ECLI:NL:RBLIM:2022:7732

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 september 2022
Publicatiedatum
7 oktober 2022
Zaaknummer
ROE 20 / 3256
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake subsidieaanvraag door afgeleide belanghebbende

Op 27 september 2022 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaak tussen ben Vitaal B.V. en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het beroep van ben Vitaal B.V. is niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat ben Vitaal geen rechtstreeks belang heeft bij het bestreden besluit van de minister, dat betrekking had op de vaststelling van een ESF-subsidie voor Healthcenter Zuidplas B.V. Ben Vitaal had zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde J.C.P. Poulissen, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door B. Jansen, R.A. van der Oord en Y.J. Gervendinck.

De rechtbank stelde vast dat ben Vitaal slechts een afgeleid belang had bij het besluit, aangezien Healthcenter de aanvrager en ontvanger van de subsidie was. De rechtbank benadrukte dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen belanghebbenden, dat zijn degenen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, in beroep kunnen komen. Ben Vitaal had geen fundamenteel recht dat door het bestreden besluit werd geraakt, en de enige consequentie voor ben Vitaal was het mislopen van inkomsten.

De uitspraak werd onmiddellijk na de zitting gedaan, en de rechtbank heeft haar beslissing gemotiveerd. De griffier, mr. A.W.C.M. Frings, heeft het proces-verbaal ondertekend, en een afschrift is op 7 oktober 2022 aan de partijen verzonden. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 20/3256

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

27 september 2022 in de zaak tussen

ben Vitaal B.V. met statutaire zetel in Maastricht-Airport (hierna: ben Vitaal)

en
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, eerder de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: de minister).

Inleiding

Met het besluit van 23 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar dat ben Vitaal namens Healthcenter Zuidplas B.V. (hierna: Healthcenter) heeft ingediend tegen zijn besluit van 11 juni 2020 ongegrond verklaard. Met het besluit van 11 juni 2020 heeft de minister de aan Healthcenter verleende ESF-subsidie vastgesteld op nihil.
De rechtbank heeft het beroep van ben Vitaal gericht tegen het bestreden besluit behandeld op de zitting van 27 september 2022. Ben Vitaal heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde J.C.P. Poulissen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigden: B. Jansen, R.A. van der Oord en Y.J. Gervendinck.
Na afloop van de behandeling van het beroep heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan. De rechtbank heeft de volgende beslissing uitgesproken en de gronden daarvan genoemd. Deze gronden worden na de beslissing nader gemotiveerd.

Beslissing

Het beroep is niet-ontvankelijk.

De gronden van de beslissing

1. De reden voor de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep van ben Vitaal is dat ben Vitaal niet in beroep kan komen tegen het bestreden besluit. Tegen een besluit kan beroep worden ingesteld door een belanghebbende. Dat staat in artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Belanghebbende is degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Dat staat in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Ben Vitaal is geen belanghebbende bij het bestreden besluit, omdat zij geen rechtstreeks belang heeft bij het bestreden besluit.
2. Healthcenter is de aanvrager en ontvanger van de subsidie waarover het bestreden besluit gaat, en niet ben Vitaal. Ben Vitaal heeft een van Healthcenter afgeleid belang bij dat besluit, omdat Healthcenter en ben Vitaal hebben afgesproken dat Healthcenter ben Vitaal met het subsidiegeld betaalt. Ben Vitaal kan alleen een rechtstreeks belang bij het bestreden besluit hebben als zij door het bestreden besluit in een fundamenteel recht wordt geraakt. Dat is niet gebleken. Ben Vitaal loopt door het bestreden besluit inkomsten mis. De gemachtigde van ben Vitaal heeft ter zitting gezegd dat dit voor ben Vitaal het enige gevolg is van het bestreden besluit. Met dat gevolg -hoe vervelend ook- komt het bestreden besluit niet aan een fundamenteel recht van ben Vitaal. Ben Vitaal heeft daarom geen rechtstreeks belang bij het bestreden besluit. [1]
Dit proces-verbaal is opgemaakt en ondertekend door mr. P.H. Broier, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W.C.M. Frings, griffier.
Griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: 7 oktober 2022

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met de uitspraak in dit proces-verbaal kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij legt daarin uit waarom zij het niet eens is met de uitspraak. Zij moet het hogerberoepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Als de indiener van het hogerberoepschrift de behandeling van het hoger beroep niet kan afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.De rechtbank vindt steun voor haar oordeel in de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van