2.3In zijn algemeenheid voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tegen het rapport aan dat de deskundige wel vragen heeft gesteld aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , maar kennelijk niet aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Verder merkt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het als productie 13 bij dagvaarding overgelegde rapport van [naam 1] van Baat accountants na 25 oktober 2019 heeft besproken, maar dat de deskundige Frissen desgevraagd geen antwoord heeft willen geven op de vraag van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan Frissen of bij deze bespreking gegevens zijn besproken en/of verstrekt die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet bekend zijn. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft aan deze opmerkingen geen voldoende duidelijke rechtsgevolgen verbonden, zodat alleen al daarom aan deze opmerkingen wordt voorbij gegaan.
2.4.1De deskundige heeft vraag 1 van de rechtbank, luidend: Constateert u in de financiële administratie van partijen (eventueel samen met [naam bv 1] ) vanaf 1 januari 2009 een rekening-courantverhouding? als volgt beantwoord:
“
Op basis van de ter beschikking gestelde jaarrekeningen constateren wij vanaf 1 januari 2009 rekening-courantverhoudingen tussen:
• [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
• [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam bv 1]
• [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [naam bv 1]
Tevens constateren wij vanaf de jaarrekening 2013 verschillen tussen de vordering op [naam bv 1] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de schuld aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [naam bv 1] (tabel 5). Deze verschillen hebben wij niet verder geanalyseerd, omdat dit niet binnen de vraagstelling van de rechtbank valt.”.
2.4.2[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft over dit antwoord aangevoerd dat de verschillen tussen de vordering op [naam bv 1] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de schuld aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [naam bv 1] zouden kunnen worden verduidelijkt als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ook inzage geeft in haar grootboekkaarten, net zoals de grootboekkaarten van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door de deskundige zijn ingezien.
2.4.3Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] waren er structureel rekening-courantverhoudingen en zijn alle afrekeningen van lasten gemoeid met het pand via de rekeningen-courant van partijen met [naam bv 1] verlopen. Er moet in het kader van verrekening volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verder onderzoek worden gedaan naar de verschillen tussen de vordering op [naam bv 1] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de schuld aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [naam bv 1] Die verschillen zijn relevant voor nog te verrekenen debiteuren en dubbele verrekening van rente en aflossing 2009 t/m 2013. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is in elk geval ten onrechte dubbel belast met een bedrag van € 40.133,-. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is van mening dat in de rekening-courantverhoudingen rente en aflossing met betrekking tot het pand [plaats 1] t/m boekjaar 2013 werden verrekend op niveau [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] – [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en vanaf boekjaar 2014 via [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] – [naam bv 1] – [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met [naam bv 1] (randnr. 30 conclusie na deskundigenbericht). Partijen hebben de rente en aflossingen pand [plaats 1] telkens ten gunste van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geboekt in de rekening-courant tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam bv 1] en aldus is ook verrekend met de rekening-courant [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] - [naam bv 1]
2.5.1De deskundige heeft vraag 2 van de rechtbank, luidend: Zo ja, is in die administratie
verwerkt als aflossing van de hypothecaire lening van € 175.000,- een bedrag van € 37.500,- betaald door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ? als volgt beantwoord, nadat hij de in zijn rapport opgenomen verloopoverzichten heeft opgesteld van de onderlinge vorderingen en schulden tussen enerzijds [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en anderzijds [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam bv 1] :
“
uit de bovenstaande twee verloopoverzichten (…) blijkt niet dat de aflossing ad € 37.500,- via [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] of via [naam bv 1] met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verrekend is.”.
2.5.2[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] merkt over dit antwoord op dat de deskundige ten onrechte niet de conclusie heeft willen trekken dat dus niet is terugbetaald. De deskundige heeft wel zonder enige grond vermeld dat de € 37.500,- theoretisch op andere wijze verrekend zou kunnen zijn.
2.5.3[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] merkt over dit antwoord op dat niet van aflossing/verrekening kan blijken omdat de jaarrekening 2016 slechts een conceptjaarrekening is. De financiële ruimte van € 128.269,- die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in relatie met [naam bv 1] kan aanwenden, is daarom (nog) niet gebruikt.
2.6.1De deskundige heeft vraag 3 van de rechtbank, luidend: Vindt u in de administratie steun voor de stelling dat in elk geval het bedrag van € 37.500,- is verrekend met de “fee advocaten” van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ? als volgt beantwoord, nadat hij het in zijn rapport opgenomen verloopoverzicht 2015 en 2016 van de te verrekenen managementfee (deel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ) heeft opgesteld:
“
Uit bovenstaand verloopoverzicht (…) blijkt niet dat het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te betalen deel van de aflossing ad € 37.500,- verrekend is met de managementfee.”.
2.6.2Ook hier merkt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op dat de deskundige ten onrechte niet de conclusie heeft willen trekken dat dus niet is terugbetaald. De deskundige heeft wel zonder enige grond vermeld dat de € 37.500,- theoretisch op andere wijze verrekend zou kunnen zijn.
2.6.3[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vindt het door de deskundige gegeven antwoord op vraag 3 logisch gelet op zijn antwoord op vraag 2.
2.7.1De deskundige heeft vraag 4 van de rechtbank, luidend: Vindt u in de administratie steun voor de stelling dat in het kader van de rekening-courant-posities in de periode 2009 tot en met 2013 door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] € 40.133,- wegens aflossing en rente met betrekking tot de hypotheek is betaald aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en dat het in de periode 2009 tot en met 2013 verrekende bedrag van € 40.133,- opnieuw is verrekend in 2014? als volgt beantwoord, nadat hij een in zijn rapport opgenomen verloopoverzicht van de rekening-courantverhouding [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft opgesteld en een in zijn rapport opgenomen verloopoverzicht uit de administratie van [naam bv 1] heeft opgesteld:
“
Uit bovenstaand verloopoverzicht (tabel 7) blijkt dat in de administratie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de periode 2009 tot en met 2013 via rekening-courant € 40.134 inzake rente en aflossing is verrekend met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
Uit navolgend verloopoverzicht (tabel 8) blijkt dat in de administratie van [naam bv 1] in 2014 een vordering op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] uit hoofde van rente en aflossingen 2009 tot en met 2013 ad € 40.133 is geboekt.
In de administratie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (tabel 7) zien wij niet terug dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor hetzelfde bedrag gecrediteerd wordt. De vordering wegens rente en aflossingen 2009 tot en met 2013 wordt dus twee keer met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verrekend: één keer via [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (tabel 7) en één keer via [naam bv 1] (tabel 8).”.
2.7.2[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] merkt over dit antwoord op dat het met name hier wringt dat de deskundige geen inzage in de grootboekkaarten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gevraagd. Die inzage is noodzakelijk omdat er in de betreffende periode geen communicatie was tussen de accountants van beide partijen. Zo heeft de accountant van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onder meer een schuld van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan [naam bv 2] (thans [naam bv 1] ) weggeschreven. Voor zover al juist is dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een vordering heeft van € 40.133,-, is dat een vordering op [naam bv 1]
2.7.3[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] acht het antwoord juist en concludeert dat dus sprake is van een dubbele boeking.
2.8.1De deskundige heeft vraag 5 van de rechtbank, luidend: Vindt u in de administratie steun voor de stelling dat in het kader van de rekening-courant-posities door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is betaald aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
i. i) wegens aflossing en rente met betrekking tot de hypotheek € 19.627,23,
ii) wegens onderhouds- en verbouwingskosten € 3.886,91,
iii) wegens gemeentelijke belastingen € 8.815,95,
en iv) wegens verzekeringspenningen € 5.576,-?
Het genoemde bedrag van € 19.627,23 kan (deels) dubbel zijn gelet op vraag 4, als volgt beantwoord, nadat hij een in zijn rapport opgenomen verloopoverzicht van de mutaties in de rekening-courantpositie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft opgesteld:
“
Zoals uit bovenstaand verloopoverzicht (tabel 7) blijkt, heeft tot en met 2016 via [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen verrekening plaatsgevonden:
wegens aflossing en rente met betrekking tot de hypotheek € 19.627,23
wegens onderhouds- en verbouwingskosten € 3.886,91;
wegens gemeentelijke belastingen € 8.815,95; noch
wegens verzekeringspenningen € 5.576,00.
Voor wat de verrekening wegens aflossing en rente betreft, verwijzen wij nog naar onze hierna bij de beantwoording van vraag 6 opgenomen opmerkingen.”.
2.8.2Ook hier, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , zegt de deskundige zonder grond dat theoretisch gezien verrekening op andere wijze zou kunnen hebben plaatsgevonden.
2.8.3[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] meent dat het antwoord juist is, met dien verstande dat de betreffende posten zijn verrekend met [naam bv 1]
2.9.1De deskundige heeft vraag 6 van de rechtbank, luidend: Heeft u overigens in het kader van dit geding naar aanleiding van uw onderzoek nog op- of aanmerkingen? als volgt beantwoord:
“
Opmerking 1
Het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gevorderde bedrag ad € 19.627 wegens aflossingen en rente (zie vraag 5 sub i) is als volgt samengesteld (noot Rb: volgt een tabel met vermelding van bedragen voor rente hypotheek en van bedragen voor aflossing hypotheek van 1 januari 2016 tot en met 1 april 2019
):
Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat de rente op lening 44.67.50.026 niet voor 50% maar volledig aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt doorbelast. In de dagvaarding heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onder de punten 12 tot en met 15 nader toegelicht waarom zij vindt dat de rente op de lening 44.67.50.026 volledig ten laste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dient te komen.
Opmerking 2
In aanvulling op vraag 5 sub i wijzen wij erop dat in 2016 via [naam bv 1] een bedrag ad € 6.620 wegens aflossing en rente 2016 verrekend is met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] (zie onderstaand verloopoverzicht). Dit bedrag komt niet overeen met de aflossingen en rente 2016;
hoe het bedrag is opgebouwd hebben wij niet kunnen herleiden.
Opmerking 3
Door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden de rentebetalingen van 1 januari 2016 geclaimd (zie tabel 10). Deze rentebetalingen betreffen de over het vierde kwartaal 2015 verschuldigde rente. Wij adviseren vast te stellen dat deze rente niet reeds begrepen is in verrekening rente en aflossing 2015 ad € 9.150 (zie tabel 8).”.
2.9.2[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] merkt over opmerking 1 op dat zij al in haar dagvaarding heeft vermeld dat zij recht heeft op de volledige rente omdat zij € 37.500,- aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft voorgeschoten.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] merkt over opmerking 2 op dat die opmerking is gebaseerd op tabel 8 uit het bij dagvaarding overgelegde conceptrapport van [naam 1] . De jaarrekening 2016 van [naam bv 1] is vastgesteld noch goedgekeurd noch is er verrekend. Voor de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is dit niet relevant.
Ook opmerking 3 is volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gebaseerd op uit het conceptrapport van [naam 1] overgenomen gegevens. Nu echter vaststaat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vanaf 1 januari 2016 niets heeft betaald, is ook deze opmerking niet relevant voor de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
2.9.3[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] merkt wat opmerking 1 betreft op dat zij reeds bij antwoord heeft aangevoerd dat die volledige doorbelasting van de rente onjuist is.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] sluit zich aan bij opmerking 2 waar de deskundige constateert dat een deel van de rente is verrekend via [naam bv 1] Nader onderzoek is noodzakelijk.
Ter zake opmerking 3 constateert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat nader onderzoek nodig is ter beantwoording van de vraag of rente uit 2015 nogmaals wordt geclaimd in 2016.
De beoordeling door de rechtbank van de antwoorden van de deskundige
2.10.1Bij de hierna volgende beoordeling van de antwoorden van de deskundige stelt de rechtbank allereerst voorop dat voor de rechter een beperkte motiveringsplicht geldt ten aanzien van zijn beslissing om de bevindingen van een deskundige al dan niet te volgen. Wel dient hij bij de beantwoording van de vraag of hij in zijn beslissing de conclusies waartoe deze deskundige in zijn rapport is gekomen zal volgen, alle ter zake door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden in aanmerking te nemen en op basis van die aangevoerde stellingen in volle omvang te toetsen of aanleiding bestaat van de in het rapport geformuleerde conclusies af te wijken. De rechter zal op specifieke bezwaren van een partij moeten ingaan als deze bezwaren een voldoende gemotiveerde betwisting inhouden van de juistheid van de zienswijze van de deskundige (onder andere HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2921 en HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:279). 2.10.2De rechtbank stelt verder voorop dat de onderhavige zaak betreft de (wijze van) betaling van kosten als rente, aflossing, onderhoud, overheidsbelastingen en verzekering van een pand dat gemeenschappelijk eigendom is van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Gesteld noch gebleken is van op papier vastgelegde afspraken dat betaling van deze kosten op welke wijze dan ook door andere entiteiten zal en/of kan worden gedaan. Als dergelijke afspraken wel zouden zijn gemaakt, is het minste dat mag worden verwacht van de advocaten die de natuurlijke personen/bestuurders achter/van deze vehikels zijn, dat deze schriftelijk zijn vastgelegd. Het risico dat een bepaald feit niet komt vast te staan in de kerstboom van rechtspersonen die is opgetuigd omdat niet voldoende inzichtelijk, helder en duidelijk de boekhouding is gedaan, komt voor de partij die het rechtsgevolg heeft ingeroepen op grond van dat desbetreffende feit (de hoofdregel van art. 150 Rv). De rechtbank roept hierbij in herinnering dat in dit geding als (samenwerkende?) rechtspersonen zijn genoemd [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , [naam bv 1] , [naam bv 3] en [naam bv 4]