ECLI:NL:RBLIM:2022:879

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
7 februari 2022
Zaaknummer
C/03/265108 / HA ZA 19-291
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake rekening-courantverhouding en betaling tussen mede-eigenaren van een kantoorpand

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een geschil tussen twee partijen die gezamenlijk eigenaar zijn van een kantoorpand. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H.M. [naam 2], heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J.M.C. Huppertz, met betrekking tot de betaling van kosten die verband houden met het pand. De rechtbank heeft in haar vonnis van 2 februari 2022 geoordeeld over de rekening-courantverhouding tussen de partijen en de betaling van diverse kosten, waaronder rente, aflossingen, onderhoud en belastingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke afspraken zijn gemaakt over de betaling van deze kosten door andere entiteiten, en dat de kosten in beginsel voor de helft voor rekening van elke mede-eigenaar komen. De rechtbank heeft de vordering van de eiseres gedeeltelijk toegewezen, maar ook de vordering in reconventie van de gedaagde afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar vorderingen en dat de deskundige geen aanleiding heeft gezien voor verder onderzoek. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/265108 / HA ZA 19-291
Vonnis bij vervroeging van 2 februari 2022
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.H.M. [naam 2] ,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat thans mr. J.J.M.C. Huppertz.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wordt hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] genoemd en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 2 december 2020;
  • het rapport van de deskundige Frissen van 13 oktober 2021;
  • de conclusie na deskundigenbericht tevens houdende vermeerdering van eis van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met de producties 34 tot en met 42;
- de conclusie na deskundigenbericht van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met productie tien;
- het verzoek om vonnis van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en het verzoek om een mondelinge behandeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gedaan in haar uitlating ex art. 2.16.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie en in reconventie

2.1
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft na de door haar genomen conclusie vonnis gevraagd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft in haar uitlating ex art. 2.16 van 22 december 2021 verzocht om een mondelinge behandeling omdat volgens haar de deskundige vragen heeft opgeworpen die niet beantwoord konden worden omdat die buiten de vraagstelling van de rechtbank vielen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft verder in die uitlating aangevoerd nadere vragen te hebben en verzoekt de deskundige over (een aantal van) die vragen te horen. De rolrechter heeft beslist dat vonnis zal worden gewezen omdat bij gebreke van voldoende concrete vragen en/of punten geen termen aanwezig zijn om over te gaan tot een mondelinge behandeling.
Verder in conventie
algemeen
2.2.1
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft in haar in rov. 2.1 genoemde uitlating ex art. 2.16 LR geen woord besteed aan de vermeerderde eis. De rechtbank leidt daar uit af dat zij daar geen bezwaar tegen heeft, zodat recht zal worden gedaan op de vermeerderde eis.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert thans na wijziging van eis dat de rechtbank [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting binnen tien dagen na betekening van het te wijzen vonnis aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen:
1. althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag,
vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten groot € 1.529,-, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119a BW, althans ex art. 6:119 BW, met ingang van 20 juni 2018;
2. € 14.148,46 althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen (zoals “betalen” wordt gelezen) bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119a BW, althans ex art. 6:119 BW vanaf heden (Rb: 1 december 2021), onder veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van de vermeerderde eis;
3. de kosten van deze procedure, onder bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen de genoemde termijn zijn voldaan hierover de wettelijke handelsrente verschuldigd is met ingang van de elfde dag na het te wijzen vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening, alsmede tot betaling van de nakosten, groot € 157,-, dan wel indien betekening van het vonnis plaats vindt, groot € 239,-.
2.2.2
Het onder sub 2 gevorderde betreft de vermeerdering van eis. Als grondslag daarvoor voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan dat zij ook na indiening van de dagvaarding de lopende verplichtingen betrekking hebbende op het gemeenschappelijk pand is blijven betalen. Het betreft acht aflossingstermijnen van telkens € 1.250,-, in totaal € 10.000,-, waarvan de helft voor rekening van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] komt, acht rente betalingen bestaande uit € 608,88, € 602,48, € 589,37, € 456,81, € 446,42, € 360,94, € 356,26, en € 351,38, in totaal € 3.771,72, welk bedrag op in de dagvaarding uiteengezette gronden volledig voor rekening van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] komt, € 1.432,74, zijnde de helft van de BsGW-aanslagen over 2020 en 2021 en € 3.944,- zijnde de volledige verzekeringspremie over de periode juni 2019 tot en met oktober 2021.
Het rapport van de deskundige en het commentaar van partijen
2.3
In zijn algemeenheid voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tegen het rapport aan dat de deskundige wel vragen heeft gesteld aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , maar kennelijk niet aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Verder merkt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het als productie 13 bij dagvaarding overgelegde rapport van [naam 1] van Baat accountants na 25 oktober 2019 heeft besproken, maar dat de deskundige Frissen desgevraagd geen antwoord heeft willen geven op de vraag van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan Frissen of bij deze bespreking gegevens zijn besproken en/of verstrekt die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet bekend zijn. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft aan deze opmerkingen geen voldoende duidelijke rechtsgevolgen verbonden, zodat alleen al daarom aan deze opmerkingen wordt voorbij gegaan.
2.4.1
De deskundige heeft vraag 1 van de rechtbank, luidend: Constateert u in de financiële administratie van partijen (eventueel samen met [naam bv 1] ) vanaf 1 januari 2009 een rekening-courantverhouding? als volgt beantwoord:

Op basis van de ter beschikking gestelde jaarrekeningen constateren wij vanaf 1 januari 2009 rekening-courantverhoudingen tussen:
• [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
• [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam bv 1]
• [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [naam bv 1]
Tevens constateren wij vanaf de jaarrekening 2013 verschillen tussen de vordering op [naam bv 1] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de schuld aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [naam bv 1] (tabel 5). Deze verschillen hebben wij niet verder geanalyseerd, omdat dit niet binnen de vraagstelling van de rechtbank valt.”.
2.4.2
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft over dit antwoord aangevoerd dat de verschillen tussen de vordering op [naam bv 1] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de schuld aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [naam bv 1] zouden kunnen worden verduidelijkt als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ook inzage geeft in haar grootboekkaarten, net zoals de grootboekkaarten van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door de deskundige zijn ingezien.
2.4.3
Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] waren er structureel rekening-courantverhoudingen en zijn alle afrekeningen van lasten gemoeid met het pand via de rekeningen-courant van partijen met [naam bv 1] verlopen. Er moet in het kader van verrekening volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verder onderzoek worden gedaan naar de verschillen tussen de vordering op [naam bv 1] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de schuld aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [naam bv 1] Die verschillen zijn relevant voor nog te verrekenen debiteuren en dubbele verrekening van rente en aflossing 2009 t/m 2013. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is in elk geval ten onrechte dubbel belast met een bedrag van € 40.133,-. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is van mening dat in de rekening-courantverhoudingen rente en aflossing met betrekking tot het pand [plaats 1] t/m boekjaar 2013 werden verrekend op niveau [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] – [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en vanaf boekjaar 2014 via [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] – [naam bv 1] – [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met [naam bv 1] (randnr. 30 conclusie na deskundigenbericht). Partijen hebben de rente en aflossingen pand [plaats 1] telkens ten gunste van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geboekt in de rekening-courant tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam bv 1] en aldus is ook verrekend met de rekening-courant [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] - [naam bv 1]
2.5.1
De deskundige heeft vraag 2 van de rechtbank, luidend: Zo ja, is in die administratie
verwerkt als aflossing van de hypothecaire lening van € 175.000,- een bedrag van € 37.500,- betaald door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ? als volgt beantwoord, nadat hij de in zijn rapport opgenomen verloopoverzichten heeft opgesteld van de onderlinge vorderingen en schulden tussen enerzijds [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en anderzijds [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam bv 1] :

uit de bovenstaande twee verloopoverzichten (…) blijkt niet dat de aflossing ad € 37.500,- via [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] of via [naam bv 1] met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verrekend is.”.
2.5.2
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] merkt over dit antwoord op dat de deskundige ten onrechte niet de conclusie heeft willen trekken dat dus niet is terugbetaald. De deskundige heeft wel zonder enige grond vermeld dat de € 37.500,- theoretisch op andere wijze verrekend zou kunnen zijn.
2.5.3
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] merkt over dit antwoord op dat niet van aflossing/verrekening kan blijken omdat de jaarrekening 2016 slechts een conceptjaarrekening is. De financiële ruimte van € 128.269,- die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in relatie met [naam bv 1] kan aanwenden, is daarom (nog) niet gebruikt.
2.6.1
De deskundige heeft vraag 3 van de rechtbank, luidend: Vindt u in de administratie steun voor de stelling dat in elk geval het bedrag van € 37.500,- is verrekend met de “fee advocaten” van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ? als volgt beantwoord, nadat hij het in zijn rapport opgenomen verloopoverzicht 2015 en 2016 van de te verrekenen managementfee (deel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ) heeft opgesteld:

Uit bovenstaand verloopoverzicht (…) blijkt niet dat het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te betalen deel van de aflossing ad € 37.500,- verrekend is met de managementfee.”.
2.6.2
Ook hier merkt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op dat de deskundige ten onrechte niet de conclusie heeft willen trekken dat dus niet is terugbetaald. De deskundige heeft wel zonder enige grond vermeld dat de € 37.500,- theoretisch op andere wijze verrekend zou kunnen zijn.
2.6.3
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vindt het door de deskundige gegeven antwoord op vraag 3 logisch gelet op zijn antwoord op vraag 2.
2.7.1
De deskundige heeft vraag 4 van de rechtbank, luidend: Vindt u in de administratie steun voor de stelling dat in het kader van de rekening-courant-posities in de periode 2009 tot en met 2013 door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] € 40.133,- wegens aflossing en rente met betrekking tot de hypotheek is betaald aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en dat het in de periode 2009 tot en met 2013 verrekende bedrag van € 40.133,- opnieuw is verrekend in 2014? als volgt beantwoord, nadat hij een in zijn rapport opgenomen verloopoverzicht van de rekening-courantverhouding [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft opgesteld en een in zijn rapport opgenomen verloopoverzicht uit de administratie van [naam bv 1] heeft opgesteld:

Uit bovenstaand verloopoverzicht (tabel 7) blijkt dat in de administratie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de periode 2009 tot en met 2013 via rekening-courant € 40.134 inzake rente en aflossing is verrekend met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
Uit navolgend verloopoverzicht (tabel 8) blijkt dat in de administratie van [naam bv 1] in 2014 een vordering op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] uit hoofde van rente en aflossingen 2009 tot en met 2013 ad € 40.133 is geboekt.
In de administratie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (tabel 7) zien wij niet terug dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor hetzelfde bedrag gecrediteerd wordt. De vordering wegens rente en aflossingen 2009 tot en met 2013 wordt dus twee keer met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verrekend: één keer via [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (tabel 7) en één keer via [naam bv 1] (tabel 8).”.
2.7.2
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] merkt over dit antwoord op dat het met name hier wringt dat de deskundige geen inzage in de grootboekkaarten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gevraagd. Die inzage is noodzakelijk omdat er in de betreffende periode geen communicatie was tussen de accountants van beide partijen. Zo heeft de accountant van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onder meer een schuld van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan [naam bv 2] (thans [naam bv 1] ) weggeschreven. Voor zover al juist is dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een vordering heeft van € 40.133,-, is dat een vordering op [naam bv 1]
2.7.3
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] acht het antwoord juist en concludeert dat dus sprake is van een dubbele boeking.
2.8.1
De deskundige heeft vraag 5 van de rechtbank, luidend: Vindt u in de administratie steun voor de stelling dat in het kader van de rekening-courant-posities door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is betaald aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
i. i) wegens aflossing en rente met betrekking tot de hypotheek € 19.627,23,
ii) wegens onderhouds- en verbouwingskosten € 3.886,91,
iii) wegens gemeentelijke belastingen € 8.815,95,
en iv) wegens verzekeringspenningen € 5.576,-?
Het genoemde bedrag van € 19.627,23 kan (deels) dubbel zijn gelet op vraag 4, als volgt beantwoord, nadat hij een in zijn rapport opgenomen verloopoverzicht van de mutaties in de rekening-courantpositie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft opgesteld:

Zoals uit bovenstaand verloopoverzicht (tabel 7) blijkt, heeft tot en met 2016 via [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen verrekening plaatsgevonden:
  • wegens aflossing en rente met betrekking tot de hypotheek € 19.627,23
  • wegens onderhouds- en verbouwingskosten € 3.886,91;
  • wegens gemeentelijke belastingen € 8.815,95; noch
  • wegens verzekeringspenningen € 5.576,00.
Voor wat de verrekening wegens aflossing en rente betreft, verwijzen wij nog naar onze hierna bij de beantwoording van vraag 6 opgenomen opmerkingen.”.
2.8.2
Ook hier, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , zegt de deskundige zonder grond dat theoretisch gezien verrekening op andere wijze zou kunnen hebben plaatsgevonden.
2.8.3
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] meent dat het antwoord juist is, met dien verstande dat de betreffende posten zijn verrekend met [naam bv 1]
2.9.1
De deskundige heeft vraag 6 van de rechtbank, luidend: Heeft u overigens in het kader van dit geding naar aanleiding van uw onderzoek nog op- of aanmerkingen? als volgt beantwoord:

Opmerking 1
Het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gevorderde bedrag ad € 19.627 wegens aflossingen en rente (zie vraag 5 sub i) is als volgt samengesteld (noot Rb: volgt een tabel met vermelding van bedragen voor rente hypotheek en van bedragen voor aflossing hypotheek van 1 januari 2016 tot en met 1 april 2019
):
Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat de rente op lening 44.67.50.026 niet voor 50% maar volledig aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt doorbelast. In de dagvaarding heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onder de punten 12 tot en met 15 nader toegelicht waarom zij vindt dat de rente op de lening 44.67.50.026 volledig ten laste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dient te komen.
Opmerking 2
In aanvulling op vraag 5 sub i wijzen wij erop dat in 2016 via [naam bv 1] een bedrag ad € 6.620 wegens aflossing en rente 2016 verrekend is met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] (zie onderstaand verloopoverzicht). Dit bedrag komt niet overeen met de aflossingen en rente 2016;
hoe het bedrag is opgebouwd hebben wij niet kunnen herleiden.
Opmerking 3
Door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden de rentebetalingen van 1 januari 2016 geclaimd (zie tabel 10). Deze rentebetalingen betreffen de over het vierde kwartaal 2015 verschuldigde rente. Wij adviseren vast te stellen dat deze rente niet reeds begrepen is in verrekening rente en aflossing 2015 ad € 9.150 (zie tabel 8).”.
2.9.2
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] merkt over opmerking 1 op dat zij al in haar dagvaarding heeft vermeld dat zij recht heeft op de volledige rente omdat zij € 37.500,- aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft voorgeschoten.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] merkt over opmerking 2 op dat die opmerking is gebaseerd op tabel 8 uit het bij dagvaarding overgelegde conceptrapport van [naam 1] . De jaarrekening 2016 van [naam bv 1] is vastgesteld noch goedgekeurd noch is er verrekend. Voor de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is dit niet relevant.
Ook opmerking 3 is volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gebaseerd op uit het conceptrapport van [naam 1] overgenomen gegevens. Nu echter vaststaat dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vanaf 1 januari 2016 niets heeft betaald, is ook deze opmerking niet relevant voor de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
2.9.3
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] merkt wat opmerking 1 betreft op dat zij reeds bij antwoord heeft aangevoerd dat die volledige doorbelasting van de rente onjuist is.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] sluit zich aan bij opmerking 2 waar de deskundige constateert dat een deel van de rente is verrekend via [naam bv 1] Nader onderzoek is noodzakelijk.
Ter zake opmerking 3 constateert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat nader onderzoek nodig is ter beantwoording van de vraag of rente uit 2015 nogmaals wordt geclaimd in 2016.
De beoordeling door de rechtbank van de antwoorden van de deskundige
2.10.1
Bij de hierna volgende beoordeling van de antwoorden van de deskundige stelt de rechtbank allereerst voorop dat voor de rechter een beperkte motiveringsplicht geldt ten aanzien van zijn beslissing om de bevindingen van een deskundige al dan niet te volgen. Wel dient hij bij de beantwoording van de vraag of hij in zijn beslissing de conclusies waartoe deze deskundige in zijn rapport is gekomen zal volgen, alle ter zake door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden in aanmerking te nemen en op basis van die aangevoerde stellingen in volle omvang te toetsen of aanleiding bestaat van de in het rapport geformuleerde conclusies af te wijken. De rechter zal op specifieke bezwaren van een partij moeten ingaan als deze bezwaren een voldoende gemotiveerde betwisting inhouden van de juistheid van de zienswijze van de deskundige (onder andere HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2921 en HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:279).
2.10.2
De rechtbank stelt verder voorop dat de onderhavige zaak betreft de (wijze van) betaling van kosten als rente, aflossing, onderhoud, overheidsbelastingen en verzekering van een pand dat gemeenschappelijk eigendom is van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Gesteld noch gebleken is van op papier vastgelegde afspraken dat betaling van deze kosten op welke wijze dan ook door andere entiteiten zal en/of kan worden gedaan. Als dergelijke afspraken wel zouden zijn gemaakt, is het minste dat mag worden verwacht van de advocaten die de natuurlijke personen/bestuurders achter/van deze vehikels zijn, dat deze schriftelijk zijn vastgelegd. Het risico dat een bepaald feit niet komt vast te staan in de kerstboom van rechtspersonen die is opgetuigd omdat niet voldoende inzichtelijk, helder en duidelijk de boekhouding is gedaan, komt voor de partij die het rechtsgevolg heeft ingeroepen op grond van dat desbetreffende feit (de hoofdregel van art. 150 Rv). De rechtbank roept hierbij in herinnering dat in dit geding als (samenwerkende?) rechtspersonen zijn genoemd [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , [naam bv 1] , [naam bv 3] en [naam bv 4]
2.11
De rechtbank neemt het antwoord van de deskundige op vraag 1 over en maakt dit tot de hare. Voor zover [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wat dat antwoord betreft volhardt in haar stelling dat de betreffende drie rechtspersonen ook een onderlinge drie-partijen rekening-courant hadden, heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen enkel bankafschrift, grootboekkaart of journaalpost of iets dergelijks overgelegd waaruit een dergelijke rekening-courant blijkt. De rechtbank houdt het niet voor onmogelijk dat de door de deskundige vanaf de jaarrekening 2013 gesignaleerde verschillen tussen de vordering op [naam bv 1] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de schuld aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zoals verantwoord in de jaarrekeningen van [naam bv 1] , geheel of gedeeltelijk zou kunnen worden verklaard als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , net als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kennelijk heeft gedaan, ook inzage had gegeven in haar grootboekkaarten. Nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die inzage niet heeft gegeven, gaat de rechtbank verder voor risico van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voorbij aan die verschillen.
2.12
Ook het antwoord op vraag 2 neemt de rechtbank over en maakt dit tot de hare. Gelet op het antwoord van de deskundige op vraag 1, is een mogelijk bestaande verrekeningsruimte die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met [naam bv 1] kan aanwenden, niet relevant. Er bestaat immers geen driepartijen rekening-courant tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [naam bv 1] binnen welk kader [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vorderingen die zij heeft op [naam bv 1] kan verrekenen met vorderingen die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
2.13
Partijen hebben geen relevante kritiek op het antwoord van de deskundige op vraag 3, zodat de rechtbank, die evenmin bezwaar tegen dit antwoord heeft, ook dit antwoord overneemt en tot de hare maakt.
2.14
Partijen hebben evenmin relevante kritiek op het antwoord van de deskundige op vraag 4, zodat de rechtbank, die evenmin bezwaar tegen dit antwoord heeft, ook dit antwoord overneemt en tot de hare maakt.
2.15
Partijen hebben evenmin relevante kritiek op het antwoord van de deskundige op vraag 5, zodat de rechtbank, die evenmin bezwaar tegen dit antwoord heeft, ook dit antwoord overneemt en tot de hare maakt.
2.16
Partijen hebben geen direct relevante kritiek op de drie opmerkingen die de deskundige als antwoord op vraag 6 heeft gemaakt, zodat de rechtbank, die evenmin bezwaar heeft tegen deze opmerkingen, ook deze overneemt en tot de hare maakt. Dat partijen het niet eens zijn over de mogelijke gevolgen die de opmerkingen kunnen hebben, doet hier niet terzake.
De verdere beoordeling mede aan de hand van de antwoorden van de deskundige
2.17
Ook na beoordeling van de antwoorden van de deskundige ziet de rechtbank geen reden voor verder onderzoek. Bij alle vragen die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nog heeft, geldt dat de rechtbank pas nader en verder onderzoek gelast, indien de aan die vragen voor verder onderzoek ten grondslag gelegde feiten voldoende zijn onderbouwd. Dat heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet voldoende gedaan. Zij wil alsmaar verder en dieper onderzoek dat naar de kern genomen is gebaseerd op de stelling dat sprake is van een driepartijen rekening-courant. De deskundige heeft echter geantwoord dat die stelling niet juist is en dat antwoord is door de rechtbank gevolgd. Als hoofdregel heeft wat dit betreft dan te gelden dat betaling van de in dit geding aanhangige posten moet geschieden door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van mening is dat in andere verhoudingen diezelfde kosten door haar zijn betaald, moet [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die in beginsel terugvorderen van degene die dan ten onrechte betaling heeft ontvangen.
2.18.1
Mede aan de hand van de antwoorden van de deskundige wordt als volgt verder geoordeeld. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn ieder voor de helft mede-eigenaar van [adres 1] en [adres 2] te [plaats 2] (het kantoorpand). In beginsel komen alle kosten betrekking hebbende op het kantoorpand voor de helft voor rekening van elke mede-eigenaar. Er zijn geen afspraken gemaakt noch bestaan er verhoudingen tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en/of derden op grond waarvan in andere verhoudingen dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de betreffende kosten bevrijdend kunnen worden betaald. Daar waar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] meer heeft betaald dan haar helft en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft betaald, moet [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat deel alsnog aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betalen. In abstracto zou dit ook gelden voor het bedrag van € 40.133,- voor aflossing en rente over 2009 tot en met 2013 door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in rekening-courant betaald aan [naam bv 1] terwijl dat bedrag ook onderdeel uitmaakt van het onderhavige geschil tussen partijen. In concreto oordeelt de rechtbank anders. De verhoudingen tussen de rechtspersonen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam bv 1] enerzijds en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] anderzijds, met inachtneming van het feit dat de bestuurders van deze rechtspersonen de natuurlijke personen [naam 2] en [naam 3] zijn en het feit dat allen zich ten opzichte van elkaar redelijk en billijk moeten gedragen waarbij een rechtspersoon niet mag worden gebruikt als enkel formeel schild, zijn namelijk zodanig dat gelet op de bestaande rekening-courantverhouding tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [naam bv 1] , mag worden verwacht dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] [naam bv 1] weet te overtuigen om dit bedrag als door [naam bv 1] onverschuldigd ontvangen (in rekening-courant verrekend), op de juiste manier in de rekening-courant op te nemen die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft met [naam bv 1] Naast de eenvoud van deze oplossing, is het in de tussen alle genoemde partijen bestaande verhoudingen ook juister dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het risico draagt van een mogelijk tekort bij [naam bv 1] Van het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onder 1 gevorderde bedrag van € € 75.406,09, zal worden afgewezen € 40.133,-.
2.18.2
Het is, ook met de antwoorden van de deskundige, niet voldoende komen vast te staan dat en welke andere bedragen behorende tot de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft betaald aan anderen. Aan vermoedens van de deskundige en opmerkingen als “theoretisch kan op andere wijze zijn verrekend” gaat de rechtbank voorbij omdat bij die uitlatingen ontbreekt een voldoende mate van onderbouwing. Zoals hiervoor ook overwogen: voor voortzetting van onderzoek onder de vlag van een procedure als de onderhavige is tenminste nodig een voldoende onderbouwing van het feit dat moet worden vastgesteld of onderzocht. Dat ontbreekt, zodat de rechtbank voorbij gaat aan hetgeen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gesteld met betrekking tot opmerking 2 bij vraag 6 van de deskundige.
2.18.3
Nu de rekening-courant betaling [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] - [naam bv 1] van € 40.133,- heeft te gelden als betaling van een deel van de vordering in dit geschil, is onvoldoende toegelicht waarom [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de hele verschuldigde rente van € 9.826,26 zou moeten betalen. De helft hiervan zal worden toegewezen, zodat de vordering van € 75.406,09 ook zal worden verminderd met € 4.913,13. Dit geldt ook voor de vermeerdering van eis voor zover betrekking hebbende op het bedrag van € 3.771,72, waarvan dus wordt toegewezen € 1.885,86. De hoogte van de gevorderde bedragen is, gelet op de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] overgelegde producties, onvoldoende gemotiveerd betwist. Er zijn geen redenen, met inachtneming van waarop de facturen betrekking hebben, om aan te nemen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de betreffende bedragen niet heeft betaald, zodat die bedragen verder zullen worden toegewezen.
2.19
De negatieve reactie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op de eerste door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gestuurde brief tot betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] was zo duidelijk en de verhoudingen tussen partijen zo verzuurd, dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als professionele partij moest weten dat incassopogingen zinloos zouden zijn. Daarom worden de gevorderde buitengerechtelijke kosten afgewezen.
2.2
Partijen zijn over en weer zodanig op enkele punten in het ongelijk gesteld dat de kosten van dit geschil tussen hen worden gecompenseerd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft de kosten deskundige, uiteindelijk ad € 18.024,46, volledig voorgeschoten, zodat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal worden veroordeeld de helft daarvan aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te betalen.
Verder in reconventie
2.21
Een partij zoals [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die inzage vordert in jaarrekeningen met onderliggende specificaties inzake de rekening-courantpositie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , dient allereerst zelf al haar kaarten op tafel te leggen. Dat doet [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet daar waar zij voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] achterhoudt haar grootboekkaarten. Alleen al om deze reden wordt de vordering in reconventie afgewezen, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de reconventie. Die worden aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] begroot op een half punt tarief II, dus € 281,50.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting binnen tien dagen na betekening van dit vonnis aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen:
1. vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119a BW met ingang van 20 juni 2018;
2. € 12.262,60, vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119a BW vanaf 1 december 2021;
3.2
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te betalen € 9.012,23;
3.3
compenseert de kosten van deze procedure aldus, dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
3.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
3.6
wijst het gevorderde af;
3.7
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van de reconventie, tot op heden aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] begroot op € 281,50.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2022.