Uitspraak
4.Het juridisch kader
12.Het beroep is ongegrond.
13.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 april 2022
Rechtbank Limburg
Op 18 april 2017 verleende de korpschef aan LBB Beveiliging BV toestemming voor eiser om beveiligingswerkzaamheden te verrichten. Deze toestemming werd op 12 juli 2019 ingetrokken, omdat eiser betrokken was bij het inrichten en exploiteren van hennepplantages in zijn garage. De korpschef stelde dat deze betrokkenheid een ernstige aantasting van de rechtsorde vormde, waardoor eiser niet betrouwbaar genoeg was om in de beveiliging te werken. Eiser voerde in beroep aan dat hij onder druk had gehandeld en dat er geen serieuze verdenking tegen hem bestond, aangezien het Openbaar Ministerie geen aanleiding had gezien tot strafvervolging. De rechtbank oordeelde echter dat de korpschef in redelijkheid kon concluderen dat eiser niet over de benodigde betrouwbaarheid beschikte. De rechtbank benadrukte dat van beveiligers hogere eisen aan betrouwbaarheid en integriteit mogen worden gesteld, en dat eiser had moeten distantiëren van de hennepplantage. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de intrekking van de toestemming.