Uitspraak
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
29 september 2021.
1.Het verder procesverloop
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
’s-Hertogenbosch.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak werd behandeld in Maastricht, waar de gecertificeerde instelling, Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, als verzoeker optrad. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 april 2022 heeft de GI, in overeenstemming met de moeder, het resterende deel van het verzoek ingetrokken. Dit volgde op een evaluatieverslag van 10 maart 2022, waarin werd aangegeven dat de moeder positieve ontwikkelingen had doorgemaakt en de geboden hulp goed accepteerde. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het resterende deel van het verzoek niet meer kon worden onderzocht en heeft dit afgewezen.
De kinderrechter had eerder, op 29 september 2021, de ondertoezichtstelling van de minderjarigen verlengd voor een periode van zes maanden, tot 23 april 2022. De GI was verplicht om de rechtbank uiterlijk op 15 maart 2022 te informeren over de stand van zaken. De kinderrechter heeft in zijn beslissing op 14 april 2022 het verzoek van de GI afgewezen, waarmee de ondertoezichtstelling van de minderjarigen werd voortgezet, maar het resterende verzoek niet meer aan de orde kwam. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn van drie maanden.