ECLI:NL:RBLIM:2023:2624

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
03.192973.22
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in mensenhandelzaak wegens gebrek aan bewijs van voltooiing van wervingshandeling

Op 19 april 2023 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel, specifiek seksuele uitbuiting. De verdachte werd bijgestaan door mr. J.P. Plasman, terwijl de benadeelde partij, aangeduid als [slachtoffer], werd vertegenwoordigd door mr. P. Boonen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 5 april 2023, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat de verdachte [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer] had geworven voor prostitutiewerkzaamheden, waarbij hij misbruik maakte van hun kwetsbare posities. De verdediging daarentegen pleitte voor vrijspraak, stellende dat er geen bewijs was dat de slachtoffers zich beschikbaar hadden gesteld voor seksuele diensten en dat de verdachte geen oogmerk tot uitbuiting had.

De rechtbank oordeelde dat voor een bewezenverklaring van mensenhandel niet alleen de intentie van de verdachte van belang is, maar ook of de beoogde slachtoffers daadwerkelijk hebben ingestemd met prostitutiewerk. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte de slachtoffers had geworven, aangezien geen van hen zich beschikbaar had gesteld voor prostitutie. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie die stelt dat er een duidelijke scheiding moet zijn tussen poging en voltooiing van de wervingshandeling. De rechtbank sprak de verdachte integraal vrij van de tenlastelegging.

Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding afgewezen, omdat de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk was in zijn vordering tot schadevergoeding, en veroordeelde de benadeelde partij in de proceskosten, die tot op heden op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.192973.22
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 april 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
ten tijde van de zitting gedetineerd in [Penitentiaire Inrichting] ,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.P. Plasman, advocaat kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 april 2023. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens de benadeelde partij is op de zitting gehoord mr. P. Boonen, advocaat kantoorhoudende te Sittard. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele uitbuiting (mensenhandel) van [slachtoffer 1] en/of [ slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer] .

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht bewezen dat de verdachte [slachtoffer 1] , [ slachtoffer 2] en [slachtoffer] door misbruik te maken van hun kwetsbare positie heeft geworven voor de prostitutie en dat hij daarbij het oogmerk tot seksuele uitbuiting had. De verdachte heeft gevraagd of zij voor hem in de prostitutie wilden werken en hield hen ook voor hoeveel geld ermee verdiend zou kunnen worden. Van [slachtoffer] heeft de verdachte seksueel getinte naaktfoto’s gemaakt ten behoeve van prostitutiewerkzaamheden. De officier van justitie voert aan dat het niet ter zake doet of de te werven persoon daadwerkelijk op de werving voor seksuele diensten ingaat. Dat zou immers betekenen dat het werven pas strafbaar is als het tot daadwerkelijke uitbuiting is gekomen, hetgeen de wetgever niet voor ogen had bij de strafbaarstelling van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie vordert vrijspraak ten aanzien van het werven van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] . Uit het procesdossier blijkt immers niet dat de verdachte het oogmerk had om [slachtoffer 4] te dwingen tot prostitutie door haar heimelijk (te proberen) te filmen. Voorts blijkt ook onvoldoende dat [slachtoffer 3] dermate verslaafd was dat zij daardoor kwetsbaar was en zich zodoende niet zou kunnen onttrekken aan uitbuiting.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit integrale vrijspraak. Er is geen sprake geweest van een situatie waarin personen zich beschikbaar hebben gesteld voor seksuele diensten. Uit niets blijkt dat misbruik is gemaakt van eventuele kwetsbare posities en alle voorstellen zijn afgeslagen. De verdachte had het idee om op een legale wijze geld te verdienen in de seksbranche. Hij heeft dus ook nimmer het oogmerk gehad tot uitbuiting. De verdachte heeft wel foto’s gemaakt van [slachtoffer] , maar dat was op initiatief van [slachtoffer] en die waren bedoeld voor het OnlyFans-profiel van [slachtoffer] . De verdachte heeft hem daartoe niet gedwongen, had daarmee geen plannen en heeft daarmee niets gedaan.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte gesprekken heeft gevoerd met en voorstellen heeft gedaan aan [slachtoffer 1] , [ slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer] met betrekking tot prostitutiewerkzaamheden. Ten aanzien van [slachtoffer 4] is dit niet gebleken. Geen van deze personen heeft zich vervolgens beschikbaar gesteld voor de prostitutie. Van [slachtoffer] heeft de verdachte weliswaar seksueel getinte foto’s gemaakt, maar niet is gebleken dat [slachtoffer] daartoe is bewogen of gedwongen en dat de verdachte daaraan geld heeft verdiend of wilde verdienen.
De rechtbank is van oordeel dat er in deze omstandigheden geen sprake is van een voltooid delict van mensenhandel zoals aan de verdachte is tenlastegelegd. De stelling van de officier van justitie dat het voor het voltooide delict niet ter zake doet of de geworven persoon op de werving voor de seksuele uitbuiting ingaat, vindt geen steun in het recht. De Hoge Raad heeft over een voorloper van de huidige strafbaarstelling namelijk overwogen dat weliswaar niet is vereist dat daadwerkelijk enige seksuele handeling is verricht, maar dat bepalend is of de ander zich daarvoor beschikbaar heeft gesteld. [1] De rechtbank is van oordeel dat diezelfde maatstaf geldt voor het huidige artikel 273f lid 1 sub 1 en 4 van het Wetboek van Strafrecht. Met andere woorden: er is geen daad in de buitenwereld maar wel een besluit in de binnenwereld nodig. Zonder die vaststelling is hooguit sprake van een voorbereiding van of een poging tot mensenhandel.
De rechtbank ziet hiervoor ook bevestiging in de andere in artikel 237f lid 1 sub 1 strafbaar gestelde handelingen: vervoeren, overbrengen, huisvesten en opnemen. Daaruit volgt dat er daadwerkelijk iets verandert aan de positie van de persoon in kwestie.
Bovendien zijn er aanwijzingen in de bewoordingen van het wetsartikel. Het gebruik van ‘
door’ gevolgd door de opsomming van dwangmiddelen – in dit geval ‘
doormisbruik van een kwetsbare positie’ – wijst op een oorzakelijk verband tussen dwangmiddel en strafbare handeling. Het dwangmiddel heeft dus als resultaat dat een persoon is geworven, vervoerd, overgebracht et cetera. Dit past alleen bij een situatie waarin iemand werkelijk is geworven en niet bij een situatie waarbij slechts is geprobeerd iemand te werven. [2]
Verdachte zal dan ook integraal worden vrijgesproken.

4.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

4.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert primair een schadevergoeding van € 2.500,00 aan smartengeld. [slachtoffer] heeft psychische schade geleden door de gedragingen van de verdachte. De benadeelde partij heeft aansluiting gezocht bij categorie 2 van de Letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven, omdat er geen vergelijkbare jurisprudentie bestaat. Gelet op de kwetsbaarheid van [slachtoffer] moet hij worden vergeleken met een minderjarige. Subsidiair vordert de benadeelde partij een schadevergoeding van € 1.000,00 en is aangesloten bij categorie 1 van de Letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
De benadeelde partij vordert de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie kan zich vinden in de vordering voor zover de benadeelde partij aansluit bij categorie 1 van de Letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Hij stelt zich op het standpunt dat de rechtbank een bedrag van € 1.000,00 kan toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente. Tevens vordert hij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich - zo begrijpt de rechtbank - primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in verband met de bepleite vrijspraak. Subsidiair dient de vordering te worden afgewezen nu deze onvoldoende is onderbouwd.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Omdat de verdachte integraal wordt vrijgesproken, kan de benadeelde partij niet worden ontvangen in de vordering tot schadevergoeding.
De rechtbank veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

5.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
- veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. L. Feuth en mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. Klompe, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 april 2023.
Mr. Feuth is niet in staat deze uitspraak mede te onderteken.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2022 tot en met 4 oktober 2022 in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in het arrondissement Limburg, in elk geval in Nederland,
(een) ander(en) te weten [slachtoffer 1] en/of [ slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- ( telkens) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen
met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of [ slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer] (sub 1°) en/of
- ( telkens) heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] en/of [ slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer] en/of zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4)
hierin bestaande dat hij (onder andere)
- ( bewust) contact zoekt/maakt/heeft met kwetsbare personen, te weten die [slachtoffer 1] en/of [ slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer] (zelfs als hij in de PI gedetineerd zit vanwege het uitzitten van een straf voor het uitbuiten van eveneens kwetsbare personen) en/of
- aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer] en/of die [slachtoffer 1] en/of die [ slachtoffer 2] heeft gevraagd (en/of aangedrongen) om in de prostitutie te gaan werken en/of om een werkruimte te regelen voor dat prostitutiewerk en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen seksfoto's en/of seksfilmpjes van hem te maken en/of seksueel getinte foto’s van die [slachtoffer] heeft gemaakt en/of met deze foto’s (in de toekomst) een seksadvertentie voor die [slachtoffer] zou maken.

Voetnoten

1.HR 19 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9215.
2.Zie ook ECLI:NL:GHARL:2013:9800 en ECLI:NLGHARL:2016:1008.