Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift met 6 producties, ter griffie ingekomen op 24 februari 2022;
- de e-mail van mr. Kragt, ter griffie ingekomen op 11 maart 2022;
- de mondelinge behandeling van het verzoekschrift op 6 april 2022.
mr. B. Leemhuis, advocaat van [verzoeker] . Namens Allianz is, zonder bericht, niemand verschenen.
2.De feiten
Bo-Rent-A-Car B.V. gehuurde Mercedes Benz met als bestuurder [bestuurder Mercedes Benz] (hierna: [bestuurder Mercedes Benz] ).
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
- hetgeen getuige A kan verklaren over de toedracht van het ongeval, de technische staat van de Volvo in de zin van "het functioneren van de Volvo (direct) voorafgaand aan het ongeval" en op schade voor zover het betreft materiële schade aan de auto;
- hetgeen getuige C kan verklaren over de technische staat van de Volvo, de reparaties die hij aan de Volvo heeft verricht en over de betaling die [verzoeker] aan hem heeft verricht;
- hetgeen de getuigen B, F en G kunnen verklaren zoals verwoord in 3.3. onder b., f., en g.;
- hetgeen getuige H kan verklaren zoals verwoord in 3.3. onder h. in samenhang met 3.5.
4.4.2 Voorts wijst de rechtbank het verzoek af voor zover dat ziet op een verklaring van getuige A omtrent de technische staat van de auto, nu dit vraagt om een deskundige mening en niet om een verklaring uit eigen waarneming van een getuige. Ook in dat verband is geen sprake van een feit dat met een getuigenverhoor kan worden bewezen.