8.1.Het betoog van eisers dat bij de toets op de geluidsbelasting ten onrechte enkel de [adres 15] in [plaats 2] als onderwerp is genomen en niet de omgeving waarin dit is gesitueerd, heeft betrekking op het achterpand. Ditzelfde geldt voor de stelling dat de verleende omgevingsvergunning en de geplande woningen op het achter terrein in strijd zijn met artikel 6.37 van het Bouwbesluit 2012 en voor de stelling dat de achterbouw een groot probleem kent met betrekking tot de werking van de riolering. Nu de besluitvorming met betrekking tot het achterpand in deze procedure niet ter beoordeling voor ligt, zal de rechtbank niet inhoudelijk ingaan op deze beroepsgronden van eisers.
9. De rechtbank verklaart de beroepen van eisers ongegrond. Dit betekent dat de bestreden besluiten in stand blijven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.J.E. Hamers-Aerts, rechter, in aanwezigheid van
mr. P.M. van den Brekel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 oktober 2022. .
De griffier is verhinderd te ondertekenen
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: 19 oktober 2022
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Artikel 2.121. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en:
a. indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening:
1°. met toepassing van de in het bestemmingsplan of de beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking,
2°. in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (…).
Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht
9. het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen (…).