4.6.Ook overigens heeft de werknemer - buiten medeweten van eiseres - niet meegewerkt aan zijn re-integratie doordat hij op 20 juni 2018, 30 juli 2018 en 5 oktober 2018 zonder reden niet is verschenen bij de bedrijfsarts. Dat eiseres nu geconfronteerd is met een loonsanctie, ziet zij dan ook ‘als de wereld op zijn kop’.
Het oordeel van de rechtbank
5. Het is aan de rechtbank om te oordelen over de vraag of verweerder terecht en op goede gronden een loonsanctie heeft opgelegd.
6. Daarbij is het volgende juridisch kader van belang.
7. Artikel 25 van de Wet WIA regelt de re-integratieverplichtingen van werkgever en werknemer tijdens de wachttijd van 104 weken die voorafgaat aan een eventuele WIA-uitkering. In het negende lid tot en met het vijftiende lid gaat het over de verlenging van de plicht tot loondoorbetaling van de werkgever jegens de werknemer zoals is bepaald in artikel 7:629, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek - kortweg loonsanctie genoemd - als verweerder van mening is dat de re-integratie-inspanningen van de werkgever onvoldoende zijn geweest terwijl voor dat gebrek geen deugdelijke grond is aan te wijzen. Deze loonsanctie wordt ook inhoudelijke loonsanctie genoemd.
8. Het gaat daarbij in het eerste jaar allereerst om inspanningen bij de eigen werkgever (het zogenoemde eerste spoor). Als daar geen mogelijkheden zijn, gaat het, in ieder geval na dat eerste jaar (het zogenoemde opschudmoment), mede om inspanningen om elders met de mogelijkheden die er voor werknemer zijn, aan de slag te komen (het zogenoemde tweede spoor). In de Wet WIA is niet bepaald hoe beoordeeld moet worden of de re-integratie-inspanningen voldoende zijn geweest. Daarvoor heeft verweerder beleidsregels gemaakt. Het betreft de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter (Besluit van 3 december 2002, Staatscourant 2002, 236, gewijzigd bij Besluit van 17 oktober 2006, Staatscourant 2006, 224, hierna: de Beleidsregels). De Beleidsregels geven een interpretatie en nadere uitwerking van de criteria waaraan re-integratie-inspanningen moeten worden getoetst. Verder wordt door verweerder gebruik gemaakt van een werkwijzer voor arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen van verweerder: de Werkwijzer Poortwachter.
9. Het besluit tot oplegging van de loonsanctie is een door verweerder ambtshalve genomen besluit met een voor eiseres belastend karakter. Op grond van vaste rechtspraak, bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 28 februari 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:732, dient verweerder aannemelijk te maken dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, en daarbij te beoordelen of dit zonder deugdelijke grond is geschied. Uit artikel 65 van de Wet WIA volgt dat het bij de beoordeling van de re-integratie-inspanningen gaat om de vraag of de werkgever daartoe in redelijkheid heeft kunnen komen. Op grond van artikel 25, negende lid, van de Wet WIA dient de door verweerder bij het besluit tot oplegging van de loonsanctie gegeven motivering zodanig concreet te zijn, dat het de werkgever op basis daarvan voldoende duidelijk kan zijn waaruit zijn tekortkoming ten aanzien van de re-integratie-inspanningen bestaat. Immers, alleen dan zal de werkgever overeenkomstig artikel 25, negende lid, van de Wet WIA in de gelegenheid zijn om die tekortkoming te herstellen. 10. Niet in geschil is, dat re-integratie van de werknemer in eigen of aangepast werk bij eiseres niet meer mogelijk was. Ook niet in geschil is, dat daarmee re-integratie in het tweede spoor aan de orde was. Uitsluitend staat ter discussie of in het tweede spoortraject - zonder deugdelijke grond - onvoldoende re-integratie-inspanningen zijn verricht om de redenen als genoemd onder 3.
Het persoonsprofiel en het zoekprofiel
11. De rechtbank stelt voorop dat een tweede-spoortraject in de zin van de Werkwijzer Poortwachter als adequaat kan worden beschouwd, indien het bestaat uit een logisch samenhangende reeks van elkaar opvolgende, flankerende en/of overlappende activiteiten die de afstand tussen de tevoren vastgestelde uitgangspositie van de arbeidsongeschikte werknemer (het persoonsprofiel) en het vooraf bepaalde einddoel (het zoekprofiel) via de kortst mogelijke route, zo snel en zo veel mogelijk opheft of verkleint en die, om adequaat te blijven, direct wordt gewijzigd als de situatie daartoe aanleiding geeft.