Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- € 11.750,00 over de periode tot april 2017
- € 38.250,00 vanaf 1 april 2017 tot datum dagvaarden, omdat [gedaagde] nog maar € 750,00 is gaan betalen. Dit laatste wordt erkend, althans niet betwist.
eenzijdigde huurbetaling heeft verlaagd, dat wil zeggen zonder dat [eiser] daarmee heeft ingestemd. Bovendien heeft hij voor 1 april 2017 telkens € 1.500,00 per maand betaald, waarvoor [gedaagde] geen afdoende verklaring heeft gegeven. Het feit dat vanuit het gehuurde tevens de werkzaamheden voor de vof zijn verricht, is een constructie geweest waar [gedaagde] destijds zelf mee heeft ingestemd. Hiermee is ook niet gegeven dat partijen destijds de bedoeling hebben gehad dat een deel van de huurpenningen feitelijk vanuit de vof betaald zou worden. Hiermee wordt als vaststaand aangenomen dat de overeengekomen huurprijs zonder meer € 1.500,00 per maand bedraagt.
5.De beslissing
17 mei 2023 om 10.00uur,