ECLI:NL:RBLIM:2022:2070
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende last onder dwangsom
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 16 maart 2022 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker, die een last onder dwangsom had ontvangen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen. De last hield in dat verzoeker een aantal overtredingen op zijn perceel moest beëindigen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, die eerder op 3 november 2021 was toegewezen. Het bestreden besluit van 22 februari 2022 verklaarde het bezwaar van verzoeker gegrond, maar verzoeker stelde beroep in en vroeg opnieuw om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de onverwijlde spoed, een zitting niet noodzakelijk was en dat er aanleiding was om een ordemaatregel te treffen. De voorzieningenrechter schorste het bestreden besluit, omdat niet was gebleken dat verweerder een zwaarwegend belang had bij de beëindiging van de overtredingen. De schorsing was tijdelijk en had geen oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Partijen werden uitgenodigd voor een zitting voor een inhoudelijke behandeling van het verzoek.
De voorzieningenrechter besloot dat er geen aanleiding was voor een vergoeding van het griffierecht, en na de zitting zou worden beoordeeld of er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.