Wat de rechtbank vindt
7. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
8. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. De verzekeringsarts beschrijft onder meer de klachten van eiseres, haar dagverhaal, de diagnose en de prognose.
9. De arts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 25 mei 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier en de informatie van de behandelaars bestudeerd. Ook heeft hij eiseres gesproken op de hoorzitting. De arts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts. Hij stelt dat er geen sprake is van geen benutbare mogelijkheden en dat een urenbeperking ook niet aan de orde is.
10. Eiseres voert aan dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest omdat er in onvoldoende mate contact is gezocht met haar behandelaars. Het UWV stelt zich op het standpunt dat alle medische informatie die in bezwaar is overgelegd door de arts bezwaar en beroep is meegewogen in zijn rapport van 25 mei 2021. Het UWV geeft aan dat het onduidelijk is welke medische informatie dan nog ontbreekt. Ter zitting heeft eiseres aangegeven dat er geen medische informatie ontbreekt maar dat zij het oneens is met de weging van de medische informatie door de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
11. Eiseres stelt verder dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest omdat er geen actuele medische informatie is opgevraagd. Het UWV geeft aan dat de medische beoordeling ziet op 30 november 2020 (datum in geding) en dat alle overgelegde medische informatie is meegewogen. Het UWV gaat er vanuit dat eiseres met ‘actuele informatie’ doelt op de periode mei/juni 2021 (ten tijde van het bestreden besluit). Het UWV geeft aan dat er geen waarde wordt toegekend aan informatie die niet ziet op de datum in geding.
12. Daarnaast stelt eiseres dat zij niet deugdelijk is onderzocht, in die zin dat geen volledige anamnese heeft plaatsgevonden. Het UWVHH geeft aan dat een anamnese is hetgeen iemand met betrekking tot de voorgeschiedenis en relevante omstandigheden van zijn ziekte of aandoening kan vertellen aan de verzekeringsarts. Het UWV stelt dat er zowel in de primaire fase als in de bezwaarfase een uitvoerige anamnese is afgenomen door de (verzekerings)artsen.
13. Over de medische informatie die eiseres in beroep heeft opgestuurd, namelijk het expertiserapport van 27 oktober 2021 van de door haar ingeschakelde verzekeringsarts, heeft de arts bezwaar en beroep gesteld dat deze informatie geen aanleiding geeft om zijn standpunt te wijzigen. De arts bezwaar en beroep geeft in zijn rapport van 5 mei 2022 aan dat er geen nieuwe medische feiten zijn vastgesteld in het rapport van de door eiseres ingeschakelde verzekeringsarts.
14. De rechtbank is van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De arts bezwaar en beroep heeft de in bezwaar en in beroep overgelegde informatie van de behandelaars betrokken in zijn oordeel. In het feit dat geen nadere informatie is opgevraagd bij de behandelend sector wordt geen aanleiding gezien om het onderzoek onzorgvuldig te achten. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat – zoals ook op de zitting door eiseres is bevestigd – er geen medische informatie ontbreekt. De rechtbank kan het UWV volgen in het standpunt dat er alleen waarde wordt toegekend aan de informatie die ziet op de datum in geding. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat niet gebleken is dat sprake is geweest van een onvolledige anamnese. Uit de rapporten van de verzekeringsarts en de arts bezwaar en beroep blijkt dat er een uitgebreide anamnese is afgenomen bij eiseres en dat de problematiek van eiseres in kaart is gebracht en beschreven. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De (verzekerings)artsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de verzekeringsgeneeskundige rapporten aan de drie voorwaarden voldoen. Nu niet is aangevoerd dat de arbeidskundige rapporten niet aan deze drie voorwaarden voldoen, gaat de rechtbank er vanuit dat die rapporten daaraan voldoen.
15. De verzekeringsarts heeft aangenomen dat eiseres last heeft van fibromyalgie en gewrichtspijn aan haar rechterschouder. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en statische houdingen.
16. De arts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 25 mei 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. Hij is van mening dat er geen sprake is van geen benutbare mogelijkheden omdat eiseres niet voldoet aan de aspecten voor volledige arbeidsongeschiktheid zoals omschreven in artikel 2, vijfde lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Verder stelt de arts bezwaar en beroep dat er gezien de aard van de klachten van eiseres geen aanleiding bestaat om een urenbeperking aan te nemen. De vermoeidheidsklachten en het inactieve dagverhaal van eiseres is volgens hem inconsistent met het vastgestelde medische beeld. Volgens de arts bezwaar en beroep blijkt uit de informatie van de medisch specialisten niet dat er sprake is van een aandoening die tot een stoornis in de energiehuishouding kan leiden. Ook de psychische klachten van eiseres geven geen aanleiding om een urenbeperking aan te nemen. De arts bezwaar en beroep stelt in zijn rapportage van 25 mei 2021 dat uit de rapportage van Belife (Centrum voor Bewegen) blijkt dat eiseres aan het begin van het traject een MET-waarde van 4 had. Hij stelt dat over een MET-waarde van 4 bekend is dat iemand dan in een arbeidssituatie bandwerkzaamheden kan verrichten, kan metselen, schilderwerk kan doen, een vrachtwagen kan besturen en als elektricien kan werken. De arts bezwaar en beroep ziet geen medische reden om aan te nemen dat de mogelijkheden van eiseres sinds 2019 minder zijn geworden. Hij is daarom van mening dat eiseres 8 uur per dag kan werken, met name indien er rekening wordt gehouden met de beperkingen die in de FML zijn opgenomen. De arts bezwaar en beroep is het niet eens met de stelling van eiseres dat zij beperkt is op het gebied van zelfstandig handelen en emotionele problemen van anderen hanteren. Hij stelt dat een beperking op deze gebieden alleen wordt aangenomen als er sprake is van een ernstige psychische stoornis, wat bij eiseres niet het geval is. Ook volgt de arts bezwaar en beroep eiseres niet in haar stelling dat zij meer beperkt is ten aanzien van dynamische handelingen en statische houdingen. Hij vindt dat er door de primaire verzekeringsarts voldoende beperkingen zijn aangenomen op deze gebieden. De arts bezwaar en beroep stelt dat uit de onderzoeksbevindingen van de reumatoloog en de neuroloog blijkt dat de artrotische problematiek van eiseres niet van zodanige aard is om functionele beperkingen van de gewrichten aan te nemen.
17. Eiseres voert aan dat er onvoldoende beperkingen zijn aangenomen als gevolg van haar medische en psychische klachten. Eiseres heeft dat onderbouwd met het expertiserapport van 27 oktober 2021 van een door haar ingeschakelde verzekeringsarts. De ingeschakelde verzekeringsarts heeft aan de hand van zijn deskundigenonderzoek een aangepaste FML opgesteld. Hij stelt dat eiseres (meer) beperkt moet worden geacht voor hand- en vingergebruik, het werken met een toetsenbord en muis, schroefbewegingen met hand en arm en frequent reiken tijdens het werk. Ook stelt hij dat er aanleiding bestaat een urenbeperking aan te nemen van 6 uur per dag en 30 uur per week omdat eiseres elke middag een uur moet rusten. De door eiseres ingeschakelde verzekeringsarts vindt verder dat eiseres meer beperkt moet worden geacht voor persoonlijk en sociaal functioneren omdat eiseres psychisch kwetsbaar is. Volgens hem moeten de volgende specifieke voorwaarden voor het sociaal functioneren in arbeid gelden: werk zonder veelvuldige deadlines of productiepieken, werk waarin doorgaans weinig of geen rechtsstreek contact met klanten plaatsvindt en werk waarin doorgaans weinig of geen direct contact met patiënten of hulpbehoevenden is vereist. De door eiseres ingeschakelde verzekeringsarts verwijst naar de door hem opgestelde FML voor een uitgebreide beschrijving van de beperkingen van eiseres. Volgens eiseres moet het rapport van de door haar ingeschakelde verzekeringsarts leiden tot meer beperkingen dan waar de arts bezwaar en beroep vanuit is gegaan. Ter zitting geeft eiseres aan het met name oneens te zijn met de vertaalslag die de verzekeringsarts van het UWV maakt van haar klachten naar beperkingen in de FML.
18. De arts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 5 mei 2022 op het expertiserapport van de door eiseres ingeschakelde verzekeringsarts gereageerd. Hij stelt dat er in het deskundigenonderzoek geen nieuwe medische feiten naar voren komen maar dat de verzekeringsarts wel tot andere interpretaties en vertalingen van de beperkingen van eiseres komt. De arts bezwaar en beroep kan de ingeschakelde verzekeringsarts niet volgen in de beperkingen die hij vaststelt ten aanzien van persoonlijk en sociaal functioneren. Volgens de arts bezwaar en beroep zijn de psychische klachten van eiseres niet van zodanige aard dat deze leiden tot beperkingen in het sociaal en persoonlijk functioneren. Ook verwijst de arts bezwaar en beroep naar het spreekuur met de primaire verzekeringsarts van 19 oktober 2020 en de hoorzitting in bezwaar van 22 april 2021 waarin eiseres adequaat reageerde, duidelijk communiceerde en een normaal denkpatroon liet zien. Ten aanzien van het hand- en vingergebruik van eiseres stelt de arts bezwaar en beroep dat er door de neuroloog en reumatoloog geen afwijkingen zijn gevonden in de vingers, handen en ellebogen. Ook bleken er geen afwijkingen in de functie en kracht van de handen. Daarnaast stelt de arts bezwaar en beroep dat uit het lichamelijk onderzoek van de door eiseres ingeschakelde verzekeringsarts geen anatomische en/of fysiologische afwijkingen in de vingers, handen en armen blijken. Pijnaangifte bij palpatie van de vingers/schouder leidt niet direct tot het aannemen van beperkingen in de FML. Ten aanzien van de stelling van de door eiseres ingeschakelde verzekeringsarts dat de locatie van de pijn van eiseres onvoldoende naar voren kwam door het ontbreken van een gericht lichamelijk onderzoek in de primaire fase en de bezwaarfase, stelt de arts bezwaar en beroep dat hij in zo’n onderzoek geen meerwaarde zag. Volgens hem waren de klachten en diagnoses van eiseres bekend en was er genoeg medische informatie uit de curatieve sector aanwezig waaruit blijkt dat eiseres lichamelijk is onderzocht door een neuroloog en reumatoloog. De arts bezwaar en beroep geeft aan dat hij niet verwachtte dat er nieuwe medische informatie naar voren zou komen als hij dat lichamelijk onderzoek zou herhalen.
19. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan het medisch oordeel van de arts bezwaar en beroep. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep is het aan de verzekeringsarts (bezwaar en beroep) om een vertaalslag te maken van de klachten van appellant naar de op te nemen beperkingen in de FML. Als de betrokkene van mening is dat hij verdergaand beperkt is dan de verzekeringsarts (bezwaar en beroep) in de FML heeft aangenomen, moet hij de deugdelijkheid van de daaraan ten grondslag gelegde medische onderbouwing weerleggen.De rechtbank is van oordeel dat eiseres de medische onderbouwing die aan de rapporten van de (verzekerings)artsen van het UWV ten grondslag ligt niet voldoende heeft weerlegt. Ook niet met het door haar ingebrachte expertiserapport. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking, zoals ter zitting ook is bevestigd, dat de door eiseres ingeschakelde verzekeringsarts vooral uitgaat van de ervaarde klachten van eiseres en niet van de medisch objectiveerbare beperkingen. In de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing van de klachten die eiseres ervaart op 30 november 2020.
De arbeidskundige beoordeling
20. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
21. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op 30 november 2020 met de middelste van de geduide functies 100% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als magazijnmedewerker, zodat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is.