Wat de rechtbank vindt
7
.De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiser op 2 april 2021 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is (en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering). De rechtbank zal dat uitleggen.
8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiser bestudeerd. De verzekeringsarts heeft informatie van de huisarts en de cardioloog van eiser betrokken in zijn beoordeling. Daarnaast heeft hij eiser tijdens een telefonisch spreekuur gesproken. De verzekeringsarts beschrijft onder andere de klachten van eiser, het dagverhaal, de diagnose en de prognose.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in haar rapport heroverwogen. Zij heeft het dossier met daarin de informatie van de behandelaars bestudeerd. Tijdens de bezwaarprocedure heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep informatie ontvangen van de MDL-arts van 2 maart 2021. Ook heeft zij eiser gesproken op de hoorzitting en vervolgens heeft een lichamelijk onderzoek plaatsgevonden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom zij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts.
11
.Over de medische informatie die eiser in beroep heeft opgestuurd, heeft het UWV gesteld dat de brieven van 16 juli 2021 en 28 augustus 2021 informatie van ver na de datum in geding 2 april 2021 bevatten. De andere brief betreft een uitdraai van de huisarts met de contacten die eiser heeft gehad. Deze informatie ziet deels ook niet op de datum in geding en voor het overige was dit al bekend bij het UWV en meegenomen in de beoordeling.
12. Eiser is van mening dat de onderzoeken onzorgvuldig zijn, omdat het onderzoek van de verzekeringsarts telefonisch heeft plaatsgevonden en er geen recente informatie is gebruikt in de beoordelingen.
13. De rechtbank stelt voorop dat niet het primaire besluit maar het besluit op bezwaar ter beoordeling voorligt. Aan beantwoording van de vraag of het primaire onderzoek door de verzekeringsarts zorgvuldig tot stand gekomen is, komt de rechtbank dan ook niet toe. Een eventueel gebrek kan immers in bezwaar hersteld worden. De rechtbank vindt dat het medisch onderzoek in bezwaar zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiser en de informatie van de behandelaars betrokken in haar beoordeling. Zij heeft eiser gesproken op de hoorzitting en vervolgens lichamelijk onderzoek verricht. Verder behoort het in beginsel tot de expertise van de verzekeringsarts om te besluiten welke onderzoeksmethoden gekozen worden, hoe de onderzoeksresultaten beoordeeld worden en tot welke beperkingen dit leidt. De verzekeringsarts heeft tijdens het primaire onderzoek informatie opgevraagd bij de huisarts van eiser. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft tijdens de bezwaarprocedure een brief verkregen van de MDL-arts uit 2021. Daarnaast volgt uit het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat eiser op de hoorzitting heeft bevestigd dat de meest recente beschikbare informatie in het dossier aanwezig is. De toelichting van het UWV, dat de stukken die tijdens de beroepsprocedure zijn overgelegd niet op de datum in geding zien, is duidelijk voor de rechtbank. Ook volgt uit het rapport van de verzekeringsarts dat de informatie van de huisarts die ziet op de datum in geding al bekend was bij het UWV en is meegenomen in de beoordeling. De rechtbank is dan ook van oordeel dat voldoende recente informatie is gebruikt bij de beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe haar beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
14. De verzekeringsarts gaat uit van de diagnoses overig perifeer zenuwletsel (meralgia paresthetica), diabetes mellitus, maligne nieuwvorming urinewegen, rugpijn aspecifiek chronisch en adipositas/obesitas. Vanwege recidief blaasproblematiek en hartklachten (en het hieraan verbonden revalidatietraject) ten tijde van herbeoordeling in september 2019 werd een volledige arbeidsongeschiktheid geconcludeerd. Er is geen sprake meer van een volledig onvermogen op basis waarvan een situatie van geen benutbare mogelijkheden dient te worden gesteld. Er is geen sprake van persoonlijk en sociaal disfunctioneren als gevolg van een ernstige psychische stoornis, eiser is niet opgenomen in een ziekenhuis of zorginstelling, niet bedlegerig, niet ADL-afhankelijk en er is geen sprake van verlies van mogelijkheden op korte termijn. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
15. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiser in stand kan blijven. De verzekeringsarts heeft de medische situatie van eiser op adequate wijze vertaald naar beperkingen in de FML. Ten aanzien van de chronisch aspecifieke rugklachten bij status na HNP, bij mogelijk kleine HNP links en enige facetartrose lumbaal is fysiek zwaardere belasting voor de rug adequaat ingeperkt met beperkingen op het vlak van trillingsbelasting, duwen of trekken, tillen of dragen, lopen (tijdens het werk), traplopen, klimmen, zitten, staan (tijdens het werk) en gebogen en/of getordeerd actief zijn. De schouderbelasting links is adequaat ingeperkt door de beperkingen op het vlak van trillingsbelasting, gewicht hantering bij tillen, dragen, duwen, trekken en boven schouderhoogte werken. Ook is met de restklacht aan de voet na jicht rekening gehouden door beperkingen aan te nemen ten aanzien van gewicht hantering, lopen en staan. Met de diabetes mellitus is adequaat rekening gehouden door de beperkingen voor deadlines en piekbelasting, fysiek zwaar werk en nachtwerk. Met de cardiale situatie is adequaat rekening gehouden door de beperkingen ten aanzien van fysiek zwaarder werk en stresserend werk. Met de beperking voor deadlines, conflicthantering en leidinggevende aspecten is het werk ook niet te stresserend, passend bij zowel de cardiale situatie, de diabetes, de spanningsklachten bij de thuissituatie en het leven met klachten. Bij eiser zijn poliepen, met beginstadium van kanker, gevonden en verwijderd. Controlescopie vindt over twee tot vijf jaar plaats. De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft aan dat een Hb van 7 aanleiding kan geven tot enige vermoeidheid, hoewel het nog laag normaal is. Eiser is al beperkt voor zwaardere fysieke belasting, waardoor een Hb van 7 en darmpoliepen niet leiden tot meer beperkingen dan al aangenomen. Daarbij mag verwacht worden dat dit, bij normaal dieet, inmiddels genormaliseerd is.
16. Ter aanvulling op het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft het UWV aan dat noch bij de primaire beoordeling, noch tijdens de bezwaarprocedure eiser heeft gesproken over chronische hoofdpijnen. Evenmin blijkt uit de medische informatie dat eiser met dergelijke klachten een huisarts of medisch specialist heeft bezocht. Het UWV stelt dat dit maakt dat de grond onvoldoende medisch geobjectiveerd is. Met betrekking tot de longontsteking die eiser eind juli 2021 heeft gehad stelt het UWV dat de datum in geding 2 april 2021 is. De klachten die eiser ten gevolge van de longontsteking ervaart zijn van na 2 april 2021 en worden dan ook niet meegenomen in de beoordeling.
17. Eiser voert aan dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn lichamelijke klachten en zijn privésituatie, er sprake is van een gebrekkige motivering en hij niet in staat is om arbeid te verrichten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Eisers privésituatie moet volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep buiten beschouwing blijven bij het vaststellen van de medische beperkingen en daarmee de beoordeling van het arbeidsongeschiktheidspercentage, omdat zorg voor bijvoorbeeld de huishouding niet tot de maatmanarbeid behoort en geen object van de verzekering ingevolgde de Wet WIA is.Hoewel de rechtbank er, net als het UWV, begrip voor heeft dat eisers privésituatie impact op hem heeft, kan dit dus niet in de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid worden betrokken. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiser klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiser zijn klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiser ervaren impact van zijn klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing van de klachten die eiser ervaart op 2 april 2021.
De arbeidskundige beoordeling
18. De arbeidsdeskundige (bezwaar en beroep) heeft op grond van de FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiser met zijn medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- (532040) Administratief medewerker notaris, advocaat, rechtbank;
- (111180) Productiemedewerker industrie;
19. Eiser voert aan dat hij zich niet kan vinden in de geduide functies. De klachten in zijn schouder zijn verergerd en deze verergeren nog. Door de beperkingen aan zijn schouder vanwege de artrose zijn de functies niet geschikt. De functie Productiemedewerker industrie en de reserve functie Textielproductenmaker zijn volgens eiser niet verenigbaar met de recidiverende rugklachten. Tijdens de zitting heeft eiser kenbaar gemaakt dat hij al moeite heeft met blijven zitten en dat hij daardoor geen herhaalde werkzaamheden kan verrichten.
20. De arbeidsdeskundige (bezwaar en beroep) heeft in het rapport voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiser. De arbeidsdeskundige (bezwaar en beroep) heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. Uitgaande van de juistheid van de bij eiser vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiser heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies verder in twijfel te trekken. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiser in staat is de functies te vervullen.
21. De arbeidsdeskundige (bezwaar en beroep) heeft berekend dat eiser op 2 april 2021 met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies 68,01% kan verdienen van het loon dat hij voorheen verdiende als schilder, zodat eiser voor de overige 31,99% arbeidsongeschikt is.