In deze zaak vordert de professionele verhuurder Karioka III B.V. achterstallige huur van de huurder Siebel Jewelry B.V. voor een winkelpand in Sittard. De huurprijs bedraagt € 3.821 per maand, maar Siebel heeft een netto huurachterstand van € 34.281,44 opgebouwd, waarvan zij slechts een deel heeft betaald. Tijdens de coronapandemie hebben partijen gediscussieerd over huurkorting, waarbij Siebel stelt recht te hebben op huurkorting vanwege de coronamaatregelen. Karioka betwist dit en stelt dat er geen aanleiding is voor huurkorting omdat er als concern geen verlies is geleden.
De kantonrechter oordeelt dat de coronamaatregelen een onvoorziene omstandigheid vormen die de huurprijs beïnvloedt. De Hoge Raad heeft eerder bepaald dat huurders die door overheidsmaatregelen in hun bedrijfsvoering worden beperkt, recht kunnen hebben op huurprijsvermindering. De kantonrechter past de vastelastenmethode toe om de huurprijsvermindering te berekenen, waarbij de huurprijs wordt verminderd op basis van de netto omzetderving en de ontvangen tegemoetkomingen van de overheid.
Uiteindelijk wordt vastgesteld dat Siebel recht heeft op een huurkorting van € 6.660,78, waardoor de totale achterstallige huur die Siebel aan Karioka moet betalen € 11.832,76 bedraagt, vermeerderd met wettelijke rente. De vorderingen van beide partijen worden in de proceskosten gecompenseerd, zodat elke partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door de kantonrechter H.H. Dethmers op 31 augustus 2022.