ECLI:NL:RBLIM:2022:3168

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 april 2022
Publicatiedatum
22 april 2022
Zaaknummer
C/03/296012 / JE RK 21-1787 en C/03/296014 / JE RK 21-1788
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen door de kinderrechter

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak werd behandeld in Maastricht, waar de gecertificeerde instelling, Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, als verzoeker optrad. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 april 2022 heeft de GI, in overeenstemming met de moeder, het resterende deel van het verzoek ingetrokken. Dit volgde op een evaluatieverslag van 10 maart 2022, waarin werd aangegeven dat de moeder positieve ontwikkelingen had doorgemaakt en de geboden hulp goed accepteerde. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het resterende deel van het verzoek niet meer kon worden onderzocht en heeft dit afgewezen.

De kinderrechter had eerder, op 29 september 2021, de ondertoezichtstelling van de minderjarigen verlengd voor een periode van zes maanden, tot 23 april 2022. De GI was verplicht om de rechtbank uiterlijk op 15 maart 2022 te informeren over de stand van zaken. De kinderrechter heeft in zijn beslissing op 14 april 2022 het verzoek van de GI afgewezen, waarmee de ondertoezichtstelling van de minderjarigen werd voortgezet, maar het resterende verzoek niet meer aan de orde kwam. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn van drie maanden.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK LIMBURG
Familie en jeugd
Zittingsplaats: Maastricht
Zaaknummer: C/03/296012 / JE RK 21-1787 en C/03/296014 / JE RK 21-1788
Datum uitspraak: 14 april 2022
Beschikking verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
hierna te noemen: de GI,
gevestigd te Roermond,
betreffende
[minderjarige 1],
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] ,
hierna te noemen [minderjarige 1] , en
[minderjarige 2] ,
geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] ,
hierna te noemen [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonend op een bij de rechtbank bekend adres binnen het arrondissement Limburg,
advocaat mr. J.B.G. Gelissen, kantoorhoudend te Sittard, gemeente Sittard-Geleen.
Wederom gezien de stukken, waaronder de beschikking van de kinderrechter van
29 september 2021.

1.Het verder procesverloop

1.1.
Het verder verloop van de procedure blijkt uit:
- het evaluatieverslag van de GI van 10 maart 2022, ingekomen bij de griffie op 11 maart 2022;
- de akte van antwoord (met bijlagen) van de zijde van de moeder, ingekomen bij de griffie op 4 april 2022;
- de akte aanvullende productie (met bijlage) van zijde van de moeder, ingekomen bij de griffie op 6 april 2022;
- de brief van de zijde van de moeder, gedateerd 6 april 2022.
1.2.
Op 7 april 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge met gesloten deuren behandeld. Verschenen en gehoord zijn:
- de moeder;
- mr. Gelissen;
- een tweetal vertegenwoordigers van de GI.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij voormelde beschikking van 29 september 2021 heeft de rechtbank de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd voor de duur van zes maanden, dus tot 23 april 2022, onder aanhouding van het verzoek voor de resterende termijn van zes maanden. Daarbij heeft de rechtbank bepaald dat de GI uiterlijk 15 maart 2022 de rechtbank schriftelijk dient te informeren over de stand van zaken.
2.2.
De GI heeft bij voormeld evaluatieverslag van 10 maart 2022 de rechtbank geïnformeerd over de stand van zaken en daarbij haar haar verzoek voor de resterende termijn gehandhaafd.
2.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI – in lijn met het standpunt van de moeder – aangegeven dat is gebleken dat de moeder, kort gezegd, de afgelopen periode een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat zij de hulp die haar wordt aangeboden, goed accepteert. Gelet hierop heeft de GI tijdens de mondelinge behandeling het nog ter beoordeling voorliggende resterende deel van haar verzoek ingetrokken. Dit resterende deel van het verzoek van de GI kan derhalve niet meer worden onderzocht en zal worden afgewezen.

3.De beslissing

De kinderrechter:
3.1.
wijs het nog ter beoordeling voorliggende deel van het verzoek van de GI af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.H. Brandts, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2022.
OSK
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch.