Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verzoek tot uitlevering en de overgelegde stukken
- een authentiek afschrift van de beslissing tot het instellen van een strafzaak van
- een authentiek afschrift van het besluit tot het aanmerken als verdachte van [de opgeëiste persoon] van 1 april 2021;
- een authentiek afschrift van de uitspraak van 1 april 2021 inhoudende het inwilligen van het verzoek om tegen [de opgeëiste persoon] hechtenis als maatregel toe te passen voor de duur van twee maanden, te berekenen vanaf de dag van aanhouding;
- een authentiek afschrift van het besluit tot het uitvaardigen van een opsporingsbevel voor [de opgeëiste persoon] van 1 april 2021;
- de vereiste tekst van de toepasselijke rechtsvoorschriften;
- de vereiste stukken met betrekking tot de identiteit van de opgeëiste persoon en zijn nationaliteit.
6 december 2021 en het bevel tot inverzekeringstelling/invrijheidstelling d.d. 22 november 2021, met een begeleidende email van de officier van justitie d.d. 6 december 2021.
2.Het onderzoek ter zitting
3.De beoordeling van de toelaatbaarheid van de verzochte uitlevering
toelaatbaarheidvan de uitlevering, terwijl de minister dient te beslissen of het verzoek wordt
ingewilligd(waarbij hij overigens wel is gebonden aan het oordeel van de uitleveringsrechter tot ontoelaatbaarheid van de uitlevering).
kanhebben gepleegd.
in concretogeschonden zijn. De zorgen die de raadsman heeft verwoord liggen bij uitstek ter beoordeling aan de minister die uiteindelijk moet beslissen of de opgeëiste persoon daadwerkelijk uitgeleverd zal worden. Dat neemt niet weg dat de rechtbank een aantal zorgen van de raadsman deelt, maar dit leidt tot het uitbrengen van een advies en kan niet leiden tot het ontoelaatbaar verklaren van de verzochte uitlevering.
4.Advies
5.De uitleveringsdetentie
6.De toepasselijke verdrags- en wetsartikelen
- de artikelen 1 tot en met 6, 10, 12 en 13 van het Europees Verdrag betreffende uitlevering van 13 december 1957;
- artikel 2, 3 en 4 van het Tweede Aanvullende Protocol bij het Europees Uitleveringsverdrag van 17 maart 1978;
- Verdrag van de Verenigde Naties tegen de Grensoverschrijdende Georganiseerde Misdaad;
- de artikelen 2, 5, 18, 25, 26, 28 en 51a Uitleveringswet;
- de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.