioenfonds ABP gehouden is zijn aanvraag tot toekenning van een herplaatsingstoelage in behandeling te nemen. Eiser heeft in het verleden een aanvraag gedaan voor deze toelage, maar ABP heeft deze afgewezen op grond van het feit dat de ABP-wet niet meer van toepassing zou zijn na de privatisering in 1996. Eiser stelt dat hij zijn aanvraag vóór deze datum heeft ingediend en dat ABP ten onrechte niet op zijn aanvraag is ingegaan. De rechtbank moet beoordelen of de aanvraag van eiser inderdaad vóór 1 januari 1996 is gedaan en of ABP verplicht is deze in behandeling te nemen. De rechtbank concludeert dat de brief van eiser van 11 oktober 1991, hoewel niet meer beschikbaar, ABP aanleiding heeft gegeven om te beoordelen of hij in aanmerking kwam voor de herplaatsingstoelage. De rechtbank oordeelt dat ABP de aanvraag van eiser in behandeling moet nemen en veroordeelt ABP in de proceskosten.