Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 15,
- de mondelinge behandeling ter zitting van 4 april 2023, waarbij zijdens [gedaagden] een pleitnota is voorgedragen.
2.De feiten
- beslaglegger heeft een beslag gelegd op deze woning;
- beslaglegger is bereid het beslag op te heffen door een onherroepelijke volmacht tot doorhaling van het beslag
het depotbedrag”. Dit gebeurt zodat de beslaglegger zeker weet dat verkoper voldoet aan zijn verplichtingen waarvoor beslag is gelegd.
Voorwaarden voor uitkering
3.Het geschil
4.De beoordeling
ertoe strekt dat de notaris het depot voor beide partijen houdt totdat de rechter uitspraak heeft gedaan.”. In reactie daarop (rov. 2.4.5.) heeft [gedaagden] laten weten dat het laten vallen van de (door hem als zodanig geduide) tweede voorwaarde voor hem een verslechtering zou betekenen, omdat een uitvoerbaar verklaard vonnis in eerste aanleg meteen uitwinbaar is. Mocht [eisers] niet akkoord gaan met de door hem gestelde voorwaarde, dan wenste [gedaagden] een bankgarantie in ruil voor het opheffen van het beslag. Ook liet [gedaagden] weten dat hij bereid was (verder) mee te denken en akkoord te kunnen gaan met het vervallen van de tweede voorwaarde als de dagvaarding in de bodemzaak zes weken na ondertekening van de depotovereenkomst aan [eisers] kon worden betekend. Daarop heeft [eisers] (expliciet) aan [gedaagden] bericht (rov. 2.4.6.) ermee akkoord te gaan dat, wanneer de tweede voorwaarde komt te vervallen (en de gelden dus ook gedurende het hoger beroep in depot blijven staan), de dagvaarding in de bodemzaak binnen zes weken na ondertekening van de depotovereenkomst mocht worden betekend. Hierop heeft [gedaagden] laten weten dat hij het concept van de depotovereenkomst graag spoedig tegemoet ziet.
- explootkosten € 129,14
- griffierechten € 314,00
- salaris advocaat
HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rov. 2.3 .).