5.1.Eisers hebben daartegen bezwaar gemaakt en daarbij, onder meer, aangevoerd dat er wel causaal verband is tussen de door hen gestelde schade en het bestemmingsplan. Op de peildatum (6 september 2012) waren namelijk pas 6 van de 9 woningen gerealiseerd en op het perceel van eisers was meer dan voldoende ruimte om nog een of meer woningen te realiseren. Door het bestemmingsplan is op het perceel van eisers alleen nog een grasveldje mogelijk. Eisers zien in de uitspraak van de Afdeling van 27 juni 2012 geen onderbouwing van het standpunt van verweerder.
6. Naar aanleiding van het bezwaar heeft verweerder [naam planschadedeskundige] om een nader advies gevraagd. [naam planschadedeskundige] heeft op 24 juni 2020 het nader advies uitgebracht. [naam planschadedeskundige] blijft daarin bij zijn standpunt dat onder het oude bestemmingsplan door de eigenaren van de andere percelen reeds het maximaal toegestane aantal van 9 woningen gerealiseerd had kunnen worden en dat daarom het vereiste causaal verband tussen de vermeende schade en het bestemmingsplan ontbreekt. Verweerder heeft ook dit advies bij het bestreden besluit gevolgd.
7. Eisers kunnen zich niet verenigen met het bestreden besluit. Zij hebben in hun beroepschrift onder meer aangevoerd dat het bestreden besluit niet bevoegd is genomen en ondertekend en dat er wel causaal verband bestaat tussen de schade die zij hebben geleden en het bestemmingsplan. Volgens eisers had de schade zich niet onder het oude bestemmingsplan kunnen voordoen.
Bestaat reden om de zaak aan de houden?
8. Ter zitting is gebleken dat verweerder voorbereidingen trof om te komen tot een wijziging van het bestemmingsplan in die zin dat op het perceel van eisers opnieuw woningbouw mogelijk wordt. Verweerder gaf aan voornemens te zijn om op zijn eerste vergadering na het zomerreces een ontwerp voor een postzegelplan te agenderen. De uitkomst van deze procedure en het moment waarop de desbetreffende besluitvorming onherroepelijk zal worden, zijn naar het oordeel van de rechtbank dusdanig onzeker dat de rechtbank, na overleg met partijen, ervan heeft afgezien de behandeling van de zaak aan te houden.
Bestaat causaal verband tussen de schade en het bestemmingsplan?
9. Eisers hebben de beroepsgrond dat het bestreden besluit niet bevoegd is genomen ter zitting ingetrokken. De rechtbank ziet gelet op de door verweerder in beroep overgelegde mandaatstukken geen aanleiding ambtshalve te oordelen dat het bestreden besluit onbevoegd is genomen.
10. Eisers hebben de beroepsgrond over het causale verband tussen de gestelde schade en het bestemmingsplan gehandhaafd. Zij hebben in dit verband aangevoerd dat op 6 september 2012 nog niet alle in deelgebied 10 zuid toegestane 9 woningen waren gerealiseerd en dat eisers direct voorafgaand aan die datum, planologisch gezien, minimaal nog 1 woning op hun perceel hadden mogen bouwen. Door het bestemmingsplan mogen zij daar geen woning meer bouwen en dit betekent volgens eisers dat zij planologisch nadeel lijden. Verder betwisten zij het standpunt van verweerder dat onder het oude regime de andere perceeleigenaren de 9 woningen hadden kunnen realiseren. De systematiek van het oude bestemmingsplan voorzag namelijk in een evenredige verdeling van de 9 woningen over deelgebied 10 zuid. Daardoor, en nu het perceel van eisers een relatief groot deel uitmaakt van deelgebied 10 zuid, hadden op de resterende kavels nooit 9 woningen gerealiseerd kunnen worden. Volgens eisers doet zich in dit geval een situatie voor die vergelijkbaar is met de casus in de uitspraak van de Afdeling van 21 januari 2009(gemeente Ommen). Eisers hebben ter onderbouwing van hun standpunt in beroep een rapport van de SAOZ van 21 april 2021 en een rapport van Tog Nederland van 23 april 2021 overgelegd.
11. Verweerder persisteert bij het advies van [naam planschadedeskundige] . Volgens verweerder is in het onderhavige geval geen sprake van een redelijke systematiek van evenredige verdeling en konden daarom de 9 woningen wel op de percelen van de andere eigenaren worden gerealiseerd, waardoor het causaal verband (in de zin van conditio sine qua non) tussen de gestelde schade en het bestemmingsplan ontbreekt. De omstandigheid dat er op 6 september 2012 nog plek was voor woningen acht verweerder van feitelijke aard en daarom niet van belang bij de planvergelijking.
12. De rechtbank overweegt als volgt.