Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,wonend [adres] ,[postcode] [plaats] ,
[gedaagde in concventie, gedaagde in reconventie sub 2],
wonend [adres] ,
[postcode] [plaats] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 mei 2022
- de akte van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1]
- de akte van [gedaagde in concventie, gedaagde in reconventie sub 2]
- de akte van Wamberg I.
2.De beoordeling in conventie en in reconventie
- dagvaarding € 170,18
- griffierecht 996,00
- salaris gemachtigde conventie
3.De beslissing in conventie en in reconventie
- een bedrag van € 45.424,94 aan huurachterstand, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 27 juni 2020 tot aan de dag van betaling,
- een bedrag van € 2.349,90 aan handelsrente berekend tot en met 26 juni 2020;
- een bedrag van € 1.297,09 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- een bedrag van € 4.800,00 aan boete;
- een bedrag van € 1.994,81 aan beslagkosten;
- een bedrag van € 3.689,50 aan proceskosten,